ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ0098
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- W.J. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak met betrekking tot gezamenlijke huishouding
Op 18 januari 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk, dat haar uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) had beëindigd en ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op de veronderstelling dat verzoekster een gezamenlijke huishouding voerde met een persoon, aangeduid als [naam]. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verklaringen van verzoekster en [naam] over hun woonsituatie summier waren en dat er vragen bestonden over de frequentie van hun samenwonen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de gezamenlijke huishouding en dat de dagelijkse aanwezigheid van [naam] bij verzoekster tijdelijk was, in verband met de geboorte van hun kind. Hierdoor werd het besluit van verweerder als onterecht beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 2 november 2012 geschorst, met ingang van 4 januari 2013, tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 944,--, aan de rechtsbijstandverlener van verzoekster, en moest het door verzoekster betaalde griffierecht van € 42,-- worden vergoed. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.