ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ1900
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.F.H. Lycklama à Nijeholt
- S.M. Christiaan
- G.A. van der Bijl
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne in Nederland via Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 6 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 24 januari 2013 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De verdachte heeft tijdens zijn inverzekeringstelling, bij de rechter-commissaris en ter zitting verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het smokkelen van cocaïne van Curaçao naar Nederland. Hij heeft verklaard dat hij benaderd was om 200 gram cocaïne te smokkelen en dat hij dit deed onder de voorwaarde dat de cocaïne op een zodanige wijze vervoerd zou worden dat het bij controle in Nederland niet ontdekt zou worden. De cocaïne was verstopt in twee aan elkaar genaaide onderbroeken, wat een gebruikelijke modus operandi is voor de smokkel van cocaïne. Na aankomst op Schiphol is de substantie door verbalisanten onderworpen aan een MMC cocaïnetest, die positief was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er geen laboratoriumrapport aanwezig was dat bevestigde dat de substantie cocaïne bevatte, de positieve MMC-test en de overige verklaringen van de verdachte voldoende bewijs vormden voor de bewezenverklaring van de invoer van cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet, en dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne bestemd was voor verdere verspreiding en handel, wat gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de gevangenhouding van de verdachte bevolen, welke bij afzonderlijke beschikking is geminuteerd. De jongste rechter was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf had geëist van drie maanden.