ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ3802

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
15-741181-11
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere ramkraken en inbraken met gebruik van dekbedovertrekken en openhoudringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere ramkraken en inbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij vier ramkraken, drie inbraken, de diefstal van een auto en de heling van twee geluidsboxen. De verdachte maakte gebruik van een specifieke modus operandi waarbij dekbedovertrekken en openhoudringen werden gebruikt om de buit snel mee te nemen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak uitvoerig besproken. De verdachte werd vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, waaronder een poging tot inbraak bij de Rabobank in Steenwijk en een woninginbraak in Oterleek. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij deze feiten vast te stellen. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de andere feiten, waarbij hij gebruik maakte van een gestolen auto om de inbraken te plegen.

De rechtbank heeft ook de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers en de samenleving in overweging genomen. De ramkraken en inbraken veroorzaakten aanzienlijke schade en onveiligheid voor de getroffen ondernemers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de herhaalde criminele activiteiten van de verdachte meegewogen in de strafmaat. De verdachte had eerder al een lange gevangenisstraf ondergaan voor soortgelijke feiten, wat de rechtbank deed besluiten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Sectie Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/741181-11
Uitspraakdatum: 11 maart 2013
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 4 februari 2013, 7 februari 2013 en 25 februari 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1969] te [plaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haarlem.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.C.M. Wildemors en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
feit 1
primair
[ZD 01 "Rogat/Steenwijk": de ramkraak bij de Rabobank in Steenwijk]
hij op of omstreeks 16 mei 2009 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een (bank)gebouw, gelegen aan de [a-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinautomaat (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank Steenwijk/Meppel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair
hij op of omstreeks 16 mei 2009 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bank)gebouw, gelegen aan de [a-straat], weg te nemen een pinautomaat (met inhoud), althans de inhoud van die pinautomaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank Steenwijk/Meppel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en die weg te nemen pinautomaat, althans de inhoud daarvan, onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met een shovel voornoemde pinautomaat uit de gevel van voornoemd (bank)gebouw heeft gereden en/of geduwd en/of getrokken en/of geschept, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
primair
[ZD 01 "Rogat/Steenwijk": wegnemen Nissan Navara bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 21 april 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan de [b-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of dat hij (vervolgens) op of omstreeks 21 april 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Nissan Navara), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2009 tot en met 16 mei 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, en/of te Steenwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (Nissan Navara), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3
primair
[ZD 02: "Stompetoren": Inbraak bij [aangever 3].]
hij op of omstreeks 12 april 2011 te Stompetoren, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een bedrijfspand, gelegen aan de [c-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisie met bijbehorende geluidsboxen (merk: Bang & Olufsen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 april 2011 tot en met 20 december 2011 te Stompetoren, gemeente Schermer, en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer geluidsboxen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde geluidsbox(en) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 4
[ZD 04 "Nunspeet": ramkraak bij [aangever 5] in Nunspeet]
hij op of omstreeks 24 juni 2011 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan de [d-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 5
[ZD 05: "Tuitjenhorn": Inbraak [aangever 6]]
hij op of omstreeks 08 augustus 2011 te Tuitjenhorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [e-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 6
[ZD 06 "Volvo XC 90": wegnemen vluchtauto (Volvo XC 90) bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 27 oktober 2011 te Nieuwe Niedorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan de [f-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
en/of dat
hij (vervolgens) op of omstreeks 27 oktober 2011 te Nieuwe Niedorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volvo XC 90), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
feit 7
[ZD 06 "Volvo XC 90": Ramkraak bij [aangever 8] in oktober 2011]
hij op of omstreeks 27 oktober 2011 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [g-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid (sport)jassen en/of (andere) kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 8
[ZD 07 "Volvo V60": wegnemen vluchtauto Volvo V60 bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 31 oktober 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan de [h-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
en/of dat
hij (vervolgens) op of omstreeks 31 oktober 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volvo V60; kenteken: [kenteken 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
feit 9
[ZD 07 "Volvo V60": Ramkraak bij [aangever 10]]
hij op of omstreeks 01 november 2011 te Castricum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [i-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sportkleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 10
[ZD 07 "Volvo V60": de ramkraak bij [aangever 11] op 20 december 2011]
hij op of omstreeks 20 december 2011 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een bedrijfspand, gelegen aan de
[j-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid electronica (ipads en (andere) Apple computers), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 11
[ZD 08 "Ferwert": 1e inbraak bij [aangever 12] in Ferwert op 02 juni 2011]
hij op of omstreeks 02 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan de [k-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 12
[ZD 08 "Ferwert": 2e inbraak bij [aangever 12] in Ferwert op 11 juni 2011]
hij op of omstreeks 11 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan [k-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 13
[ZD 11 "[aangever 13]": Inbraak bij [aangever 13] in Bergen]
primair
hij op of omstreeks 14 november 2011 te Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [l-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid handschoenen en/of mutsen en/of tassen en/of haarbanden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 13] en/of [aangever 13a], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 14 november 2011 tot en met 20 december 2011 te Bergen, gemeente Bergen (NH), en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een paar handschoenen en/of een of meer mutsen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 14
primair
[ZD 13 "[aangever 14]": ramkraak bij [aangever 14] in Bergen]
hij op of omstreeks 19 oktober 2010 te Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een (winkel)pand, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid kleding en/of schoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 19 oktober 2010 tot en met 20 december 2011 te Bergen, gemeente Bergen (NH), en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, kleding en/of schoenen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 15
[ZD 14 "[aangever 15]": ramkraak bij[aangever 15]]
hij op of omstreeks 25 november 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [m-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid jassen en/of broeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 15] en/of [aangever 15a], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 16
[ZD 21 "Schoorl": inbraak bij [aangever 16]]
hij op of omstreeks 02 september 2011 te Schoorl, gemeente Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de [n-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 primair, 4 t/m 12, 13 primair, 14 primair, 15 en 16 ten laste gelegde feiten.
3.2. Vrijspraken
Ten aanzien van de feiten 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair (zaaksdossier 1)
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in de nacht van 20 op 21 april 2009 heeft ingebroken in een woning in Oterleek, gemeente Schermer, aldaar een sleutelbos van een rode pick up, merk Nissan Navarra heeft weggenomen en vervolgens die rode pick up heeft gestolen. Evenmin acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de nacht van 15 op 16 mei 2009 heeft gepoogd in te breken bij de Rabobank te Steenwijk door aldaar met een kort daarvoor gestolen shovel een pinautomaat uit de muur te breken. De rechtbank zal verdachte van beide feiten vrijspreken.
De omstandigheid dat de daders van deze poging tot inbraak bij de Rabobank na een korte achtervolging voornoemde rode pick up hebben achtergelaten en dat in deze pick up op de passagiersstoel een zwarte mini Maglite (zaklamp) is aangetroffen met daarop het DNA van verdachte is – hoe verdacht ook – niet voldoende om tot het bewijs te komen dat verdachte dit feit heeft begaan. Op grond van deze omstandigheden kan immers enkel worden vastgesteld dat verdachte voornoemde zaklamp ooit in zijn bezit heeft gehad en dat de zaklamp op enig moment in de periode tussen 20 april 2009 en 16 mei 2009 in de Nissan Navarra terecht is gekomen. Op welk moment dat is geweest en op welke wijze dat is gebeurd kan niet worden vastgesteld. Dit is niet anders nu na de datum van de diefstal met de pick-up slechts 185 kilometer is gereden. Uit die vaststelling kan weliswaar geconcludeerd worden dat de gestolen pick up door de daders waarschijnlijk alleen is gebruikt voor de poging tot inbraak bij de Rabobank, maar niet dat verdachte één van hen moet zijn geweest. De omstandigheid dat op die 16e mei op de Verlaatseweg in Steenwijk om 5.30 uur een persoon met modderige kleding in een vrachtauto door een verbalisant is gecontroleerd, waarna die persoon desgevraagd heeft verteld dat hij [verdachte] heet, maakt dit niet anders. De desbetreffende persoon heeft zich immers niet gelegitimeerd en is ook niet ambtshalve herkend, zodat de mogelijkheid dat daar op dat moment een ander persoon aanwezig was die gebruik maakte van de naam van verdachte open blijft.
Ten aanzien van feit 3 primair (zaaksdossier 2)
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte op 12 april 2011 tussen 00.50 en 1.15 uur heeft ingebroken bij [aangever 3] te Stompetoren, gemeente Schermer, en daar onder meer twee geluidsboxen van het merk Bang en Olufsen (waarde 14.000 euro) heeft weggenomen. Er zijn geen bewijsmiddelen waaruit volgt dat verdachte op dat tijdstip in Stompetoren is geweest en het betreffende feit heeft gepleegd. De omstandigheid dat de betreffende geluidsboxen op 20 december 2011 zijn aangetroffen in een garagebox die op dat moment bij verdachte in gebruik was, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van dit feit te komen. Gelet op het feit dat er een periode van ruim acht maanden ligt tussen de diefstal van de boxen en het aantreffen daarvan, bestaat de mogelijkheid dat verdachte op een ander tijdstip dan op de datum van de diefstal in het bezit van de boxen is gekomen. De stellingen van de officier van justitie dat verdachte “geen heler, maar een steler is” en dat “hij de boxen kennelijk niet kwijt kon en ze daarom had opgeslagen” kan niet tot het bewijs bijdragen, nu deze stellingen niet op onderliggende feiten zijn gebaseerd. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 3 primair ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van de feiten 6 en 7 (zaaksdossier 6)
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in de nacht van 26 op 27 oktober 2011 heeft ingebroken in een woning in Nieuwe Niedorp, aldaar een autosleutel van een Volvo XC 90 met kenteken [kenteken 2] (hierna te noemen: de Volvo XC 90) heeft weggenomen en vervolgens ook die Volvo XC 90 heeft gestolen. Naar het oordeel van de rechtbank kan evenmin bewezen worden dat verdachte zich die nacht heeft schuldig gemaakt aan een inbraak in de [aangever 8] te Heerhugowaard. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de feiten 6 en 7.
Op 27 oktober 2011 zijn verdachte en [medeverdachte 1] om 1.30 uur door een observatieteam van de politie gezien in een Peugeot 106 op de Westerweg te Alkmaar. Ze stappen uit en lopen naar de Eikenlaan. Hierna is het observatieteam hen uit het oog verloren. Pas om 5.46 uur wordt verdachte weer gezien. Hij rijdt op dat moment op zijn scooter over de Vondelstraat te Alkmaar.
Op 27 oktober 2011 komen er rond 4.30 uur twee auto’s het terrein van de [aangever 8] te Heerhugowaard oprijden. Met een Opel Corsa wordt vervolgens de toegangsdeur uit de winkel gedrukt. Twee personen met bivakmutsen en mijnwerkerslampen op lopen de winkel in en stelen 36 jassen van het merk Moscow en 41 jassen van het merk The North Face. De mannen verlaten het terrein in een zwarte Volvo XC 90 met een kenteken eindigend op een 4. De Opel Corsa wordt achtergelaten. Op 2 november 2011 wordt een Volvo XC 90 met kenteken [kenteken 2] door de politie in de Jupiterstraat te Alkmaar aangetroffen. Onder de auto wordt een baken geplaatst. De auto wordt vervolgens op 4 november 2011 door [medeverdachte 1] naar Etten-Leur vervoerd. Op vloermatten van de Volvo zijn glasdeeltjes aangetroffen waarvan uit onderzoek is gebleken dat het veel waarschijnlijker is dat deze afkomstig zijn van de vernielde ruit van de [aangever 8] te Heerhugowaard dan van een willekeurige andere ruit. Tijdens doorzoekingen op 20 december 2011 wordt een gedeelte van de jassen afkomstig van de inbraak bij de [aangever 8] aangetroffen in de [winkel medeverdachte 3] aan de [o-straat] te Alkmaar, een loods aan de [p-straat] te Alkmaar en in een woning aan de [q-straat] te Alkmaar.
In het dossier bevinden zich een aantal aanwijzingen die zouden kunnen duiden op de betrokkenheid van verdachte bij de inbraak bij de [aangever 8] en de woninginbraak en autodiefstal in Nieuwe Niedorp, maar de rechtbank acht deze aanwijzingen, ook in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen en overweegt daartoe het volgende.
Een eerste aanwijzing betreft het feit dat verdachte en [medeverdachte 1] in de nacht van 26 op 27 oktober 2011 door een observatieteam van de politie om 1.30 uur zijn gezien in een Peugeot 106 op de Westerweg te Alkmaar.
De rechtbank overweegt hierover dat het feit dat verdachte en [medeverdachte 1] midden in de nacht samen op pad waren - alhoewel verdacht - onvoldoende is om aan te nemen dat verdachte de feiten heeft (mede)gepleegd.
Een tweede aanwijzing is het feit dat een gedeelte van de jassen afkomstig van de inbraak bij de [aangever 8] is aangetroffen in de [winkel medeverdachte 3] aan de [o-straat] te Alkmaar, een loods aan de [p-straat] te Alkmaar en in een woning aan de [q-straat] te Alkmaar. Er wordt tijdens de doorzoekingen op deze locaties ook een groot aantal andere kledingstukken aangetroffen, afkomstig van eerdere inbraken bij de [aangever 8] te Heerhugowaard. In de woning aan de Hulststraat 4 te Alkmaar wonen [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4]) en [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3]). [medeverdachte 3] is de eigenaar van eerdergenoemde [winkel medeverdachte 3] en de huurder van voornoemde loods aan de Koelmalaan. Bij de behandeling van feit 9 (zaaksdossier 7) zal de rechtbank vaststellen dat [medeverdachte 3] sportkleding afkomstig van een inbraak gepleegd door verdachte op 1 november 2011 bij de winkel [aangever 10] te Castricum van verdachte heeft gekocht. Dit gegeven is echter onvoldoende om aan te kunnen nemen dat [medeverdachte 3] ook de op 27 oktober 2011 gestolen jassen van de [aangever 8] van verdachte heeft gekocht. Nu verdere bewijsmiddelen hieromtrent ontbreken, kan niet bewezen worden dat [medeverdachte 3] voornoemde jassen van verdachte heeft gekocht. Het feit dat [medeverdachte 3] en verdachte elkaar al jaren kennen en verdachte op 27 oktober 2011 en 28 oktober 2011 telefoongesprekken met [medeverdachte 4] voert waaruit volgt dat hij op die dagen bij haar of [medeverdachte 3] op bezoek komt, is daartoe onvoldoende.
Tot slot is sprake van een telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte op 27 oktober 2011 om 17.30 uur, waarin gesproken wordt over het twee keer blij zijn op één dag. Ook de inhoud van dit telefoongesprek is noch zelfstandig, noch in onderlinge samenhang met bovenstaande omstandigheden bezien, voldoende om tot een bewezenverklaring te komen.
Nu aldus direct bewijs van betrokkenheid van verdachte bij voornoemde feiten ontbreekt, dient hij van deze feiten te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 13 primair en subsidiair (zaaksdossier 11)
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte op 14 november 2011 heeft ingebroken bij de [aangever 13] te Bergen, dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan de heling van uit de winkel afkomstige goederen. Aan de hand van de peilbakengegevens kan weliswaar worden vastgesteld dat de Mercedes, waar verdachte in reed, die nacht gebruikt werd en dus dat verdachte die nacht mogelijk op pad was, maar de rechtbank acht dit ook in combinatie met de telefoongesprekken die verdachte met [medeverdachte 1] de dag ervoor heeft gevoerd en waarin gesproken werd over “fit zijn”, onvoldoende om vast te kunnen stellen dat verdachte bij de [aangever 13] heeft ingebroken. Voorts kan van de wanten/handschoenen die in de woning van [medeverdachte 2] (hierna ook te noemen: [medeverdachte 2]; waar verdachte verbleef en met wie verdachte een relatie heeft gehad) zijn aangetroffen, niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze van de inbraak van de [aangever 13] afkomstig zijn, zodat dit geen omstandigheid is die kan bijdragen aan het bewijs dat verdachte heeft ingebroken bij de [aangever 13].
Nu het dossier geen ander bewijsmiddelen bevat waaruit de betrokkenheid van verdachte bij deze inbraak dan wel de heling kan worden afgeleid, dient verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 14 primair en subsidiair (zaaksdossier 13)
De rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier onvoldoende bewijs bevindt op grond waarvan kan worden bewezen dat verdachte in de nacht van 18 op 19 oktober 2011 heeft ingebroken bij [aangever 14] in Bergen, dan wel dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de heling van uit die winkel afkomstige goederen. De omstandigheid dat bij [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] goederen zijn aangetroffen die afkomstig zijn van [aangever 14] acht de rechtbank - zoals hiervoor ten aanzien van feit 7 is overwogen - onvoldoende om aan te nemen dat [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] deze goederen van verdachte hebben gekocht. Van de goederen die in de woning van [medeverdachte 2] zijn aangetroffen, kan niet worden vastgesteld dat deze afkomstig zijn van [aangever 14], zodat dit om die reden geen omstandigheid is die bij kan dragen aan het bewijs dat verdachte heeft ingebroken bij [aangever 14]. Nu het dossier geen direct bewijs bevat waaruit de betrokkenheid van verdachte bij deze inbraak dan wel de heling kan worden afgeleid, dient verdachte ook van dit primair en subsidiair ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 16 (zaaksdossier 21)
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in de nacht van 1 op 2 september 2011 heeft ingebroken bij [aangever 16] in Schoorl. Uit het dossier blijkt dat gebruik werd gemaakt van een zelfde modus operandi als waar verdachte gebruik van heeft gemaakt bij de inbraak bij de [aangever 6] te Tuitjenhoorn (feit 5) en de [aangever 11] in Heerhugowaard (feit 10), maar de rechtbank acht dit enkele feit onvoldoende om vast te stellen dat verdachte betrokken is geweest bij deze inbraak. Hoewel sprake is van een specifieke modus operandi kan niet uitgesloten worden dat er ook andere personen dan verdachte gebruik maken van deze modus operandi. Dat het DNA dat is aangetroffen op de rand van de achtergelaten vuilniszakhouder met stoffen dekbedovertrek mogelijk afkomstig is van verdachte, is in dit geval onvoldoende om als steunbewijs te kunnen dienen, aangezien er geen statistische berekening van de bewijswaarde kon worden uitgevoerd en er aldus een mogelijkheid openblijft dat het DNA van een dan verdachte is.
Nu het dossier geen direct bewijs bevat waaruit de betrokkenheid van verdachte bij deze inbraak kan worden afgeleid, dient verdachte van dit feit te worden vrijgesproken.
3.3. Redengevende feiten en omstandigheden[1]
Inleiding
Op 15 september 2011 werd een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Zurich. Dit onderzoek richtte zich op de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1].
Doorzoekingen
Op 20 december 2011 zijn verschillende locaties doorzocht waarbij diverse goederen werden aangetroffen die gebruikt (kunnen) worden voor het plegen van inbraken. In de door verdachte gehuurde woning gelegen aan de [r-straat] te Akersloot zijn een bivakmuts, een tang, een kruiskopschroevendraaier, twee sluitringen en een dekbedhoes aangetroffen.[2] Op het verblijfadres van verdachte, de [u-straat] te Alkmaar, is een bivakmuts aangetroffen.[3] In de garagebox nummer 18 gelegen aan de [s-straat] te Alkmaar, waar de gestolen goederen van de inbraak bij [aangever 11] op 20 december 2011 zijn aangetroffen (zie feit 10), zijn drie bivakmutsen, handschoenen, inbrekerswerktuig en dekbedhoezen met spanringen aangetroffen.[4]
Modus operandi
Bij een groot aantal van de inbraken werd de buit meegenomen in dekbedhoezen die werden opengehouden door middel van zogenaamde openhoudringen. Bij de inbraken of ramkraken in [aangever 12] te Ferwert op 2 en 11 juni 2011 (feiten 11 en 12), het tankstation te Nunspeet op 24 juni 2011 (feit 4), de [aangever 6] te Tuitjenhorn op 8 augustus 2011 (feit 5), de [aangever 15] te Alkmaar op 25 november 2011 (feit 15) en de [aangever 11] te Heerhugowaard op 20 december 2011 (feit 10) zijn openhoudringen gebruikt en/of achtergelaten in de winkel of in de door de dader(s) achtergelaten auto.
Verdachte heeft bekend dat hij de feiten 5 en 10 heeft begaan en daarbij gebruik heeft gemaakt van een openhoudring met een dekbedhoes. Voorts heeft hij bekend dat de in de [s-straat] aangetroffen goederen, waaronder dus de openhoudringen, aan hem toebehoren.[5]
De openhoudring wordt in het dossier met verschillende benamingen aangeduid, zo wordt gesproken over (span- of sluit-)ringen[6], vuilniszakhouder[7] en een verstelbare metalen ring.[8] In elk van die gevallen betreft het een (metalen) ring waaraan een handvat is gelast. In plaats van dekbedhoezen wordt in het dossier ook vermeld dat het zakken betreffen.[9]
Één van de openhoudringen aangetroffen in de [s-straat] is voorzien van het ingeslagen nummer 2622-02/GN049/180310. De andere in de garagebox aangetroffen openhoudringen zijn niet voorzien van een ingeslagen nummer. De laatste zes cijfers van het nummer betreft de productiedatum van de desbetreffende ring[10] De openhoudring en het ingeslagen nummer komen overeen met de ringen en de daarin ingeslagen nummers aangetroffen bij de inbraak in [aangever 12] in Ferwert op 11 juni 2011 (feit 12) en de ramkraak in [aangever 5] te Nunspeet op 24 juni 2011 (feit 4).[11] De openhoudring die is achtergelaten bij de inbraak in [aangever 15] op 25 november 2011 komt ook overeen met de openhoudringen aangetroffen in de [s-straat], maar deze is niet voorzien van een ingeslagen nummer.[12]
De rechtbank acht de wijze van het gebruik van dekbedhoezen voorzien van openhoudringen zodanig specifiek en onderscheidend dat dit gebruikt kan worden als steunbewijs.
Telecommunicatie
Gedurende het onderzoek is onder andere de telefoon van verdachte getapt. De rechtbank stelt vast dat daar waar in het vonnis namen van verdachte en medeverdachten aan telefoonnummers worden gekoppeld, deze gesprekken ook door deze verdachten zijn gevoerd.
Bewijsmiddelen per feit
Ten aanzien van feit 3 subsidiair (zaaksdossier 2)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 februari 2013 afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4a] namens [aangever 4] en [aangever 4] d.d. 12 april 2011 (zaaksdossier 2, blz. 4524-4528) en de bijlage weggenomen goederen van 15 februari 2012 (zaaksdossier 2, blz. 4529);
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2012 (zaaksdossier 2, blz. 4533-4536).
Ten aanzien van feit 4 (zaaksdossier 4)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
[betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) is een bekende van verdachte. Zij kennen elkaar via een gezamenlijke vriend.[13]
Op 24 juni 2011 omstreeks 1.55 uur hebben twee personen ingebroken in het [aangever 5] op de [d-straat] te Nunspeet. Één van de daders is in een mast geklommen waarin de camera hangt en heeft de cameraopstelling veranderd. Vervolgens hebben de daders met een personenauto kracht uitgeoefend op een huisvuilcontainer om zo de deuren te ontwrichten. Als gevolg hiervan waren de glazen toegangsdeuren compleet ontzet en naar binnen gedrukt.[14] Een van de daders droeg bij het binnengaan van het tankstation een bivakmuts en hij had een mijnwerkerslamp op zijn hoofd. De manier van lopen van deze man deed een verbalisant herinneren aan verdachte.[15] Deze man had een donkerkleurige dekbedhoes vast die werd opengehouden door middel van een openhoudring. Hij heeft de tabakswaren in deze dekbedhoes gedaan. De andere dader droeg eveneens een bivakmuts. Ook hij heeft dekbedhoezen gevuld met rookwaren. De gevulde dekbedhoezen zijn door de daders naar buiten gesleept.[16] Tijdens de inbraak is voor een groot bedrag aan rookwaar, toebehorende aan [aangever 5], weggenomen.[17]
Op 24 juni 2011 is om 1.57 uur een melding van voornoemde inbraak bij de politie binnengekomen. Verbalisanten, die zich op enkele minuten rijden van de locatie bevonden, begaven zich naar het benzinestation. Terwijl zij het benzinestation naderden, zagen zij een voertuig met gedoofde lichten vanuit de benzinepomp hun kant op rijden. De bestuurder van dit voertuig droeg een bivakmuts. De verbalisanten keerden hun voertuig en achtervolgden de personenauto met kenteken [kenteken 3]. In de wijk Oenenburg raakten zij de auto kwijt, waarna zij naar het tankstation zijn gegaan. Om 3.46 uur ontvingen de verbalisanten een melding dat een buurtbewoner uit de wijk Oenenburg twee personen met bivakmutsen op straat heeft zien lopen. Verbalisanten zijn terug naar voornoemde wijk gegaan en zagen daar twee personen lopen. Deze personen gingen er vandoor op het moment dat zij verbalisanten zagen. Kort hierop is door een van deze verbalisanten in de bosjes aan de Jan van Vurenstraat in de wijk Oenenburg [betrokkene 1] aangetroffen. [betrokkene 1] was op dat moment in het bezit van een mijnwerkerslamp en een bivakmuts.[18] Diezelfde nacht is op een parkeerplaats in de Jan van Vurenstraat een Renault Laguna met kenteken [kenteken 3] aangetroffen.[19] In de personenauto is op de vloer rechts naast de bijrijderplaats een schroevendraaier aangetroffen. De schroevendraaier is bemonsterd.[20] Op deze schroevendraaier is DNA van verdachte aangetroffen.[21]
Achterin de Renault Laguna met kenteken [kenteken 3] zijn vier zwarte Ikea dekbedhoezen aangetroffen. In deze dekbedhoezen zat een zeer grote hoeveelheid shag en sigaretten. Een medewerker van [aangever 5] heeft deze rookwaren herkend als de partij die op 24 juni 2011 was weggenomen tijdens een ramkraak. Één van de dekbedhoezen was voorzien van een metalen ring. De stof van deze dekbedhoes zat tussen deze ring en een stuk butileenslang. De overige dekbedhoezen waren niet voorzien van een dergelijke ring, maar in de auto lagen nog drie van deze ringen en drie stukken butileenslang. Van de butileenslang was een cirkel te maken, doordat er een stukje waterslang in een van de uiteinden was geplaatst. Door het andere uiteinde hierover heen te schuiven, kon men een ring maken, die precies in de metalen sluitring paste. De stof van het dekbedovertrek kon hier tussen geklemd worden.[22]
Op één van de aangetroffen ringen stond een serienummer dat overeen komt met het serienummer van één de spanringen die is aangetroffen in de [s-straat].[23]
Voornoemde Renault Laguna is in de nacht van 18 op 19 juni 2011 gestolen voor een woning aan de Schoenmakerstraat te Alkmaar. De sleutel van de auto is daarvoor uit die woning weggenomen.[24] Op de Renault Laguna zaten valse kentekenplaten. Deze kentekenplaten zijn tussen 19 en 20 juni 2011 weggenomen van een Ford Fiesta te Lemmer.[25]
Tijdens zijn aanhouding was [betrokkene 1] in het bezit van een mobiele telefoon met nummer [telefoonnummer 1].[26] Om 4.35 uur wordt dit nummer een aantal keer gebeld door het nummer [telefoonnummer 2] (in display van de telefoon van [betrokkene 1] is dan “Arjan” te zien). Om 4.59 uur is er een sms-bericht door nummer [telefoonnummer 2] verstuurd met als inhoud: “kameraadje, waar ben je?" Om 5.02 uur is er een bericht verstuurd waarin staat: "Ik ga dan wel alleen naar dat meisje. Ze woont in de [w-straat]. Je weet het huisje toch?”. Om 5.52 uur is er een bericht verstuurd "Ik ga weer naar Mokum. Ik hoor je maar niet. Iris gaat mee”. Om 5.52 uur volgt het bericht: "ben thuis. Ik bel je vanmiddag wel weer".[27]
Nummer [telefoonnummer 2] is een prepaid-nummer en is op 24 juni 2011 om 3.16 uur voor het eerst in gebruik genomen. Het nummer straalt dan een paal aan in de Visserslaan te Nunspeet. Deze paal bevindt zich in wijk Oenenburg, waar [betrokkene 1] is aangehouden. Door het nummer wordt tot 4.49 uur nog enkele keren gebeld vanaf Nunspeet. Vanaf 4.52 uur begeeft het nummer zich van Nunspeet via de A28 en de A1 naar Amsterdam en straalt om 5.52 uur een paal aan op de Nijenrodeweg te Amsterdam.[28]
Het nummer [telefoonnummer 2] belt om 3.16 uur naar het nummer [telefoonnummer 3]. Dit laatste nummer straalt dan aan op een paal aan de [x-straat] te Alkmaar, nabij de woning van verdachte. Het nummer verplaatst zich vervolgens richting Nunspeet. Er is meerdere keren contact tussen voornoemde nummers. Het laatste contact is om 4.56 uur. Het nummer [telefoonnummer 3] straalt dan aan op het Vennepad te Nunspeet.[29]
Verdachte noemt zijn vrienden regelmatig kameraad of kameraadski.[30]
Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend zich aan dit feit schuldig te hebben gemaakt. Hij heeft daartoe onder andere aangevoerd dat hij nooit rookwaren steelt, omdat hij daarvoor geen kopers zou weten. Dit verweer kan de rechtbank niet overtuigen, nu verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven zich wel schuldig te hebben gemaakt aan de inbraak bij [aangever 5] op 8 augustus 2011 te Tuitjehorn (feit 5, zaaksdossier 5), alwaar een grote hoeveelheid rookwaren is weggenomen.
Het aangetroffen DNA op de schroevendraaier in de Renault Laguna in combinatie met de zeer specifieke en onderscheidende modus operandi, maakt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte op 24 juni 2011 tezamen en in vereniging met een ander heeft ingebroken bij het [aangever 5] te Nunspeet.
Alternatieve verklaring
Verdachte heeft ter terechtzitting van 4 februari 2013 een verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA op de schroevendraaier in de Renault Laguna. Volgens verdachte zou dit komen omdat hij zijn gereedschap in zijn auto heeft liggen, hij zijn sleutel soms in zijn auto laat zitten en bekenden van hem dit gereedschap uit zijn auto hebben weggenomen.
De rechtbank acht deze alternatieve verklaring van verdachte niet aannemelijk geworden en overweegt daartoe als volgt.
Bij vijf verschillende inbraken is DNA van verdachte aangetroffen op gereedschap, een openhoudring of een dekbedhoes die zijn achtergebleven op de plaats delict of in een bij de inbraak gebruikte auto. Bij deze inbraken is telkens gebruik gemaakt van dezelfde modus operandi als waar verdachte gebruik van heeft gemaakt bij de feiten 5 en 10, welke feiten verdachte heeft bekend te hebben gepleegd. Bij de onderhavige inbraak is daarnaast een ring aangetroffen met hetzelfde ingeslagen nummer als de openhoudring die is aangetroffen in de Waalstraat waar de gestolen goederen van de inbraak van de [aangever 11] door verdachte zijn neergelegd (feit 10). De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de door verdachte aangedragen alternatieve verklaring wordt weersproken door deze feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien. Dit weegt zwaarder nu verdachte pas ruim een jaar na zijn aanhouding op de terechtzitting met een alternatieve verklaring is gekomen en hij geen namen noemt van mogelijke bekenden die dit gereedschap zouden hebben meegenomen, zodat zijn verklaring op geen enkele wijze te verifiëren of controleren is.
Ten aanzien van feit 5 (zaaksdossier 5)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 8 augustus 2011 tussen 3.20 en 3.40 uur heeft verdachte met een mededader[31] ingebroken in [aangever 6], gelegen aan de [e-straat] te Tuitjenhorn. Hij en zijn mededader hebben daartoe een standaard voor een fiets die verankerd zat in een blok beton door een ruit naar binnen gegooid. Vervolgens zijn de daders door de ruit naar binnen gegaan en hebben een kastdeur geforceerd. In het totaal is er ter waarde van € 7.907,56 aan rookwaar, toebehorende aan [aangever 6], meegenomen.[32] Verdachte en zijn mededader droegen tijdens de inbraak bivakmutsen en één van hen droeg een mijnwerkerslamp op zijn hoofd. Ze hadden drie verschillende dekbedhoezen bij zich die met een ring werden opengehouden. Zij gebruikten deze dekbedhoezen om de buit in te doen.[33]
Door een medewerker van [aangever 6] is op 8 augustus 2011 een schroevendraaier en een pakje sigaretten met daarop een bloedspoor aan de politie overhandigd.[34] Het bloedspoor is van verdachte.[35]
Op 10 augustus 2011 om 2.41 uur is er een melding binnengekomen dat een getuige twee mannen met bivakmutsen op in de richting van de Spar in de gemeente Zijpe heeft zien lopen. De mannen reden in een Seat Leon met kenteken [kenteken 4]. De Seat Leon is kort hierop door de politie klemgereden en er zijn twee personen uitgestapt die op de vlucht zijn geslagen, waarbij de bestuurder wist te ontsnappen. De bijrijder is korte tijd later aangehouden en blijkt [betrokkene 2] te zijn.[36] [betrokkene 2] was op dat moment in het bezit van onder andere een bivakmuts en een mijnwerkerslampje.[37]
Voornoemde Seat Leon is tussen 26 juli 2011 en 28 juli 2011 weggenomen te Zoetermeer.[38] Op de Seat Leon zaten valse kentekenplaten. Deze kentekenplaten zijn tussen 29 en 30 juli 2011 weggenomen te Den Haag.[39]
In de Seat Leon zijn onder andere een Belgische Brug, een elektrische schroefboormachine een breekijzer en een zuignap aangetroffen. Achterin de Seat Leon lagen drie vuilniszakringen die gebruikt worden om vuilniszakken open te houden (openhoudringen). Aan elke ring zat een dekbedhoes.[40] De drie in de Seat Leon aangetroffen dekbedhoezen zijn soortgelijk aan de drie dekbedhoezen die zijn gebruikt tijdens de inbraak in [aangever 6] te Tuitjenhorn.[41]
Bewijsoverweging
De rechtbank acht het op grond van voornoemde feiten en omstandigheden bewezen dat verdachte voornoemde inbraak op [aangever 6] tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat verdachte de persoon is die op 10 augustus 2011 voornoemde Seat Leon heeft bestuurd en die nadat hij door de politie was klemgereden wist te ontsnappen.
Ten aanzien van de feiten 8, 9 en 10 (zaaksdossier 7)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de inbraak in de woning aan de [h-straat] te Alkmaar en vervolgens de diefstal van de Volvo V60 met kenteken [kenteken 1] (hierna: Volvo V60) op 31 oktober 2011 (feit 8), de inbraak in de [aangever 10] te Castricum op 1 november 2011 waarbij gebruik is gemaakt van deze gestolen Volvo V60 (feit 9) en de inbraak in de [aangever 11] te Heerhugowaard op 20 december 2011, waar eveneens gebruik is gemaakt van de Volvo V60 (feit 10), op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Op 27 oktober 2011 omstreeks 15.31 uur reed de Peugeot 106 voorzien van kenteken [kenteken 5] waarvan de verdachte regelmatig gebruik maakte[42] (hierna te noemen: de Peugeot 106), over de [i-straat] te Castricum en maakt vervolgens een stop op de Geelvinckstraat tot 15.37 uur. De stop vindt plaats ter hoogte van de kruising met de [i-straat].[43] Om 15.38 uur heeft verdachte telefonisch contact met [medeverdachte 2] en zegt hij dat hij in Castricum is. Verdachte straalt dan de locatie Castricummerwerf te Castricum aan.[44] De [aangever 10] is gelegen aan de [i-straat].[45]
Op 27 oktober 2011 omstreeks 16.12 uur stopt de Peugeot 106 op de Munnikenweg te Alkmaar ongeveer ter hoogte van de Herenweg. Omstreeks 16.37 uur rijdt de auto weer verder over de [h-straat].[46] De Volvo V60 is weggenomen van de [h-straat] te Alkmaar.[47]
Op 27 oktober 2011 om 16.49 uur belt verdachte naar het nummer van [medeverdachte 4] en vraagt waar [medeverdachte 3] is. Verdachte gaat die avond naar [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] toe.[48] Om 19.13 uur belt verdachte wederom naar het nummer van [medeverdachte 4]. Verdachte vraagt of [medeverdachte 3] in de zaak is en zegt dat hij voor de deur staat en er zo aan komt.[49] Op 28 oktober 2011 om 10.00 uur belt verdachte wederom naar het nummer van [medeverdachte 4]. Verdachte vraagt waar [medeverdachte 3] is.[50] Om 14.06 uur belt verdachte nogmaals naar het nummer van [medeverdachte 4] en vraagt waar [medeverdachte 3] is.[51]
Op 29 oktober 2011 omstreeks 11.06 uur rijdt de personenauto van het merk Mercedes met kenteken ]kenteken 6] waarin verdachte ook reed[52] (hierna te noemen: de Mercedes) over de [h-straat] te Alkmaar.[53]
Op 31 oktober 2011 omstreeks 1.55 uur rijdt de Peugeot 106 over de [h-straat] te Alkmaar. Omstreeks 2.21 uur wordt de auto geparkeerd op de [t-straat] te Alkmaar.[54] De [t-straat] is 300 meter verwijderd van de garagebox waar op 20 december 2011 de Volvo V60 is aangetroffen.[55]
Op 31 oktober 2011 om 3.30 uur is ingebroken in een woning aan de [h-straat] te Alkmaar [56]. Er was een ruit uit het kantoor behorende bij de woning genomen. De ruit en de glaslatten lagen in de struiken van de tuin. Via het raam kon in het kantoor worden geklommen en van daaruit kon de entreehal van de woning worden bereikt.[57] Uit de woning zijn onder andere drie autosleutels weggenomen. Vervolgens is ook de personenauto van het merk Volvo, type V60 voorzien van het kenteken [kenteken 1] weggenomen.[58]
Op 31 oktober 2011 om 4.41 uur vertrekt de Peugeot 106 weer vanaf de [t-straat] te Alkmaar.[59]
Op 1 november 2011 omstreeks 1.24 uur wordt de Peugeot 106 geparkeerd op de [u-straat] te Alkmaar.[60]
In de nacht van 1 november 2011 tussen 3.30 en 3.40 uur is ingebroken in de winkel van [aangever 10] gevestigd aan de [i-straat] te Castricum. Half op de weg en half op de drempel van de Geelvinckstraat, een zijstraat van de [i-straat], stond een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf, met draaiende motor. De gehele rechter aluminium pui van de winkel was kapot. Al het glas van deze ramen lag kapot op de grond. De constructie van de gevel was compleet verwoest, de paal was van onderen los en de bovenzijde was vernield samen met het systeemplafond. Uit de winkel zijn 318 stuks sportkleding weggenomen.[61]
Getuige [getuige 1] heeft in de nacht van 1 november omstreeks 3.30 uur vanuit zijn woning twee jongens uit de [aangever 10] zien rennen. Beide jongens waren ongeveer 1.85 meter lang, hadden zwarte bivakmutsen op en droegen een zwarte broek en trui. De twee jongens zijn vier à vijf keer op en neer gerend tussen de [aangever 10] en een zwarte personenauto voorzien van een kenteken dat begon met [deel kenteken 1]. [getuige 1] herkende aan de langgerekte achterlichten dat het mogelijk een Volvo, model station betrof. Vervolgens zijn de twee jongens ingestapt en weggereden.[62]
Op 1 november 2011 omstreeks 3.57 uur rijdt de Peugeot 106 weer weg vanaf de [u-straat] te Alkmaar en rijdt naar de [p-straat] ter hoogte van perceel 49 te Alkmaar. De Peugeot 106 staat daar vervolgens ruim anderhalf uur stil.[63] Perceel 49 is ongeveer ter hoogte van perceel 338 op de [p-straat].[64]
Bij doorzoeking van de winkel van medeverdachte [medeverdachte 3], de [winkel medeverdachte 3] te Alkmaar op 20 december 2011, zijn 229 stukken sportkleding afkomstig van [aangever 10] aangetroffen.[65] Verdachte kent [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] al heel lang.66 [medeverdachte 3] heeft een loods aan de [p-straat] te Alkmaar.[67]
Op 10 november 2011 omstreeks 0.54 uur vertrekt de Mercedes vanaf de omgeving van de [u-straat] te Alkmaar en rijdt naar de [r-straat] in Akersloot. Na enkele minuten rijdt de auto vervolgens met een korte tussenstop in Alkmaar verder68 en arriveert omstreeks 1.16 uur op het Ouderdorperdijkje in Alkmaar waar de auto wordt geparkeerd.69 Om 1.34 uur rijdt een auto met kenteken [kenteken 1] over de Nollenweg in Alkmaar richting Huiswaarderweg in Alkmaar.[70]
Op 10 november 2011 om 2.56 uur wordt een Volvo type V60 voorzien van het kenteken [kenteken 1] geflitst op de Nieuweweg en Langevliet in de richting van Julianadorp komende uit de richting van Den Helder. Om 3.04 uur wordt het voertuig geflitst op de Nieuweweg in de richting van Den Helder, komende uit de richting Julianadorp.[71]
Op 10 november 2011 omstreeks 3.15 uur[72] is ingebroken in de [aangever 17] gelegen aan de [v-straat] te Den Helder. De achterdeur van het pand was opengebroken door het cilinderslot te verwijderden en binnen waren de sloten van twee tussendeuren verwijderd.[73] Op de camerabeelden is te zien dat gebruik werd gemaakt van een vuilniszakring en een zak.[74] Uit de winkel was totaal voor een bedrag van € 5.941,- aan sigaretten weggenomen.[75]
Op 10 november om 3.19 uur wordt een Volvo voorzien van kenteken [kenteken 1] geflitst op de Langevliet in de richting van Julianadorp komende uit de richting van Den Helder.[76]
Op 10 november 2011 omstreeks 4.13 uur vertrekt de Mercedes vanaf het Ouderdorperdijkje te Alkmaar en rijdt dan naar de omgeving van de [u-straat] te Alkmaar.[77]
Op 20 december 2011 omstreeks 4.36 uur heeft verdachte met anderen ingebroken in de winkel genaamd [aangever 11] gelegen aan de [j-straat] te Heerhugowaard.[78] Na de inbraak treft de politie bij de winkel een kleine vrachtwagen (autoambulance) aan met aan de achterzijde een lange metalen paal van enkele meters vastgemaakt. De deur van de nooduitgang van de winkel is geheel verbogen en vernield.[79] Op de camerabeelden die zijn gemaakt van de inbraak is het volgende te zien. Drie voertuigen komen aanrijden, een Hyundai Matrix, met kenteken [kenteken 7] en een donkerkleurige stationwagon, vermoedelijk een Volvo type V60 en een autoambulance. De twee personenauto’s worden geparkeerd en de autoambulance wordt gesitueerd voor de winkel. Aan de achterzijde van de autoambulance steekt een paal uit. Twee personen stappen uit de personenauto’s. Vervolgens worden er spullen klaargelegd.[80] De autoambulance rijdt een aantal keren achteruit tegen de nooddeur van de winkel aan.[81] De drie daders gaan via de geramde gevel de winkel binnen. Verschillende producten van het merk Apple worden in dekbedhoezen met openhoudringen geladen. De daders lopen een aantal keren terug naar de auto’s waar de goederen in worden geladen. Vervolgens stappen de daders in de twee personenauto’s en rijden weg. De autoambulance wordt achtergelaten.[82]
Op 20 december 2011 omstreeks 4.39 komt de Volvo V60 aanrijden over de Amstelstraat te Alkmaar met daarachter een licht blauwe personenauto, type MPV (hierna: MPV). De passagier van de Volvo V60 opent de garagebox en de Volvo V60 wordt vervolgens de garagebox ingereden.
Op 20 december 2011 omstreeks 7.25 uur is de garagebox met nummer 18 gelegen aan de [s-straat] te Alkmaar doorzocht. In de garagebox zijn onder andere de volgende goederen aangetroffen: een Volvo V60 met kenteken [kenteken 8], 3 bivakmutsen, handschoenen, dekbedhoezen met spanringen, inbrekerswerktuig, 10 MacBook’s, 44 iPad’s en 6 iMac’s.[83] De tien MacBook’s en de 6 iMac’s zijn afkomstig van de inbraak bij [aangever 11] op 20 december 2011. Van de 48 iPad’s kan worden vastgesteld dat in ieder geval 44 iPad’s afkomstig zijn van de inbraak bij [aangever 11] op 20 december 2011. [84]
De kentekenplaten met kenteken [kenteken 8] zijn op 18 november 2011 gestolen van een auto te Heerhugowaard.[85] Het originele kenteken dat bij de aangetroffen Volvo V60 behoort, is [kenteken 1].[86] In de Volvo V60 zijn twee zelfgemaakte schakelaars aangebracht waarmee de verlichting achter en de remlichten achter kon worden aan- en uitgezet.[87] Op één van deze schakelkastjes is een DNA-mengprofiel aangetroffen dat mogelijk afkomstig is van verdachte.[88]
Op de handschoenen en één van de mutsen die zijn aangetroffen in de garagebox in de [s-straat] is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van verdachte.[89]
Verdachte heeft bekend dat hij de inbraak op 20 december 2011 (feit 10) heeft gepleegd. Ook heeft hij bekend dat hij de daarbij als ramauto gebruikte auto-ambulance heeft gestolen om hiermee de inbraak te kunnen plegen.[90]
In de Volvo V60 zijn een aantal glasdeeltjes aangetroffen en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Uit dit onderzoek is gebleken dat van vijf onderzochte glasdeeltjes het veel waarschijnlijker is dat dit deeltje afkomstig is van de vernielde ruiten van de [aangever 10] te Castricum dan van een willekeurige andere ruit of glazen voorwerp.[91]
Bewijsoverweging
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak in de woning aan de [h-straat], de diefstal van de Volvo V60 en de inbraak in de [aangever 10] (feiten 8 en 9).
Uit de hierboven opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat de Volvo V60 die verdachte heeft gebruikt bij de inbraak in de [aangever 11], ook is gebruikt bij de inbraak in de [aangever 10]. Getuige [getuige 1] heeft de daders immers weg zien rijden in vermoedelijk een Volvo met als kenteken [deel kenteken 1] en daarnaast zijn in de Volvo V60 glasdeeltjes aangetroffen waarvan het waarschijnlijk is dat deze afkomstig zijn van de van de ruiten van de [aangever 10] dan een willekeurige andere ruit. Voorts blijkt uit deze bewijsmiddelen dat verdachte voorafgaande aan de inbraak op de locatie van de [aangever 10] is geweest.
Korte tijd na de inbraak in de [aangever 10], om 3.57 uur, is de auto die door verdachte werd gebruikt op de [p-straat] geweest. Op de [p-straat] heeft [medeverdachte 3], waarmee verdachte is bevriend, een opslagruimte. In de winkel van [medeverdachte 3] zijn kledingstukken afkomstig van de [aangever 10] aangetroffen. Gelet op al deze omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat is bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de inbraak in de [aangever 10] op 1 november 2011.
De Volvo V60 is op 10 november 2011 kort voor en kort na een inbraak bij de [aangever 17] te Den Helder die midden in de nacht plaatsvond geflitst op de weg naar en afkomstig uit Den Helder. Bij deze inbraak werd gebruik gemaakt van dezelfde specifieke en onderscheidende modus operandi als waar verdachte bij de inbraken in de [aangever 6] en de [aangever 11] gebruik van heeft gemaakt. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte de Volvo V60 op 1 en 10 november 2011 en op 20 december 2011 tot zijn beschikking heeft gehad en dus langer dan de ene dag waarover verdachte heeft verklaard. Dit uitgangspunt wordt versterkt door het feit dat Volvo V60 is geprepareerd met schakelkastjes om de achteruitverlichting aan- en uit te zetten, waarop DNA is aangetroffen dat mogelijk afkomstig is van verdachte.
Gelet op het feit dat verdachte vanaf de dag na de diefstal van de Volvo V60 meermalen de beschikking heeft gehad over de Volvo V60, hij kort voor de inbraak en diefstal van de Volvo V60 op de [h-straat] te Alkmaar is geweest en vaker een auto heeft gestolen enkel met als doel te kunnen inbreken, is de rechtbank alles in onderling verband en samenhang beziend, van oordeel dat is bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de inbraak in de woning aan de Herenweg en de diefstal van de Volvo V60.
Ten aanzien van de feiten 11 en 12 (zaaksdossier 8)
Feit 11
Op 2 juni 2011 om 2.25 uur is ingebroken in het [aangever 12] gelegen aan de [k-straat] te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel.[92] De verbalisanten die naar aanleiding van een melding ter plaatse gingen, kwamen op de [k-straat] een personenauto, een Volkswagen Touran of een Opel Zafira, tegen voorzien van kenteken [kenteken 9]. De verbalisanten hebben hun auto gekeerd en zijn achter de personenauto aangegaan, maar konden deze vanwege de hoge snelheid niet staande houden.[93]
De buitenlamp welke bij de achterdeur van het tankstation hing, was onklaar gemaakt.[94] Verder bleek dat het cilinderslot van de achterdeur was verbroken en een deur in het kantoor van het tankstation is opengebroken. Uit zowel de opslagruimte als de winkel zijn sigaretten en shag weggenomen.[95] Op één van de planken in de opslagruimte werden een breekijzer en een schroevendraaier aangetroffen.96 Op het handvat van de schroevendraaier is DNA afkomstig van verdachte aangetroffen.[97]
Op de camerabeelden die zijn gemaakt van de inbraak is te zien dat twee daders met bivakmutsen en voorzien van zogeheten mijnwerkerslampjes een partij rookwaar uit [aangever 12] meenemen. De daders maken daarbij gebruik van zakken met spanringen.[98]
Feit 12
Op 11 juni 2011 om 3.41 uur is wederom ingebroken in [aangever 12] gelegen aan de [k-straat] te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel. Het cilinderslot van de achterdeur van het tankstation was eruit getrokken waarna de deur gemakkelijk kon worden opengebroken. Er is een grote hoeveelheid rookwaar ter waarde van meer dan € 15.000,- weggenomen. [99]
De verbalisanten die naar aanleiding van een melding ter plaatse gingen, zagen naast het tankstation een grijze personenauto van het merk Volvo voorzien van kenteken [kenteken 10] staan. De kofferbak van de auto stond open. Vervolgens zagen de verbalisanten een persoon in de auto stappen en wegrijden. Vanwege de hoge snelheid van het voertuig hebben de verbalisanten het voertuig uit het oog verloren.[100] Korte tijd later is de auto teruggevonden op de oprit van een woning in Broeksterwald. In de auto lagen een aantal zakken met daarin een grote hoeveelheid sigaretten.[101] Verder werden in de auto onder andere nog een aantal stoffen zakken voorzien van een verstelbare metalen ring, twee breekijzers, een schroevendraaier, een slijpmachine en een aantal kentekenplaten aangetroffen.[102] Het bloedspoor dat aan de binnenzijde van een van de zakken werd aangetroffen, was afkomstig van verdachte.[103]
Het serienummer op de ring die is aangetroffen in de na de inbraak op 11 juni 2011 achtergelaten auto komt overeen met het serienummer van een van de spanringen die is aangetroffen bij een doorzoeking in de garagebox in de [s-straat] te Almaar, die op dat moment in gebruik was bij verdachte.[104]
Bewijsoverweging
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide inbraken in het tankstation. Bij de eerste inbraak is op een schroevendraaier die in het tankstation is achtergelaten DNA van verdachte aangetroffen en bij de tweede inbraak is op de binnenkant van een zak die was achtergelaten in de vluchtauto DNA van verdachte aangetroffen. Voorts werd bij beide inbraken gebruik gemaakt van dezelfde specifieke en onderscheidende modus operandi als waar verdachte ook gebruik van maakte bij de inbraken in de [aangever 6] te Tuitjenhorn op 8 augustus 2011 en [aangever 11] te Heerhugowaard op 20 december 2011.
Verdachte heeft als verklaring voor het aantreffen van zijn DNA verklaard dat de openhoudringen die hij bij de reclassering heeft weggenomen en zijn gereedschap in zijn auto lagen en die door bekenden uit zijn auto kunnen zijn meegenomen. Dit verweer verwerpt de rechtbank met verwijzing naar hetgeen hiervoor bij feit 4 onder het kopje “alternatieve verklaring” is overwogen.
Ten aanzien van feit 15 (zaaksdossier 14)
Op 25 november 2011 rond 3.16 uur is ingebroken in [aangever 15] gelegen aan de [m-straat] te Alkmaar. [aangever 15a] is de eigenaar van deze winkel.[105] Uit de winkel zijn jassen en broeken meegenomen met een totale waarde van € 40.426,30.[106] De voordeur van de winkel is met een voertuig uit de sponning geramd.[107] De daders zijn door deze deur de winkel binnengegaan. Één dader had een witte zak met een ring in zijn handen en de andere dader had een roze/crème-kleurige zak in zijn handen.[108] De daders stopten diverse kledingstukken in de zakken. Één van de daders nam ook kledingstukken in zijn armen en liep daarmee richting de deur.[109] Beide daders hadden een bivakmuts op. De daders zijn twee minuten en dertien seconden in de winkel geweest.[110] Op de vloer in de winkel werden een binnen- en buitenring van een zogeheten vuilniszakhouder aangetroffen.[111] Op de buitenring van de vuilniszakhouder is DNA van verdachte aangetroffen.[112]
Gelet op het gebruik van de specifieke en onderscheidende modus operandi in combinatie met het aantreffen van het DNA van verdachte op de aangetroffen ring, is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen met een ander heeft ingebroken bij de [aangever 15] in Alkmaar.
Verdachte heeft als verklaring voor het aantreffen van zijn DNA verklaard dat de openhoudringen die hij bij de reclassering heeft weggenomen in zijn auto lagen en die door bekenden uit zijn auto kunnen zijn meegenomen. Dit verweer verwerpt de rechtbank met verwijzing naar hetgeen hiervoor bij feit 4 onder het kopje “alternatieve verklaring” is overwogen.
3.5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 3 subsidiair, 4, 5, 8 t/m 12 en 15 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 3
subsidiair
hij in de periode van 12 april 2011 tot en met 20 december 2011 te Alkmaar geluidsboxen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde geluidsboxen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 4
hij op 24 juni 2011 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een ander, uit een tankstation, gelegen aan de [d-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookwaren toebehorende aan [aangever 5], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
feit 5
hij op 8 augustus 2011 te Tuitjenhorn tezamen en in vereniging met een ander uit een winkelpand, gelegen aan de [e-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookwaren toebehorende aan [aangever 6] waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
feit 8
hij op 31 oktober 2011 te Alkmaar, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan de [h-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen autosleutels toebehorende aan [aangever 9], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming,
en
hij vervolgens op 31 oktober 2011 te Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volvo V60; kenteken: [kenteken 1]), toebehorende aan [aangever 9];
feit 9
hij op 1 november 2011 te Castricum tezamen en in vereniging met een ander uit een winkelpand, gelegen aan de [i-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid sportkleding toebehorende aan [aangever 10], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
feit 10
hij op 20 december 2011 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met anderen uit een bedrijfspand, gelegen aan de [j-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid electronica (iPads en andere Apple computers), toebehorende aan [aangever 11], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
feit 11
hij op 2 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel, tezamen en in vereniging met een ander uit een [aangever 12], gelegen aan de [k-straat] 3, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookwaren toebehorende aan [aangever 12], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
feit 12
hij op 11 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel uit een [aangever 12], gelegen aan de [k-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookwaren toebehorende aan [aangever 12] waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 15
hij op 25 november 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander uit een winkelpand, gelegen aan de [m-straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid jassen en broeken toebehorende aan [aangever 15] en/of [aangever 15a], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 3 subsidiair
opzetheling;
ten aanzien van feit 4
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 5
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
ten aanzien van feit 8
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft gebracht door middel van braak en inklimming
en
diefstal;
ten aanzien van feit 9
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 10
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 11
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 12
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 15
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
6.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2 Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van zes maanden schuldig gemaakt aan vier ramkraken in winkels waarbij grote hoeveelheden tabakswaren, (sport)kleding en producten van het merk Apple zijn weggenomen. Deze ramkraken en inbraken vonden telkens midden in de nacht plaats.
De ramkraken verliepen grotendeels volgens een vast patroon. Met een gestolen auto werd op de pui van een winkel in gereden, waarna verdachte al dan niet samen met zijn mededaders(s) in zeer korte tijd de goederen in een zogenaamde openhoudring met daaraan bevestigd een dekbedhoes stopten om vervolgens zo snel mogelijk te vluchten in een andere gestolen auto. In twee gevallen heeft verdachte een auto gestolen met als enkel doel deze te gebruiken voor de ramkraak.
Door het op deze manier uitoefenen van grof geweld is telkens enorme schade ontstaan aan de winkelpanden, terwijl ook de weggenomen goederen een hoge economische waarde vertegenwoordigden. Daarbij is ook de overlast voor de getroffen ondernemers zeer groot geweest. Dergelijke ramkraken zorgen bovendien bij winkeliers voor gevoelens van grote onveiligheid en onmacht. Het is voor hen immers nauwelijks mogelijk zich tegen deze vorm van criminaliteit te beveiligen. Ook in de maatschappij in bredere zin wekken deze brutale ramkraken veel beroering.
Verdachte heeft zich in dezelfde periode schuldig gemaakt aan een drietal inbraken waarbij grote hoeveelheden rookwaren zijn weggenomen. Bij de inbraak in de [aangever 6] te Tuitjenhorn hebben verdachte en zijn mededader de toegang tot het pand verschaft door een blok beton door de ruit van het pand naar binnen te gooien. Bij de inbraken in het [aangever 12] te Ferwert is het cilinderslot verbroken of eruit getrokken waarna de toegang tot het pand kon worden verkregen. Bij twee van deze inbraken werd eveneens gebruik gemaakt van openhoudringen met daaraan dekbedhoezen bevestigd. Bij de inbraak in de [aangever 6] is vast komen te staan dat de daders zijn gevlucht in een gestolen auto.
Ook dit soort inbraken levert grote overlast en schade op voor de gedupeerde ondernemers en zorgt daarnaast voor gevoelens van grote onrust en onveiligheid in de samenleving. Tot slot geldt ook voor de eigenaren van de gestolen auto’s dat zij door het handelen van verdachte en zijn mededaders ernstig zijn gedupeerd.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de heling van een tweetal geluidsboxen met een aanzienlijke waarde. Met de heling van deze goederen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte, blijkens zijn justitiële documentatie, eerder wegens soortgelijke feiten tot een vrijheidsbenemende straf van twaalf jaren is veroordeeld. Deze veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. Dat verdachte, in tegenstelling tot hetgeen de officier van justitie heeft geconcludeerd, van de feiten 1 subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair, 6, 7, 13 primair en subsidiair, 14 primair en subsidiair en 16 wordt vrijgesproken, brengt mee dat de rechtbank tot een aanzienlijk lagere straf komt dan door de officier van justitie is gevorderd.
7. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
7.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank Meppel-Steenwijkerland toe te wijzen tot een bedrag van € 5.361,96, de vordering van de benadeelde partij [aangever 6] toe te wijzen tot een bedrag van € 5.000,- en de vordering van de benadeelde partij [aangever 9] toe te wijzen tot een bedrag van € 913,92. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de benadeelde partijen [aangever 1] en [aangever 11] niet ontvankelijk te verklaren in hun vordering.
7.2 Oordeel van de rechtbank
[betrokkene 4] heeft namens de benadeelde partij [aangever 6] een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit het eigen risico.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot het gevorderde rechtstreeks voortvloeit uit het onder 5 bewezen verklaard feit. De vordering zal derhalve worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 5 bewezen verklaarde handelen aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
[aangever 9] heeft namens de benadeelde partij [aangever 9a] een vordering tot schadevergoeding van € 913,92 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 8 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit de kosten voor het vervangen van de sloten en de sleutels van de poort en het kantoorpand.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot het gevorderde rechtstreeks voortvloeit uit het onder 8 bewezen verklaarde feit. De vordering zal derhalve worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 8 bewezen verklaarde handelen aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
[betrokkene 7] heeft namens de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank Meppel-Steenwijkerland een vordering tot schadevergoeding van € 5.361,96 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
De benadeelde partij [aangever 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
[betrokken 3] heeft namens benadeelde partij [aangever 11] een vordering tot schadevergoeding van € 10.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding vormt, zodat de benadeelde partij niet in haar vordering zal kunnen worden ontvangen. De rechtbank overweegt hiertoe dat geen uittreksel uit de Kamer van Koophandel is verstrekt waaruit blijkt dat [betrokkene 3] gemachtigd is namens [aangever 11] de vordering in te dienen. Aan de benadeelde partij is voorafgaand aan de zitting een brief verstuurd met daarin het verzoek tot het verstrekken van dit uittreksel uit de Kamer van Koophandel, maar daaraan is geen gehoor gegeven. Bovendien is niet duidelijk of de gevorderde schade met de omschrijving “eigen risico verzekering” ziet op de inbraak op 20 december 2011 of op de eerdere inbraak op 2 december 2011. Het belang van de benadeelde partij bij heropening van het onderzoek ter terechtzitting om haar in de gelegenheid te stellen de vordering nader te specificeren en te onderbouwen en een uittreksel van de Kamer van Koophandel toe te voegen, weegt niet op tegen het algemeen maatschappelijke belang bij een adequate afdoening van de zaak en het belang van verdachte bij een tijdige afdoening van zijn strafzaak. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 57, 310, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair, 6, 7, 13 primair en subsidiair, 14 primair en subsidiair en 16 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 3 subsidiair, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12 en 15 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.5. bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde feiten opleveren.
Verklaart deze feiten strafbaar
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) jaren en zes (6) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door [betrokkene 4] namens de benadeelde partij [aangever 6] geleden materiële schade tot een bedrag van € 5.000,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [aangever 6], voornoemd, rekeningnummer [nummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [aangever 6] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door zestig (60) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [aangever 9] geleden materiële schade tot een bedrag van € 913,92 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [aangever 9], voornoemd, rekeningnummer [nummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [aangever 9] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 913,92 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door achttien (18) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partijen Coöperatieve Rabobank Meppel-Steenwijkerland, [aangever 1] en [aangever 11] niet-ontvankelijk in diens vorderingen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.E. Kwak, voorzitter,
mr. E.J. van Keken en mr. S.C.A. van Kuijeren, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.M.A. Richelle,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 maart 2013.
Voetnoten:
[1] De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
[2] Proces-verbaal van doorzoeking [r-straat] Akersloot d.d. 20 december 2011 met als bijlage een lijst van in beslag genomen goederen (ordner 10, blz. 3220-3225).
[3] Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 20 december 2011 met als bijlage een lijst van in beslag genomen goederen (ordner 10, blz. 3199 -3201).
[4] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6117).
[5] Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[6] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6783-6787).
[7] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 6 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7364); proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6814).
[8] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 17 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6815-6816).
[9] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6783-6787); 9 proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 6 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7364); proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6814); proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 17 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6815-6816).
[10] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2013 (ordner 1, blz. 111).
[11] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2013 (ordner 1, blz. 102 en 104).
[12] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2013 (ordner 1, blz. 110).
[13] Verklaring van verdachte afgelegd ter zitting d.d. 4 februari 2013.
[14] Proces verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4871).
[15] Proces verbaal bevindingen d.d. 25 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4876-4877); proces verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4948-4949).
[16] Proces verbaal van bevindingen d.d. 25 juni 2011(zaaksdossier 4, blz. 4876-4877); proces verbaal bevindingen d.d. 29 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4922).
[17] Proces verbaal van aangifte van [betrokkene 5] namens [aangever 5] Nunspeet d.d. 24 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4858 – 4864); proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz 4922-4923 en 4937-4938).
[18] Proces verbaal van bevindingen d.d. 24 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4847-4850).
[19] Proces verbaal van bevindingen d.d. 24 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4897-4898).
[20] Proces verbaal van sporenonderzoek d.d. 27 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4918-4919).
[21] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 5 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4943 – 4947).
[22] Proces verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4922).
[23] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5035); proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2012 (ordner 1, blz. 104 en 111).
[24] Proces verbaal van aangifte van [aangever 18] d.d. 19 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5013).
[25] Proces verbaal van aangifte van [aangever 19] d.d. 20 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5016).
[26] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juni 2011 (zaaksdossier 4, blz. 4906); proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5065).
[27] Proces-verbaal d.d. 29 juni 2011 met als bijlage een aantal sms-berichten (zaaksdossier 4, blz. 4916).
[28] Proces verbaal bevindingen d.d. 4 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5065 – 5066).
[29] Proces verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2011 (zaaksdossier 4, blz. 5067).
[30] Tapgesprek d.d. 27 oktober 2011 om 17.30 uur (zaaksdossier 6, blz. 5655); tapgesprek d.d. 7 november 2011 om 10.23 uur (zaaksdossier 7, blz. 5670); sms-bericht d.d. 17 november 2011 om 16.27 uur (zaaksdossier 7, blz. 6150); tapgesprek d.d. 22 november 2011 om 8.39 uur (zaaksdossier 7, blz. 6161).
[31] Bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[32] Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] d.d. 13 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5167 – 5168).
[33] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2011 met als bijalge een fotomap met toelichting (zaaksdossier 5, blz. 5196 – 5202).
[34] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5173).
[35] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 28 september 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5208).
[36] Proces-verbaal bevindingen d.d. 10 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5265); proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5266-5267).
[37] Proces-verbaal bevindingen d.d. 10 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5273 – 5274).
[38] Proces verbaal van aangifte van [aangever 20] d.d. 28 juli 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5367 – 5368).
[39] Proces verbaal van aangifte van [aangever 21] d.d. 18 oktober 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5386).
[40] Proces verbaal van sporenonderzoek d.d. 11 augustus 2011 (zaaksdossier 5, blz. 5286).
[41] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2011, (zaaksdossier 5, blz. 5193 – 5194). fotomap (zaaksdossier 5, blz. 5196 – 5202).
[42] Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[43] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6202).
[44] Tapgesprek d.d. 27 oktober 2011 om 15.38 uur (zaaksdossier 7, blz. 6122).
[45] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 22] (zaaksdossier 7, blz. 6209-6211).
[46] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6202).
[47] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] d.d. 15 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6195-6198).
[48] Tapgesprek d.d. 27 oktober 2011 om 16.49 uur (zaaksdossier 7, blz. 6123).
[49] Tapgesprek d.d. 27 oktober 2011 om 19.13 uur (zaaksdossier 7, blz. 6124).
[50] Tapgesprek d.d. 27 oktober 2011 om 10.00 uur (zaaksdossier 7, blz. 6125).
[51] Tapgesprek d.d. 28 oktober 2011 om 14.06 uur (zaaksdossier 7, blz. 6127).
[52] Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[53] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6203).
[54] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6203).
[55] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6084).
[56] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] d.d. 15 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6195-6198).
[57] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 31 oktober 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6199-6200).
[58] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] d.d. 15 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6195-6198).
[59] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6203).
[60] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6204).
[61] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 22] (zaaksdossier 7, blz. 6209-6211).
[62] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 2 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6225-6226).
[63] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6204-6205).
[64] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6087).
[65] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6561-6563) met als bijlage inventarisatielijsten (zaaksdossier 7, blz. 6564-6572).
[66] Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[67] Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 20 december 2011 (zaaksdossier 16, blz. 7640).
[68] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6092).
[69] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6265).
[70] Proces-verbaal van bevindingen 5 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6268).
[71] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6093 en 6095).
[72] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6250-6251).
[73] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 17] d.d. 24 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6246-6249).
[74] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6250-6251).
[75] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 17] d.d. 24 november 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6246-6249).
[76] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6094-6095).
[77] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6265).
[78] Verklaring van verdachte afgelegd ter terecht zitting d.d. 4 februari 2013.
[79] Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 3] namens [aangever 11] d.d. 20 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6379-6381); proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6382).
[80] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6394-6397).
[81] Proces-verbaal van aangifte van [berokkene 3] namens [aangever 11] d.d. 20 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6380).
[82] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6398-6403).
[83] Proces-verbaal van relaas d.d. 29 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6119; de kennisgeving van inbeslagneming van 20 december 2011 (ordner 10, blz. 3373-3374); het proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2011 (ordner 10, blz. 3376-3381)
[84] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 februari 2012 met bijlage (zaaksdossier 7, blz. 6462-6466).
[85] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 23] d.d. 9 december 2011 (zaaksdossier 7, blz. 6372-6373).
[86] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 20 februari 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6485).
[87] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6515-6517).
[88] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012 (zaaksdossier 7, blz. 6515); rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 13 februari 2012 (ordner 7, blz. 6518-6527).
[89] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 13 februari 2012 (ordner 7, blz. 6518-6527); rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 13 februari 2012 (ordner 34, blz. 8442-8446).
[90] Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[91] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 2 mei 2011 (ordner 34, blz. 8454-8462).
[92] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 12] d.d. 2 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6770-6771).
[93] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6778).
[94] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 2 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6779).
[95] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 12] d.d. 2 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6770-6771).
[96] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 2 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6779)
[97] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 24 januari 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6790-6795).
[98] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6783-6787).
[99] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 12] d.d. 15 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6796).
[100] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 april 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6813).
[101] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012 (zaaksdossier 8, blz. 6814).
[102] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 17 juni 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6815-6816).
[103] Proces-verbaal vooronderzoek forensische opsporing politie IJsselland van 26 oktober 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6824 en 6828); Rapport Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 november 2011 (zaaksdossier 8, blz. 6831-6836).
[104] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2012 (ordner 1, blz. 102 en 111); verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 4 februari 2013.
[105] Proces-verbaal van aangifte van [aangever 15a] d.d. 25 november 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7358-7359); proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7362).
[106] Een schriftelijk stuk, te weten een brief van aangeefster [aangever 15a] d.d. 10 januari 2012 met als bijlage een inventarisatielijst van de gestolen goederen (zaaksdossier 14, blz. 7360-7361).
[107] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2012 (zaaksdossier 14, blz. 7384).
[108] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7362-7363).
[109] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2012 (zaaksdossier 14, blz. 7384-7386).
[110] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7362-7363).
[111] Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 6 december 2011 (zaaksdossier 14, blz. 7364).
[112] Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 16 januari 2012 (zaaksdossier 14, blz. 7377-7379).