ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ1953

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/3909
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor sloop en nieuwbouw van woningen en kantoor in Haarlem

In deze zaak gaat het om de omgevingsvergunning voor de sloop van een kantoorpand en de bouw van een nieuw gebouw met 91 woningen, 1.500 m² kantoorruimte en een parkeerkelder. De Vereniging van Eigenaars van het gebouw Kinheim in Haarlem heeft beroep ingesteld tegen de afgifte van deze vergunning, die op 26 juni 2012 door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is verleend aan HBB Ontwikkeling B.V. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 15 januari 2013, waarbij de eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A.K. Koornneef, en de verweerder door mr. A.G. Kamphuis, bijgestaan door medewerkers van de gemeente Haarlem.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres in haar beroepschrift en ter zitting geen nieuwe argumenten heeft aangevoerd die de weerlegging van haar zienswijze in het bestreden besluit zouden ondermijnen. De rechtbank heeft uitvoerig ingegaan op de gronden die door de eiseres zijn aangevoerd, waaronder de onzorgvuldige planologische besluitvorming en de gevolgen voor de leefbaarheid en privacy van de omwonenden. De rechtbank concludeert dat de argumenten van de eiseres niet voldoende zijn onderbouwd en dat het beroep ongegrond is.

De rechtbank heeft ook het standpunt van de eiseres dat het bouwplan gedeeltelijk op eigendom van de serviceflat wordt gerealiseerd, verworpen, omdat hiervoor geen nadere onderbouwing is gegeven. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 februari 2013, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/3909
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 februari 2013 in de zaak tussen
Vereniging van Eigenaars gebouw Kinheim, te Haarlem, eiseres
(gemachtigde: mr. A.K. Koornneef),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder
(gemachtigde: mr. A.G. Kamphuis),
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: HBB Ontwikkeling B.V. (HBB) te Heemstede,
(gemachtigde: mr. H.A.H. Stam).
Procesverloop
Bij besluit van 26 juni 2012 (het bestreden besluit), ter inzage gelegd op 6 juli 2012, heeft verweerder aan HBB Ontwikkeling B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het woningbouwproject ‘Het Houthof’, gelegen aan de [adres].
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2013.
Het beroep is gelijktijdig behandeld met het beroep tegen hetzelfde besluit, geregistreerd onder HAA 12/3882, van drs. [namen].
Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door G. Korten, M. Zijlmans, I. Visser en P.T. Koh allen werkzaam bij de gemeente Haarlem.
Derde-partij is vertegenwoordigd door mr. C.M.M. van Mil, bijgestaan door [namen].
Overwegingen
1. De omgevingsvergunning betreft de sloop van het huidige kantoorpand en het bouwen van een gebouw met daarin 91 woningen, 1.500 m² kantoor-zonder-baliefunctie en een (deels halfverdiepte) parkeerkelder. Het bouwplan voorziet in drie woontorens van 39 meter, 47 meter en 33 meter, met elkaar verbonden door tussengebouwen met een hoogte van 21,5 meter. De locatie van het bouwplan is aan de kruising van de Westelijke Randweg en de Wagenweg. De omliggende bebouwing betreft de Kinheim flat, de Elan flat en het Coornhert Lyceum.
2. Het beroep van eiseres richt zich tegen de afgifte van de omgevingsvergunning voor het project Het Houthof.
3. Voor zover het beroepschrift van eiseres een (haast woordelijke) herhaling van de inhoud van de door haar ingediende zienswijze betreft, overweegt de rechtbank dat in de beantwoording van de zienswijze van eiseres, welke onderdeel vormt van het bestreden besluit, uitvoerig is ingegaan op deze gronden. Hierin heeft verweerder onder “2.3 Zienswijze nr. 2” zijn standpunt ingenomen ten aanzien van de wijziging van het bestemmingsplan voorafgaand aan de vergunningverlening, de gestelde onzorgvuldige planologische besluitvorming, de wijze van vaststelling van de Ruimtelijke Randvoorwaarden, de gestelde onzorgvuldige belangenafweging, de opvatting van en toetsing door de Brandweer Kennemerland, de aantasting van privacy, de gestelde brandgevaarlijke situaties, de onbereikbaarheid van Kinheim voor hulpdiensten, de onbereikbaarheid van onderhoudsdiensten, de hangplekken voor jongeren, de schaduwwerking, de nadelige gevolgen van steegvorming aan de achtergevel van Kinheim, de vluchtweg die volgens eiseres te smal is, de afname van bezonning en aantasting van de leefbaarheid door een versteende omgeving, het verminderen van uitzicht vanuit de zijkant van de serviceflat en het ondeugdelijke onderzoek naar de verkeerssituatie.
4. Eiseres heeft in het beroepschrift noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende gronden van haar zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Het beroep is in zoverre ongegrond.
5. Ook het standpunt van eiseres dat het bouwplan voor een gedeelte gebouwd wordt op eigendom van de serviceflat en derhalve niet in overeenstemming is met de eigendomsverhoudingen, kan niet leiden tot gegrondverklaring van het beroep nu nadere onderbouwing van deze stelling ontbreekt.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J. van Brussel, voorzitter, mr. J.M. Janse van Mantgem en mr. S.M. van Velsen, leden, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2013.
griffier
voorzitter
afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.