ECLI:NL:RBNHO:2013:9729

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 oktober 2013
Publicatiedatum
21 oktober 2013
Zaaknummer
15/740110-13
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Phishingfraude en witwassen door criminele organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een grootschalige phishingfraude. De verdachte, samen met medeverdachten, heeft gedurende een langere periode rekeninghouders van verschillende banken opgelicht door hen onder valse voorwendselen te bewegen tot het afgeven van inloggegevens en bankinformatie. Deze gegevens werden vervolgens misbruikt om geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers over te maken naar rekeningen van zogenaamde 'moneymules'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een belangrijke rol speelde binnen de criminele organisatie, waarbij zij de telefoongesprekken met de slachtoffers voerde en geldoverboekingen naar de moneymules uitvoerde. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten 1 en 2, maar heeft de feiten 3, 4 en 5 bewezen verklaard, waaronder oplichting, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen, waaronder banken, niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing van de schade.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740110-13
Uitspraakdatum: 21 oktober 2013
Tegenspraak
Promisvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 1, 2 en 7 oktober 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.J. van Bree en van wat verdachte en haar raadsvrouw, mr. K.K. Hansen Löve, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging en nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in de artikelen 313 en 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
zij op of omstreeks 24 december 2012 te Diemen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinpas (ten name van [slachtoffer 1]) en/of een identiteitsbewijs (ten name van [slachtoffer 1]) en/of bankgegevens van die [slachtoffer 1] (internetgegevens en inlogcodes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een pinpas (ten name van [slachtoffer 1]) en/of een identiteitsbewijs (ten name van [slachtoffer 1]) en/of bankgegevens van die [slachtoffer 1] (internetgegevens en inlogcodes), in elk geval van enig goed, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat: - tegen die [slachtoffer 1] is geschreeuwd/gezegd: "Je weet niet met wie je te maken hebt. We zijn van de maffia. We vermoorden je als je niet meewerkt" en/of " En als je naar de politie gaat. Dan pakken we je daarna wel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] had aangegeven niet te willen meewerken) die [slachtoffer 1] bij zijn keel is vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer 1] is dichtgeknepen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] is geschreeuwd/gezegd dat als hij, [slachtoffer 1], niet zou meewerken, hij niet meer in Nederland veilig zou kunnen leven en/of
- tegen die [slachtoffer 1] is geschreeuwd/gezegd dat zij, verdachte en/of haar mededader(s), hem, [slachtoffer 1], zouden vermoorden als hij, [slachtoffer 1], niet zou meewerken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, (waarbij) de mededader(s) van verdachte zijn/hun woorden kracht heeft/hebben bijgezet door een stoel, althans een voorwerp, boven zijn/hun hoofd(en) heeft/hebben gehouden en/of met die stoel, althans met dat voorwerp, een slaande beweging (in de richting van die [slachtoffer 1]) heeft/hebben gemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer 1] is geschreeuwd/gezegd dat hij, [slachtoffer 1], Euro 7.500,- moest gaan opnemen en als hij, [slachtoffer 1], dat niet zou doen, dat zij, verdachte en/of haar mededader(s) hem zouden gaan pakken en/of dat ze hem, [slachtoffer 1], in de gaten zouden houden en dat ze mensen bij de bank kennen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 2
zij op of omstreeks 24 december 2012 te Diemen en/of Badhoevedorp en/of Amsterdam en/of Zwanenburg en/of Hoofddorp, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) zij verdachte en/of een of meer van haar mededader(s) met dat opzet:
- tegen die [slachtoffer 1] gedreigd hem te vermoorden/ geweld aan te doen en/of (daarbij) zijn/hun woorden kracht bijgezet door die [slachtoffer 1] bij zijn keel vast te pakken en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer 1] dicht te knijpen en/of (vervolgens) een stoel, althans een voorwerp, boven zijn/hun hoofd(en) te houden en/of met die stoel, althans met dat voorwerp, een slaande beweging naar die [slachtoffer 1] te maken en/of
- die [slachtoffer 1] plaats laten nemen in een auto en/of met hem rond gereden en/of
- die [slachtoffer 1] naar verschillende bankfilialen en/of bankautomaten (in Badhoevedorp en/of Amsterdam (Osdorp) en/of Zwanenburg en/of Hoofddorp (binnen) laten gaan en/of
- die [slachtoffer 1] de Kijkshop, althans een winkel, (in Hoofddorp) binnen laten gaan en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij zijn bek moest houden en/of dat hij rustig moest blijven, althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- bij al deze handelingen in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] verbleven en/of hem telkens opnieuw in de auto laten plaatsnemen;
Feit 3
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2012 tot en met 13 februari 2013 op verschillende plaatsen in Nederland (waaronder Amsterdam en/of Diemen), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen (rechts)perso(o)n(en) (telkens) heeft/hebben bewogen tot afgifte van:
- het/de serienummer(s) van de digi-pas(sen) en/of inlogapparaten (voor digitaal betalingsverkeer) en/of
- de (signeer)code(s) en/of inloggegevens (behorende bij internetbankieren), van voornoemd(e) (rechts)perso(o)n(en),
in elk geval ter beschikking stellen van gegevens,
en/of
(telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (grote) geldbedragen, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
zich (telkens) voorgedaan als medewerker van de (ABN-AMRO- en/ of Rabo- en/ of ING- en/ of SNS bank) (genaamd [naam]) waardoor (de vertegenwoordigers van) de hierna te noemen (rechts)perso(o)n(en), althans (een) ander(en), (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van voornoemde serienummer(s) en/of (signeer)code(s) en/of inloggegevens, (waarmee) verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) toegang heeft/ hebben verkregen tot de banktegoeden van hierna te noemen (rechts)perso(o)n(en) althans van (een) ander(en), waarna (zonder dat voornoemde rechthebbende(n) hiervan bewust was/waren) (telkens) opdracht werd gegeven tot overboeking van geldbedragen naar de bankrekening(en) van niet rechthebbenden (waaronder [rekeninghouder 1] en/of [slachtoffer 1] en/of [rekeninghouder 2]) immers heeft verdachte en/of haar mededader(s) de (gemachtigde(n) en/of vertegenwoordiger(s) van de) een of meerdere van de volgende (rechts)perso(o)n(en) tot de hiervoor beschreven afgifte van gegevens en/of
geld bewogen:
[zaak 2; 24 december 2012]
[slachtoffer 2] (Alblasserdam) (voor een bedrag van € 17.897,00)
[zaak 3; 13 februari 2013]
[slachtoffer 3] (Harderwijk) (voor een bedrag van € 10.560,90)
[zaak 4; 23 januari 2013]
[slachtoffer 4] (Mill en Sint Hubert) (voor een bedrag van € 24.891,60)
[zaak 5; 4 januari 2013]
[slachtoffer 5] (Drachten) (voor een bedrag van € 11.350)
[zaak 6; 2 januari 2013]
[slachtoffer 6] (Enschede) (voor een bedrag van € 21.576,00)
[zaak 7; 3 december 2012]
[slachtoffer 7] (Maasdriel) (voor een bedrag van € 29.950,00)
[zaak 8; 26 oktober 2012]
[slachtoffer 8] (Aalten) (voor een bedrag van € 8.977,00)
[zaak 9; 30 oktober 2012]
[slachtoffer 9] (Emmeloord) (voor een bedrag van € 9.653,00)
[zaak 10; 12 september 2012]
[slachtoffer 10] (Assen) (voor een bedrag van € 13.000,87)
[zaak 11; 23 april 2012]
[slachtoffer 11] (Woudenberg) (voor een bedrag van € 74.071,92)
[zaak 12; phishing met het nr [telefoonnummer 1] in de periode 21 dec t/m 7 jan 2013]
1. [slachtoffer 12] (Hilversum) (voor een bedrag van € 840,00)
2. [slachtoffer 13] (Poortugaal) (voor een bedrag van € 17.500,00)
3. [slachtoffer 14] (Bloemendaal) (voor een bedrag van € 1.122,00)
4. [slachtoffer 15] (Ede) (voor een bedrag van € 17.996)
5. [slachtoffer 16] (Maastricht) (voor een bedrag van € 14.554,00)
6. - [slachtoffer 17] (Maastricht) (voor een bedrag van € 2.720,00)
- [slachtoffer 18] (Maastricht) (voor een bedrag van € 5.939,06)
7. [slachtoffer 19] (Assen) (voor een bedrag van € 1.100,00)
11. [slachtoffer 20] (Appingedam) (voor een bedrag van € 21.801)
[zaak 13; phishing met het nr [telefoonnummer 2] in de periode 10 jan t/m 13 feb 2013]
1. [slachtoffer 21] (Amsterdam Zuid-Oost) (voor een bedrag van € 3.500,00)
[slachtoffer 22] (Amsterdam) (voor een bedrag van € 7.564,00)
2. [slachtoffer 23] (Duivendrecht) (voor een bedrag van € 42.988)
3. [slachtoffer 24] (Gorinchem) (voor een bedrag van 9.346,81)
4. [slachtoffer 25] (Schoonhoven) (voor een bedrag van € 9.700,00)
5. - [slachtoffer 26] (Rheden) (voor een bedrag van € 5.770,57)
-[slachtoffer 27] (Rheden) (voor een bedrag van € 18.062,89)
6. [slachtoffer 28] (Ede) (voor een bedrag van € 21.966,89)
7. [slachtoffer 29] (Nijmegen) (voor een bedrag van € 25.501,01)
8. [slachtoffer 30] (Hengelo) (voor een bedrag van € 8.539,00)
10. [slachtoffer 31] (Enschede) (voor een bedrag van € 10.226,00)
11. [slachtoffer 32] (IJsselstein) (voor een bedrag van € 9.000,00)
12. [slachtoffer 33] (Maastricht) (voor een bedrag van € 6.090,25)
13. [slachtoffer 34] (Deventer) (voor een bedrag van € 7.200,89)
14. [slachtoffer 35] (Almelo) (voor een bedrag van € 7.012,00)
15. [slachtoffer 36] (Appingedam) (voor een bedrag van € 2.012,00)
[zaak 14; phishing met het nr [telefoonnummer 3] in de periode 17 mei t/m 21 dec 2012]
1. [slachtoffer 37] (Amersfoort) (voor een bedrag van € 9.450,00)
2. [slachtoffer 38] (Den Helder) (voor een bedrag van € 1.680,00)
3. [slachtoffer 39] (Schijndel) (voor een bedrag van € 570,00)
4. [slachtoffer 40] (Goenga) (voor een bedrag van € 7.500,00)
5. [slachtoffer 41] (Rotterdam) (voor een bedrag van
€ 43.900,00)
6. [slachtoffer 42] (Valkenswaard) (voor een bedrag van € 16.490,00)
7. [slachtoffer 43] (Huizen) (voor een bedrag van € 29.000,00)
8. [slachtoffer 44] (Huizen) (voor een bedrag van € 24.855,00)
10. [slachtoffer 45] (Rijsbergen) (voor een bedrag van € 7.600,00)
11. [slachtoffer 46] (Rotterdam) (voor een bedrag van € 8.981,00)
13. [slachtoffer 47] (Leiderdorp) (voor een bedrag van € 8.997,00)
14. [slachtoffer 48] (Berghem) (voor een bedrag van € 6.978,00)
15. [slachtoffer 49] (Castricum) (voor een bedrag van € 9.890,00)
16. [slachtoffer 50] (Goedereede) (voor een bedrag van € 5.460,00)
18. [slachtoffer 51] (Ede) (voor een bedrag van € 12.924,00)
19. [slachtoffer 52] (Best) (voor een bedrag van € 4.200,00)
20. [slachtoffer 53] (Oss) (voor een bedrag van € 11.700,00)
21. [slachtoffer 54] (Berghem) (voor een bedrag van € 8.823,00)
22. - [slachtoffer 55] (Drunen) (voor een bedrag van € 27.765,00)
-[slachtoffer 56] (Drunen) (voor een bedrag van € 14.020,00)
23. [slachtoffer 57] (Drunen) (voor een bedrag van € 8.020,00)
24. [slachtoffer 58] (Geleen) (voor een bedrag van € 9.852,00)
25. [slachtoffer 59] (Sint-Michielsgestel) (voor een bedrag van € 33.000,00)
26. [slachtoffer 60] (Ooij) (voor een bedrag van € 25.000,00)
27. [slachtoffer 61] (Sint Hubert) (voor een bedrag van € 4.125,00)
28. [slachtoffer 62] (Roosendaal) (voor een bedrag van € 8.564,00)
29. [slachtoffer 63] (Andijk) (voor een bedrag van € 7.015,00)
30. [slachtoffer 64] (Zwolle) (voor een bedrag van € 11.231,00)
31. [slachtoffer 65] (Zwolle) (voor een bedrag van € 4.009,00)
32. [slachtoffer 66] (Westerbork) (voor een bedrag van 5.643,00)
33. [slachtoffer 67] (Bergschenhoek) (voor een bedrag van € 6.198,00)
36. - [slachtoffer 68] (Soest) (voor een bedrag van € 7.086,00)
-[slachtoffer 69] (Soest) (voor een bedrag van € 1.098,00)
37. - [slachtoffer 70] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 5.000,00)
-[slachtoffer 70] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 3.590,00)
-[slachtoffer 71] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 3.510,00)
38. [slachtoffer 72] (Assen) (voor een bedrag van € 7.532,00)
39. [slachtoffer 73] (Goes) (voor een bedrag van € 7.256,00)
[zaak 15; phishing met het nr [telefoonnummer 4] in de periode 17 sept t/m 29 okt 2012]
5. [slachtoffer 74] (Kerkwerve) (voor een bedrag van € 10.000,83)
6. - [slachtoffer 75] (Sittard) (voor een bedrag van € 21.987,00)
- [slachtoffer 76] (Sittard) (voor een bedrag van € 3.000,00)
7. [slachtoffer 77] (Berlicum) (voor een bedrag van € 9.314,00)
[zaak 16; phishing met het nr [telefoonnummer 5] in de periode 13 apr t/m 28 apr 2012]
8. [slachtoffer 78] (Beverwijk) (voor een bedrag van € 19.433)
9. [slachtoffer 79] (Eersel) (voor een bedrag van € 3.500,00)
11. [slachtoffer 80] (Alkmaar) (voor een bedrag van € 3.400)
13. [slachtoffer 81] (Hengelo) (voor een bedrag van € 160,00)
15. [slachtoffer 82] (Tzummarum) (voor een bedrag van € 2.997,00)
16. [slachtoffer 83] (Zwolle) (voor een bedrag van € 3.639,00)
17. [slachtoffer 84] (Hazerswoude-Rijndijk) (voor een bedrag van € 16.246,00);
Feit 4
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2012 tot en met 13 februari 2013, te Amsterdam en/of Diemen en/of Hoofddorp en/of Den Helder, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/ hebben zij, verdachte en/of een of meer van haar mededader(s) van een voorwerp, te weten één of meer geldbedrag(en), (telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans heeft zij, verdachte en/of een of meer van haar mededader(s) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten één of meer geldbedrag(en), was of wie van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft/ hebben gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf;
Feit 5
zij in of omstreeks de periode van 13 februari 2012 tot en met 13 februari 2013 te Diemen en/of Alblasserdam en/of Assen en/of Harderwijk en/of Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Amsterdam en/of te Den Helder, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, welke organisatie (al dan niet in wisselende samenstellingen) bestond uit verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n(en), welke misdrijven waren:
[Oplichting]
- het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht
en/of
[(Gewoonte)witwassen]
- het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, plegen van (gewoonte) witwassen als bedoeld in (de) artikel(en) 420bis en/of 420ter en/of 420quater Wetboek van Strafrecht.
2. Voorvragen
Beroep op partiële nietigheid van de dagvaarding (feit 3)
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding partieel nietig moet worden verklaard. In dit verband heeft zij aangevoerd dat zich in het dossier zowel aangiften van de in de tenlastelegging genoemde (vertegenwoordigers van) rekeninghouders als van banken bevinden, waarbij in een aantal gevallen de aangifte van de bank op het onderdeel van het "gephishte" geldbedrag niet overeenkomt met het bedrag zoals vermeld in de aangifte van de individuele rekeninghouder. Het openbaar ministerie is inconsequent geweest door in sommige gevallen uit gaan van de aangifte van de rekeninghouder en de daarin vermelde potentiële schade in de tenlastelegging op te nemen en in andere gevallen uit te gaan van de daadwerkelijk geleden schade. Voorts is in enkele gevallen een onjuist bedrag ten laste gelegd. Hierdoor is de tenlastelegging onbegrijpelijk en dient partiële nietigheid van de dagvaarding te volgen, aldus nog steeds de raadsvrouw.
De rechtbank verwerpt dit betoog nu de dagvaarding een voldoende duidelijke en innerlijk consistente opgave van het onder feit 3 ten laste gelegde bevat en daarmee voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. Daaraan kan niet afdoen dat bepaalde onderdelen van het dossier, in dit geval aangiften, mogelijk onderling tegenstrijdig zijn of dat een enkel ten laste gelegd geldbedrag niet juist is of niet is terug te voeren op de onderliggende aangifte. De beoordeling van de inhoudelijke juistheid van de tenlastelegging behoort niet tot de voorvragen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding ook overigens geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Inleiding
In het onder de naam 12-HM-Dash bekend geworden onderzoek, waarvan de zaken tegen verdachte en twee medeverdachten deel uit maken, gaat het om een vorm van fraude die bekend staat onder de naam "phishing". Bij deze vorm van fraude worden rekeninghouders onder valse voorwendselen bewogen tot afgifte van (inlog)gegevens en/of (signeer)codes die nodig zijn om te kunnen internetbankieren. Vervolgens worden met die gegevens, zonder dat de betreffende rekeninghouder zich daarvan bewust is, gelden van diens bankrekening overgemaakt naar rekeningen van personen die hun rekening, bankpas en pincode, al dan niet bewust en al dan niet vrijwillig, ter beschikking hebben gesteld.
Deze personen worden ook wel katvangers, begunstigden of moneymules genoemd.
Hierna wordt het geld zo snel mogelijk van laatstgenoemde rekeningen opgenomen, via geldautomaten, contante opnames aan de balie van een bankkantoor of via aankopen in winkels.
Het moge duidelijk zijn dat deze vorm van fraude uit de aard der zaak een behoorlijke mate van organisatie vereist. Er worden immers rekeninghouders gebeld door iemand die zich voordoet als bankmedewerker, er zijn rekeningen met bijbehorende passen en pincodes nodig om gelden naar te kunnen overboeken en er zijn mensen nodig die, binnen een zo kort mogelijke termijn na overboeking van gelden naar de rekeningen van deze zogeheten begunstigden, geld opnemen.
4. Bewijs
4.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en tot bewezenverklaring van de onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
4.2. Vrijspraak feit 1 en 2
Evenals de officier van justitie en met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen verdachte onder de feiten 1 en 2 ten laste is gelegd. Verdachte dient derhalve van deze feiten te worden vrijgesproken.
4.3. Partiële vrijspraak feit 3
De officier van justitie heeft ervoor gekozen het onder de inleiding beschreven proces van phishing aan verdachte en de medeverdachten ten laste te leggen als oplichting (artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, hierna Sr) en (gewoonte)witwassen (artikel 420ter Sr), telkens in vereniging gepleegd en deelname aan een criminele organisatie (artikel 140 Sr). Voor een bewezenverklaring van het in artikel 326 Sr omschreven delict oplichting moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de aangewende (bedrieglijke) middelen en de door de dader(s) bewerkstelligde afgifte van een goed of het ter beschikking stellen van gegevens. Dit causale verband ligt besloten in de woorden "bewegen tot". Vereist is dus niet alleen dat het desbetreffende oplichtingsmiddel geëigend is om iemand te bedriegen, maar tevens dat de betrokken persoon ("de opgelichte") door het bedoelde middel daadwerkelijk is misleid. Om te kunnen spreken van "bewegen tot" is voldoende dat zonder de aanwending van het bedrieglijke middel de afgifte van het goed of het ter beschikking stellen van gegevens niet zou zijn gevolgd.
De onder feit 3 aan verdachte ten laste gelegde oplichting zou er volgens de bewoordingen van de tenlastelegging - kort samengevat - in hebben bestaan dat verdachte samen met anderen met behulp van het in de tenlastelegging genoemde oplichtingsmiddel, te weten het zich voordoen - al dan niet onder de naam [naam] - als medewerker van één van de in de tenlastelegging genoemde banken, (vertegenwoordigers van) rekeninghouders heeft bewogen tot de afgifte van bepaalde gegevens horende bij digitaal betalingsverkeer (inloggegevens, (signeer)codes, serienummers) en/of tot de afgifte van geldbedragen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet bewezen worden dat (vertegenwoordigers van) gedupeerde rekeninghouders zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen. Met behulp van het in de tenlastelegging genoemde oplichtingsmiddel zijn immers enkel gegevens (inlog- en/of signeercodes, serienummers e.d.) verkregen waarmee men zich vervolgens via internetbankieren toegang tot de betreffende rekening heeft verschaft. Vervolgens zijn, zonder dat de betreffende rekeninghouders zich daarvan bewust waren, gelden overgemaakt naar rekeningen van zogeheten begunstigden. Het is aldus de bank en niet de (gedupeerde) rekeninghouder die is bewogen tot de afgifte van het geld. Van dat gedeelte van de tenlastelegging zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Voor zover de verdediging heeft betoogd dat verdachte in een groot aantal afzonderlijk ten laste gelegde oplichtingszaken vrijgesproken dient te worden omdat het in die gevallen uiteindelijk niet tot het opnemen van "gephishte" geld is gekomen en er in een enkel geval zelfs geen geld naar de rekening van een zogenaamde begunstigde kon worden overgeboekt waardoor er in al die gevallen dus geen geld in de beschikkingsmacht van onbevoegden is gekomen, zodat er hooguit sprake kan zijn van een poging tot oplichting, overweegt de rechtbank het volgende.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat op het moment dat tengevolge van het in de tenlastelegging opgenomen oplichtingsmiddel bepaalde gegevens zoals inlog- en/of signeercodes en/of serienummers ter beschikking worden gesteld, de oplichting reeds is voltooid. Daarvoor is niet vereist dat met behulp van die gegevens ook gelden zijn overgeboekt naar rekeningen van "begunstigden" en/of dat er gelden daadwerkelijk in de beschikkingsmacht van de verdachte of haar mededaders terecht zijn gekomen. Het dienaangaande gevoerde verweer faalt dan ook.
Wel wordt verdachte vrijgesproken van twee in de tenlastelegging opgenomen aangiften aangezien van die betreffende oplichtingszaken in het ene geval niet is komen vast te staan dat de aangever ([slachtoffer 12], zaaksdossier 12, aangifte 1) codes of nummers heeft afgegeven of ter beschikking gesteld en in het andere geval op grond van de inhoud van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het telefoongesprek met aangever is gevoerd met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] of een ander nummer dat aan verdachte kan worden gelinkt. Van het (mede)plegen van die twee oplichtingszaken wordt verdachte dan ook (partieel) vrijgesproken.
De rechtbank merkt met betrekking tot het onder feit 3 ten laste gelegde nog op dat zij de in die tenlastelegging na iedere aangever opgenomen zinsnede “(voor een bedrag van…)” aldus leest dat daarmee telkens wordt gedoeld op het geldbedrag dat met behulp van de via oplichting verkregen codes van de rekening van de aangever is overgeboekt naar de rekening van een onbevoegde derde.
4.4. Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
In de periode van april 2012 tot en met half februari 2013 doet een groot aantal gedupeerden aangifte van oplichting door middel van het hiervoor reeds omschreven proces van phishing.
Uit de aangiften komt met betrekking tot de oplichtinghandelingen steeds een gelijksoortige modus operandi naar voren. Vertegenwoordigers van allerlei organisaties, zoals onder meer sportverenigingen, bridgeclubs en ouderenbonden, maar soms ook personen in privé worden telefonisch benaderd door een persoon die zich voordoet als een medewerkster van een bankinstelling (vaak onder de naam “[naam]”). Zij doet zich afwisselend voor als medewerkster van de ABN-AMRO Bank, van de Rabobank of van de SNS-Bank dan wel de Regiobank, zijnde een onderdeel van SNS Reaal, afhankelijk van de omstandigheid door welke bank de bankzaken van de betreffende organisatie worden behartigd. In bepaalde gevallen vindt het telefoongesprek plaats nadat eerder een valse bankmail, al dan niet in combinatie met een valse website is verzonden, waarmee wordt geprobeerd bankgegevens op te vragen. Door op de hoogte te zijn van bijvoorbeeld de namen van penningmeesters en/of voorzitters of van bestuurswisselingen die binnen de betreffende organisatie hebben plaatsgevonden, wekt de (quasi) medewerkster bij de beheerders of houders van de rekeningen een betrouwbare indruk. Onder het mom van het leveren van een nieuwe digipas (inlogapparaat voor telebankieren), een nieuwe bankpas of het doorvoeren van een adreswijziging vraagt zij vervolgens aan de beheerders van de rekeningen om codes te genereren en aan haar door te geven, zodat zij de passen en wijzigingen voor hen in orde kan maken. Met deze codes wordt vervolgens via internetbankieren toegang verkregen tot de tegoeden op de spaar- en betaalrekeningen van de betreffende organisaties en/of personen, waarna direct geld van en via deze rekeningen wordt overgeboekt naar bankrekeningen die beschikbaar zijn gesteld door derden, de zogenaamde moneymules. Deze moneymules zijn tevoren benaderd om hun rekening beschikbaar te stellen om daarop de “gephishte” bedragen te ontvangen, waarvoor zij (in de meeste gevallen) een vergoeding ontvangen. Van deze rekeningen wordt het geld direct opgenomen ofwel cash via geldautomaten of contante opnames aan de balie van een bankkantoor ofwel door de aankoop van luxe goederen, zoals horloges of computerapparatuur via betaalautomaten in winkels.
Soms worden bedragen van de rekening van de moneymule doorgeboekt naar rekeningen van andere moneymules, waarna ook dit geld wordt onttrokken aan het girale geldcircuit. [2]
De aanleiding voor het onderzoek naar de hiervoor beschreven feiten was het volgende.
Op 24 december 2012 [3] worden naar aanleiding van een observatie door politieagenten in Hoofddorp vier mannen aangehouden, onder wie een man genaamd [slachtoffer 1]. [4]
Deze [slachtoffer 1] heeft naar zijn zeggen onder dwang zijn bankgegevens ter beschikking gesteld. [5]
Op de rekening van [slachtoffer 1] is een bedrag gestort van € 7.998,-- afkomstig van [slachtoffer 2]te Alblasserdam, namens welke vereniging op 28 december 2012, zoals eerder is vermeld, aangifte is gedaan van phishing van een bedrag ad
€ 17.897,--. Het resterende bedrag ad € 9.899,-- is overgeboekt naar een rekening ten name van [rekeninghouder 1]. Van deze rekening zijn op 24 december 2012 kort na binnenkomst van het gephishte geldbedrag bij de ING Bank en een geldautomaat van deze bank in Den Helder grote bedragen opgenomen respectievelijk gepind en bij de BCC in Den Helder een viertal Ipads aangeschaft, die via een pintransactie van de rekening van [rekeninghouder 1] zijn betaald. [6]
Vastgesteld is dat zowel de penningmeester als de voorzitter van [slachtoffer 2]
op 21 en 24 december 2012 zijn gebeld door het nummer [telefoonnummer 1], dat in gebruik is bij een vrouw die zich voordeed als [naam], medewerkster van de SNS bank. [7] [8] Uit onderzoek naar de contacten van het nummer [telefoonnummer 1] komen diverse telefoonnummers naar voren, waaronder het nummer [telefoonnummer 2] en wordt vastgesteld dat de persoon die zich voordoet als [naam], in werkelijkheid [verdachte] is. [9] Uit het onderzoek naar de onder [verdachte] in beslag genomen telefoons, simkaarten en computer naar aanleiding van haar aanhouding op 13 februari 2013 [10] en de bevindingen daaromtrent komt naar voren dat zij bij het voeren van phishinggesprekken gebruik heeft gemaakt van de volgende vijf telefoonnummers, te weten: [telefoonnummer 2], [telefoonnummer 1], [telefoonnummer 3], [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4]. Daarbij heeft zij zich steeds voorgedaan als [naam] en kreeg zij gegevens over de organisaties of personen die zij belde aangeleverd van een persoon genaamd [voornaam 1]. [11] [12]
Uit de in beslag genomen telefoons in de woning van [medeverdachte 1], zijn verklaring daarover en uit de verklaring van [medeverdachte 2] komt naar voren dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van de nummers [telefoonnummer 6], [telefoonnummer 7], [telefoonnummer 8] en [telefoonnummer 9]. [13]
Onderzoek in de internetgeschiedenis van de laptop van het merk Packard Bell, type Easynote van [medeverdachte 1] [14] laat zien dat er is ingelogd op de site van de SNS bank ten behoeve van internetbankieren. In de laptop is een 35-tal bankrekeningnummers gevonden van rekeningen die bij de SNS bank lopen en waarvan een meerderheid op naam is gesteld van organisaties of personen die aangifte hebben gedaan van phishing en een zestal rekeningnummers op naam staat van personen die als zogenoemde moneymule hebben gefungeerd. [15] Deze rekeninggegevens zijn te relateren aan de aangiften van [slachtoffer 4] (zaak 4), [slachtoffer 5] (zaak 5), [slachtoffer 6] (zaak 6), [slachtoffer 24] (zaak 13-3), [slachtoffer 25] (zaak 13-4), [slachtoffer 26] (zaak 13-5), [slachtoffer 28] (zaak 13-6), [slachtoffer 29] (zaak 13-7), [slachtoffer 30] (zaak 13-8), [slachtoffer 31] (zaak 13-10) en [slachtoffer 32] (zaak 13-11).
In de woning van [medeverdachte 1] is voorts een tablet van het merk Samsung gevonden [16] , waarop een foto is te zien van [verdachte], zittend op de bank in de woning van [medeverdachte 1] met een telefoon in haar hand. Op de foto is een gedeelte van een laptop zichtbaar, gelijkend op de laptop die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen en waarin een dongel is aangebracht die overeenkomt met het model van de dongel die bij [verdachte] is aangetroffen. [17] Uit de bestandsgegevens van de foto valt op te maken dat ongeveer veertien seconden na het nemen van de foto het phishinggesprek met [slachtoffer 17] (zaak 12-6) heeft plaatsgevonden. [18]
[medeverdachte 1] en [verdachte] hebben een relatie met elkaar en [verdachte] bevindt zich regelmatig in de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 1] te Diemen. [19] [20]
Op de printlijsten die zijn opgevraagd met betrekking tot de telefoonnummers die in gebruik zijn bij [verdachte] is te zien dat deze nummers regelmatig de zendmast aan de [adres 2] te Diemen aanstralen. Deze zendmast is gelegen in de buurt van de woning van [medeverdachte 1]. De telefoonnummers in gebruik bij [verdachte] stralen tevens de betreffende zendmast aan op momenten dat er phishinggesprekken worden gevoerd, zoals te zien is bij de aangiften van [slachtoffer 5] (zaak 5), [slachtoffer 6] (zaak 6), [slachtoffer 9] (zaak 9), [slachtoffer 15] (zaak 12-4), [slachtoffer 19] (zaak 12-7), [slachtoffer 36] (zaak 13-15), [slachtoffer 41] (zaak 14-5), [slachtoffer 46] (zaak 14-11), [slachtoffer 47] (zaak 14-13), [slachtoffer 48] (zaak 14-14), [slachtoffer 49] (zaak 14-15), [slachtoffer 50] (zaak 14-16), [slachtoffer 51] (zaak 14-18), [slachtoffer 52] (zaak 14-19), [slachtoffer 68] (zaak 14-36), [slachtoffer 77] (zaak 15-7), [slachtoffer 83] (zaak 16-16). [21]
Tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] op 13 februari 2013 is een Mercedes autosleutel aangetroffen met daaraan een label met het kenteken [kenteken 1]. [22]
Uit de aangifte van [slachtoffer 7] komt naar voren dat het bij hen gephishte geldbedrag is overgeboekt naar een onbekend rekeningnummer, waarbij in de omschrijving [autobedrijf] en het hiervoor genoemde kenteken staat vermeld. [23]
Daarnaast is in de bij [medeverdachte 1] aangetroffen Blackberry onder meer een foto te zien van een bankpas met rekening nummer [rekeningnummer 1] ten name van [rekeninghouder 3]. Deze rekening is gebruikt in de phishingfraude zoals vermeld in de aangifte van de [slachtoffer 41] (zaak 14-5). [24]
Uit onderzoek naar de telefoons die [medeverdachte 1] in gebruik heeft komt naar voren dat met deze telefoons meermalen op en/of na de dag dat een succesvol phishinggesprek plaatsvindt, contact gemaakt wordt met de bij de betreffende phishing betrokken moneymules. Daarnaast zijn er, in de gevallen dat de moneymule zich in de omgeving van Den Helder bevindt, veelvuldige contacten met de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2]. Tevens is te zien, op basis van de zendmasten die worden aangestraald door de telefoons die hij in gebruik heeft, dat de telefoon van [medeverdachte 1], na succesvolle phishinggesprekken in de hierboven genoemde aangiften van [slachtoffer 5] (zaak 5), [slachtoffer 8] (zaak 8), [slachtoffer 9] (zaak 9), [slachtoffer 17] (zaak 12-6), [slachtoffer 28] (zaak 13-6) en [slachtoffer 74] (15-5) zich naar de plek begeeft in de buurt waarvan geld gepind wordt van de rekening waarnaar gelden van de betreffende organisatie of persoon zijn overgeboekt of zich naar de woonplaats van de betreffende moneymule begeeft. [25] In een aantal gevallen is op basis van de zendmastgegevens te zien dat ook het telefoonnummer [telefoonnummer 10] dat door [verdachte] wordt gebruikt, dezelfde route aflegt of zich op de plek bevindt waar het geld wordt gepind. [26] [27]
Naar de onder [medeverdachte 2] in beslag genomen BlackBerry is onderzoek gedaan. Uit de inhoud van gevoerde pinggesprekken tussen hem en [medeverdachte 1] op 11 en 12 december 2012 valt op te maken dat [medeverdachte 2] personen die hun rekening ter beschikking willen stellen (moneymules) in Den Helder klaar heeft staan en dat [medeverdachte 1] al dan niet samen met (een) ander(en) geld aan het overboeken is naar de rekeningen van de betreffende moneymules. [28]
Uit de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen Blackberry wordt in de uitgelezen pinggesprekken in mei 2012 gesproken over rekeningnummers en namen van moneymules. Ook wordt er gesproken over het overzetten van geldbedragen (bijvoorbeeld het ‘gooien van 6k’) en over viswerk. [29]
Ook in de phishingzaak van [slachtoffer 2] komt [medeverdachte 1] in beeld. Eerder genoemde [slachtoffer 1] is naar een bank geweest die in een sigarenwinkel was gevestigd. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat het gaat om de winkel aan de [adres 3] te Zwanenburg. Uit de opgevraagde printlijst van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] dat bij [medeverdachte 1] in gebruik is, blijkt dat deze telefoon in Zwanenburg was op het moment dat [slachtoffer 1] daar ook was. [30]
4.5. Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank is op grond van de hiervoor onder de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen en overweegt daartoe het volgende.
Vastgesteld kan worden dat verdachte en haar mededaders geldbedragen hebben verkregen door het plegen van oplichting. Verdachte en haar mededaders wisten dan ook dat de gelden van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank stelt voorop dat op zichzelf noch de tekst noch de geschiedenis van de totstandkoming van de artikelen 420bis en 420quater van het Wetboek van Strafrecht eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepalingen omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door hemzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens - kort gezegd - witwassen.
Om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen moet de verdachte het voorwerp niet slechts voorhanden hebben gehad, maar haar gedragingen moeten ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte en haar mededaders de herkomst van het geld hebben proberen te verhullen door de gelden door te sluizen naar rekeningen van personen, zogeheten moneymules, die hun rekening daartoe veelal bewust en tegen betaling ter beschikking hebben gesteld en van welke rekeningen vervolgens geldbedragen veelal contant zijn opgenomen. Dit alles gebeurde in een zeer kort tijdbestek van hooguit enkele uren na het overboeken van de geldbedragen. Hierdoor was het voor de banken vaak onmogelijk om een overboeking op tijd te blokkeren of het overgeboekte geld terug te halen en bestond er geen zicht op de geldstromen. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat er sprake is van witwassen. Dat in het onderzoek niet duidelijk is geworden waar het geld is gebleven en de stelling van de verdediging dat evenmin is vastgesteld dat verdachte een luxe uitgavenpatroon heeft gehad, doet daaraan niet af. De rechtbank is tevens van oordeel, gelet op de langere periode van bijna een jaar gedurende welke de hiervoor bedoelde feiten hebben plaatsgevonden en de hoeveelheid witgewassen geld, dat verdachte en haar mededaders van witwassen een gewoonte hebben gemaakt.
Ten aanzien van feit 5
De rechtbank is op grond van de hiervoor onder de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen bewijsmiddelen tevens van oordeel dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie en overweegt daartoe het volgende.
Voor een bewezenverklaring ter zake van deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven èn dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Uit de hiervoor onder 4.4 opgenomen redengevende feiten en omstandigheden volgt dat verdachte gedurende bijna een jaar samen met onder meer medeverdachte [medeverdachte 1] en een persoon genaamd "[voornaam 1]" op grote schaal betrokken is geweest bij phishing activiteiten waarbij steeds gebruik is gemaakt van dezelfde modus operandi. Ook anderen, zoals medeverdachte [medeverdachte 2], waren in de organisatie betrokken als (ronselaar van) moneymules. De door oplichting verkregen gelden werden witgewassen door het doorsluizen naar andere rekeningen en opnemen daarvan. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] vormen naar het oordeel van de rechtbank de kern van deze organisatie. Uit die redengevende feiten en omstandigheden volgt naar het oordeel van de rechtbank bovendien dat het samenwerkingsverband zich kenmerkte door een duidelijke structuur, waarbij in verschillende elkaar opvolgende fasen handelingen moesten worden verricht die de nodige afstemming vergden. Zo moesten er slachtoffers worden geselecteerd en de benodigde informatie worden vergaard teneinde succesvolle phishing-gesprekken te kunnen voeren. Vrijwel tegelijkertijd waren er mensen (zogeheten moneymules) nodig die hun bankrekening, bankpas en bijbehorende pincode beschikbaar stelden om de met de oplichting verkregen gelden zo snel mogelijk na het met een gedupeerde rekeninghouder gevoerde phishing-gesprek te kunnen overboeken en op te nemen, waarna verdachte en haar mededaders de opgenomen gelden weer in handen moesten zien te krijgen. Deze handelwijze vereist een planmatige aanpak, intensieve samenwerking en duidelijke afstemming tussen de daarbij betrokken personen. Dat verdachte mogelijk niet met alle deelnemers van dit samenwerkingsverband bekend is geweest, is geen vereiste voor een bewezenverklaring.
4.6. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 3
zij in de periode van 1 april 2012 tot en met 13 februari 2013 op verschillende plaatsen in Nederland, waaronder Amsterdam en Diemen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid, hierna te noemen (rechts)personen heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
- serienummers van digipassen en/ of inlogapparaten (voor digitaal betalingsverkeer) en/of
- ( signeer)codes en/ of inloggegevens (behorende bij internetbankieren), van voornoemde (rechts)personen,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid, zich voorgedaan als medewerker van de ABN-AMRO- of Rabo- of SNS-bank (genaamd [naam]) waardoor (de vertegenwoordigers van) de hierna te noemen (rechts)personen werden bewogen tot afgifte van voornoemde serienummers en/of (signeer)codes en/of inloggegevens, waarmee verdachte en haar mededader(s) toegang hebben verkregen tot de banktegoeden van hierna te noemen (rechts)personen, waarna zonder dat voornoemde rechthebbenden zich hiervan bewust waren, opdracht werd gegeven tot overboeking van geldbedragen naar de bankrekeningen van niet rechthebbenden (waaronder [rekeninghouder 1] en [slachtoffer 1] en [rekeninghouder 2]),
immers hebben verdachte en haar mededader(s) de (vertegenwoordigers van de) volgende (rechts)personen tot het hiervoor beschreven ter beschikking stellen van gegevens bewogen:
[zaak 2; 24 december 2012]
[slachtoffer 2] (Alblasserdam) (voor een bedrag van € 17.897,00)
[zaak 3; 13 februari 2013]
[slachtoffer 3] (Harderwijk) (voor een bedrag van € 10.560,90)
[zaak 4; 23 januari 2013]
[slachtoffer 4] (voor een bedrag van € 24.791,60)
[zaak 5; 4 januari 2013]
[slachtoffer 5] (voor een bedrag van € 11.350)
[zaak 6; 2 januari 2013]
[slachtoffer 6] (voor een bedrag van € 21.576,00)
[zaak 7; 3 december 2012]
[slachtoffer 7] (Maasdriel) (voor een bedrag van € 29.950,00)
[zaak 8; 26 oktober 2012]
[slachtoffer 8] (Aalten) (voor een bedrag van € 8.977,00)
[zaak 9; 30 oktober 2012]
[slachtoffer 9] (Emmeloord) (voor een bedrag van € 9.653,00)
[zaak 10; 12 september 2012]
[slachtoffer 10] (Assen) (voor een bedrag van € 13.000,87)
[zaak 11; 23 april 2012]
[slachtoffer 11] (Woudenberg) (voor een bedrag van € 74.071,92)
[zaak 12; nummer [telefoonnummer 1] in de periode 21 december t/m 7 januari 2013]
2. [slachtoffer 13] (Poortugaal) (voor een bedrag van € 17.500,00)
3. [slachtoffer 14] (Bloemendaal) (voor een bedrag van € 1.122,00)
4. [slachtoffer 15] (Ede) (voor een bedrag van € 17.996)
5. [slachtoffer 16] (Maastricht) (voor een bedrag van € 14.554,00)
6. - [slachtoffer 17] (Maastricht) (voor een bedrag van € 2.720,00)
- [slachtoffer 85] (Maastricht) (voor een bedrag van € 5.939,06)
7. [slachtoffer 19] (Assen) (voor een bedrag van € 1.100,00)
11. [slachtoffer 20] (Appingedam) (voor een bedrag van € 21.801)
[zaak 13; nummer [telefoonnummer 2] in de periode 10 januari t/m 13 februari 2013]
1. [slachtoffer 21] (Amsterdam Zuid-Oost) (voor een bedrag van € 3.500,00 en voor een bedrag van € 7.564,00)
2. [slachtoffer 23] (Duivendrecht) (voor een bedrag van € 42.988)
3. [slachtoffer 24] (Gorinchem) (voor een bedrag van 9.346,81)
4. [slachtoffer 25] (Schoonhoven) (voor een bedrag van € 9.700,00)
5. - [slachtoffer 26] (Rheden) (voor een bedrag van € 5.770,57)
-[slachtoffer 27] (Rheden) (voor een bedrag van € 18.062,89)
6. [slachtoffer 28] (Ede) (voor een bedrag van € 21.966,89)
7. [slachtoffer 29] (Nijmegen) (voor een bedrag van € 25.501,01)
8. [slachtoffer 30] (Hengelo) (voor een bedrag van € 8.539,00)
10. [slachtoffer 31] (Enschede) (voor een bedrag van € 10.226,00)
11. [slachtoffer 32] (IJsselstein) (voor een bedrag van € 9.000,00)
12. [slachtoffer 33] (Maastricht) (voor een bedrag van € 7.200,89)
13. [slachtoffer 34] (Deventer) (voor een bedrag van € 6.090,25)
14. [slachtoffer 35] (Almelo) (voor een bedrag van € 7.012,00)
15. [slachtoffer 36] (Appingedam) (voor een bedrag van € 2.012,00)
[zaak 14; nummer [telefoonnummer 3] in de periode 17 mei t/m 21 december 2012]
1. [slachtoffer 37] (Amersfoort) (voor een bedrag van € 9.450,00)
2. [slachtoffer 38] (Den Helder) (voor een bedrag van € 1.680,00)
3. [slachtoffer 39] (Schijndel) (voor een bedrag van € 570,00)
4. [slachtoffer 40] (Goenga) (voor een bedrag van € 7.500,00)
5. [slachtoffer 41] (Rotterdam) (voor een bedrag van
€ 43.900,00)
6. [slachtoffer 42] (Valkenswaard) (voor een bedrag van € 16.490,00)
7. [slachtoffer 43] (Huizen) (voor een bedrag van € 25.000,00)
8. [slachtoffer 44] (Huizen) (voor een bedrag van € 24.855,00)
10. [slachtoffer 45] (Rijsbergen) (voor een bedrag van € 7.600,00)
11. [slachtoffer 46] (Rotterdam) (voor een bedrag van € 8.981,00)
13. [slachtoffer 47] (Leiderdorp) (voor een bedrag van € 8.997,00)
14. [slachtoffer 48] (Berghem) (voor een bedrag van € 6.978,00)
15. [slachtoffer 49] (Castricum) (voor een bedrag van € 9.890,00)
16. [slachtoffer 50] (Goedereede) (voor een bedrag van € 5.460,00)
18. [slachtoffer 51] (Ede) (voor een bedrag van € 12.924,00)
19. [slachtoffer 52] (Best) (voor een bedrag van € 4.200,00)
20. [slachtoffer 53] (Oss) (voor een bedrag van € 11.700,00)
21. [slachtoffer 54] (Berghem) (voor een bedrag van € 8.823,00)
22. - [slachtoffer 55] (Drunen) (voor een bedrag van € 27.765,00)
- [slachtoffer 56] (Drunen) (voor een bedrag van € 14.020,00)
23. [slachtoffer 57] (Drunen) (voor een bedrag van € 8.020,00)
24. [slachtoffer 58] (Geleen) (voor een bedrag van € 9.852,00)
25. [slachtoffer 59] (Sint-Michielsgestel) (voor een bedrag van € 33.000,00)
26. [slachtoffer 60] (Ooij) (voor een bedrag van € 25.000,00)
27. [slachtoffer 61] (Sint Hubert) (voor een bedrag van € 4.125,00)
28. [slachtoffer 62] (Roosendaal) (voor een bedrag van € 8.564,00)
29. [slachtoffer 63] (Andijk) (voor een bedrag van € 7.015,00)
30. [slachtoffer 64] (voor een bedrag van € 11.231,00)
31. [slachtoffer 65] (Zwolle) (voor een bedrag van € 4.009,00)
32. [slachtoffer 66] (Westerbork) (voor een bedrag van 5.643,00)
33. [slachtoffer 67] (voor een bedrag van € 6.198,00)
36. - [slachtoffer 68] (Soest) (voor een bedrag van € 7.086,00)
- [slachtoffer 69] (Soest) (voor een bedrag van € 1.098,00)
37. - [slachtoffer 70] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 5.000,00)
- [slachtoffer 70] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 3.590,00)
- [slachtoffer 71] (Lichtenvoorde) (voor een bedrag van € 3.510,00)
38. [slachtoffer 72] (Assen) (voor een bedrag van € 7.532,00)
39. [slachtoffer 73] (Goes) (voor een bedrag van € 7.256,00)
[zaak 15; nummer [telefoonnummer 4] in de periode 17 september t/m 29 oktober 2012]
5. [slachtoffer 74] (Kerkwerve) (voor een bedrag van € 10.000,83)
6. - [slachtoffer 75] (Sittard) (voor een bedrag van € 21.987,00)
- [slachtoffer 76] (Sittard) (voor een bedrag van € 3.000,00)
7. [slachtoffer 77] (Berlicum) (voor een bedrag van € 9.314,00)
[zaak 16; nummer [telefoonnummer 5] in de periode 13 april t/m 28 april 2012]
8. [slachtoffer 78] (Beverwijk) (voor een bedrag van € 19.433)
9. [slachtoffer 79] (Eersel) (voor een bedrag van € 3.500,00)
15. [slachtoffer 82] (Tzummarum) (voor een bedrag van € 2.997,00)
16. [slachtoffer 83] (Zwolle) (voor een bedrag van € 3.639,00)
17. [slachtoffer 84] (Hazerswoude-Rijndijk) (voor een bedrag van € 16.246,00).
Feit 4
zij in de periode van 1 april 2012 tot en met 13 februari 2013 te Amsterdam en Diemen en Hoofddorp en Den Helder, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) telkens van geldbedragen de herkomst verborgen en/of verhuld, terwijl zij en haar mededaders wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit misdrijf;
Feit 5
zij in de periode van 1 april 2012 tot en met 13 februari 2013 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, welke organisatie bestond uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een of meer andere perso(o)n(en), welke misdrijven waren:
- het tezamen en in vereniging met een ander of anderen plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht en
- het tezamen en in vereniging met een ander of anderen plegen van gewoontewitwassen als bedoeld in artikel 420ter Wetboek van Strafrecht.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 3 medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Feit 4 medeplegen van het een gewoonte maken van witwassen
Feit 5 het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van de straf
7.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren, met aftrek van voorarrest.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen, te weten Rabobankgroep, SNS Reaal N.V. en ABN-AMRO Bank N.V. heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde bedragen, inclusief de kosten voor het vaststellen van de schade en inclusief de wettelijke rente, volledig kunnen worden toegewezen, met toepassing van de hoofdelijkheidsclausule en van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de in beslag genomen goederen, te weten een personenauto van het merk Mercedes (kenteken 53-ZB-XP) en een geldbedrag ad € 378,48 heeft de officier van justitie teruggave aan de verdachte gevorderd.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft in het kader van een eventueel aan verdachte op te leggen straf aangevoerd dat de duur van de eventueel onvoorwaardelijk op te leggen vrijheidsstraf zo veel mogelijk beperkt dient te blijven gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder met name de zorg die zij heeft voor haar vier minderjarige kinderen. Daarbij heeft de raadsvrouwe gewezen op de inhoud van de over verdachte opgestelde voorlichtingsrapporten en op haar proceshouding en spijtbetuiging.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met anderen op grote schaal en gedurende een langere periode rekeninghouders van verschillende banken opgelicht door middel van een vorm van fraude die bekend is onder de naam "phishing" en de daarmee verkregen gelden witgewassen.
Door middel van phishing zijn aanzienlijke geldbedragen van een groot aantal – kennelijk op hun kwetsbaarheid en goedgelovigheid geselecteerde – slachtoffers weggesluisd en tijdelijk geparkeerd op rekeningen van begunstigden, met de bedoeling om de gelden direct van die rekening op te nemen, zodat deze niet langer traceerbaar zouden zijn. De rechtbank dicht aan verdachte binnen het samenwerkingsverband, dat door de duurzaamheid en gestructureerde vorm daarvan door de rechtbank als criminele organisatie wordt gekwalificeerd, een belangrijke rol toe, omdat het telkenmale verdachte is geweest die de telefoongesprekken met rekeninghouders heeft gevoerd en zij daarnaast bovendien ook een aantal keren overboekingen naar rekeningen van zogenoemde katvangers of moneymules heeft uitgevoerd. Verdachtes handelen is enkel gericht geweest op geldelijk gewin, zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen. Door deze vorm van fraude wordt het vertrouwen, dat door consumenten moet kunnen worden gesteld in het betalingsverkeer en bankwezen, ernstig ondermijnd. Wanneer dit vertrouwen niet meer aanwezig is, bestaat het risico van een ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer. Daarnaast heeft de handelwijze van verdachte geleid tot financiële schade voor diverse Nederlandse banken. Bovendien is aan de rekeninghouders die slachtoffer van de phishing zijn geworden veel stress en overlast toegebracht.
Bij deze inbreuk op de rechtsorde past een aanzienlijke vrijheidsbenemende straf. Het moet voor verdachte en voor een ieder die overweegt zich te lenen voor het frauduleus opnemen van geld, duidelijk zijn dat anderen door dit soort gedrag op grove wijze worden benadeeld.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 14 februari 2013, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder wegens vermogensmisdrijven tot vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld. De rechtbank weegt tevens in het voordeel van verdachte mee dat zij ter terechtzitting relatief open is geweest over haar handelen en heeft getoond het laakbare daarvan in te zien.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op de over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapporten gedateerd 18 februari 2013 van C. de Groot, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, adviesunit Haarlem en gedateerd 8 april 2013 en 30 augustus 2013 van S. Dijkslag, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, adviesunit Utrecht.
Hieruit blijkt dat verdachte de zorg heeft voor vier minderjarige kinderen en dat zij de neiging heeft om problemen te negeren in plaats van ze aan te pakken. Verdachte heeft zich bereid getoond om haar medewerking te verlenen aan een eventueel toezicht. Geadviseerd wordt haar een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarbij als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod en andere voorwaarden betreffende het gedrag worden geadviseerd.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank, alles afwegende, na te noemen gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank ziet in genoemde reclasseringsrapporten aanleiding een groot gedeelte van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen, onder na te noemen bijzondere voorwaarden. Het voorwaardelijk gedeelte van deze straf strekt er mede toe verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen goederen, te weten:
een geldbedrag ad € 378,40;
een personenauto van het merk Mercedes met kenteken [kenteken 1];
aan verdachte, zijnde de rechthebbende, dienen te worden teruggegeven.
9. Vorderingen benadeelde partijen
Rabobank Groep, SNS Reaal N.V. en ABN-AMRO N.V. hebben als benadeelde partij vorderingen tot schadevergoeding van respectievelijk € 171.415,16, € 248.430,30 en
€ 87.708,44 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg de ten laste gelegde feiten zouden hebben geleden.
De raadsvrouw heeft primair betoogd dat niet is gebleken of degenen die namens Rabobank Groep, SNS Reaal N.V. en ABN-AMRO N.V. vorderingen tot schadevergoeding middels de daartoe aangewezen voegingsformulieren hebben ingediend, daartoe wel gevolmachtigd zijn. Gelet daarop zouden de benadeelde partijen reeds om die reden niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er discrepanties bestaan tussen de op basis van de aangiften geclaimde bedragen en de bedragen en namen van gedupeerde rekeninghouders die in de tenlastelegging staan vermeld. Verder zien de overzichten van de banken met betrekking tot de potentiële en de daadwerkelijk geleden schades niet alleen op zaken die in de tenlastelegging terecht zijn gekomen. Bovendien ontbreekt een onderbouwing van de feitelijk door de banken geleden schade alsmede van de door hen gevorderde onderzoekskosten. Gelet daarop zouden de benadeelde partijen niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen, aldus nog steeds de raadsvrouw.
Met betrekking tot de vordering van de ABN-AMRO N.V. heeft te gelden dat niet is komen vast te staan of degene die de vordering heeft ingediend daartoe gemachtigd was.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft ABN-AMRO N.V., zijnde een professionele partij, voldoende gelegenheid gehad om dit gebrek te herstellen. Dat zij ervoor heeft gekozen niet ter terechtzitting te verschijnen dient in dit verband voor haar rekening en risico te blijven. Reeds om die reden kan ABN-AMRO N.V. niet in haar vordering worden ontvangen.
De rechtbank is met betrekking tot de vorderingen van de Rabobank Groep en SNS Reaal N.V. van oordeel dat op grond van de inhoud van de ter terechtzitting van 2 oktober 2013 overgelegde faxberichten gedateerd 2 oktober 2013 van het bedrijfshoofd Veiligheidszaken van SNS Reaal en de directeur Toezicht van de Rabobank Nederland voldoende is vast komen te staan dat hun vertegenwoordigers gemachtigd waren om deze in te dienen.
Niettemin zullen ook deze vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard in verband met het navolgende. Zowel de Rabobank Groep als SNS Reaal hebben met betrekking tot de onderbouwing van het gevorderde bedrag volstaan met een verwijzing naar de door hen gedane aangifte en de daarbij gevoegde grote hoeveelheid bescheiden (SNS Reaal) of een enkel overzicht (Rabobank Groep). Een duidelijke opstelling of specificatie van de schadeposten die tot het gevorderde totaalbedrag hebben geleid ontbreekt, terwijl in de overgelegde bescheiden en overzichten ook schadebedragen staan vermeld die geen relatie met de ten laste gelegde oplichtingszaken hebben. Ook de hoogte van de gevorderde onderzoekskosten is niet voorzien van enige onderbouwing.
De mede hierdoor ontstane complexiteit van het vaststellen van de hoogte van de daadwerkelijk geleden schade maakt dat de behandeling van de vorderingen van de Rabobank Groep, SNS Reaal N.V. en de ABN-AMRO N.V. een onevenredige belasting voor het strafproces vormt.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partijen Rabobank Groep en SNS Reaal N.V. niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 140, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
11. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 en 2 is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder de feiten 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor onder 4.6 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt haar daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 4.6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TWEEËNDERTIG (32) MAANDEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zestien (16) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt, en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland haar geeft en zich aldaar zal melden zo frequent als Reclassering Nederland dit nodig acht.
aan Reclassering Nederland openheid van zaken geeft betreffende haar financiën en zich laat ondersteunen bij het realiseren van afbetalingsregelingen met het oog op schuldhulpverlening.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partij Rabobank Groep niet-ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij SNS Reaal N.V. niet-ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij ABN-AMRO N.V. niet-ontvankelijk in de vordering.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
een geldbedrag van € 378,40;
een personenauto van het merk Mercedes met kenteken [kenteken 1].
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Hoendervoogt, voorzitter,
mr. A.C. Haverkate en mr. D. Gruijters, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 oktober 2013.
Mr. A.C. Haverkate is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage (voetnoot 2):
Het proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 2] te Alblasserdam d.d. 28 december 2012, dossierpagina 11 tot en met 14, inclusief bijlagen dossierpagina 15 tot en met 18, zaaksdossier 2;
het proces-verbaal bevindingen d.d. 11 mei 2013, dossierpagina 010 tot en met 014, zaaksdossier 3;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] te Harderwijk d.d. 14 februari 2013, dossierpagina 016 tot en met 018, zaaksdossier 3;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] (Mill en Sint Hubert) d.d. 25 januari 2013, dossierpagina 004 tot en met 006, zaaksdossier 4;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] te Drachten d.d. 8 januari 2013, dossierpagina 005 tot en met 007, zaaksdossier 5;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] (Enschede) d.d. 11 januari 2013, dossierpagina 005 tot en met 008, zaaksdossier 6;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] (te Maasdriel) d.d. 4 december 2012, dossierpagina 005 tot en met 006, zaaksdossier 7;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 8] te Aalten d.d. 29 oktober 2012, dossierpagina 005 tot en met 007, zaaksdossier 8;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 9] te Emmeloord d.d. 31 oktober 2012, dossierpagina 009 tot en met 012, zaaksdossier 9;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 10] te Assen d.d. 14 september 2012, dossierpagina 005 tot en met 007, zaaksdossier 10;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 11] te Woudenberg d.d. 23 april 2012, dossierpagina 004 tot en met 007, inclusief bijlagen dossierpagina 008 tot en met 011, zaaksdossier 11;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 13] (Poortugaal) d.d. 28 december 2012, dossierpagina 012 tot en met 014, inclusief bijlage dossierpagina 016 tot en met 017, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 14] d.d. 4 januari 2013, dossierpagina 018 tot en met 019, inclusief bijlagen dossierpagina 020 tot en met 023, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 15]te Ede d.d. 29 december 2012, dossierpagina 031 tot en met 033, inclusief bijlagen dossierpagina 034 tot en met 036, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 16] te Maastricht d.d. 28 december 2012, dossierpagina 062 tot en met 064, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 17] te Maastricht d.d. 30 december 2012, dossierpagina 065 tot en met 066, inclusief bijlagen dossierpagina 067 tot en met 070, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 19] te Assen d.d. 10 januari 2013, dossierpagina 072 tot en met 074, inclusief bijlage dossierpagina 075, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 20] te Appingedam d.d. 9 januari 2013, dossierpagina 099 tot en met 101, inclusief bijlagen dossierpagina 102 tot en met 107, zaaksdossier 12;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 21] en omstreken d.d. 15 januari 2013, dossierpagina 007 tot en met 015, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 23] te Duivendrecht d.d. 12 januari 2013, dossierpagina 017 tot en met 019 inclusief bijlagen dossierpagina 020 tot en met 021, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 24] d.d. 12 januari 2013, dossierpagina 030 tot en met 031, inclusief bijlagen dossierpagina 032 tot en met 033, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 25] te Schoonhoven d.d. 17 januari 2013, dossierpagina 034 tot en met 036, inclusief bijlagen dossierpagina 037 tot en met 039, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 27]/ [slachtoffer 26] (Rheden) d.d. 16 januari 2013, dossierpagina 043 tot en met 046, inclusief bijlagen 047 tot en met 051, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 28] te Ede d.d. 21 februari 2013, dossierpagina 070 tot en met 073, inclusief bijlagen dossierpagina 074 tot en met 081, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte namens [slachtoffer 29] d.d. 22 januari 2013, dossierpagina 084 tot en met 086, inclusief bijlagen dossierpagina 087 tot en met 092, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 30] te Hengelo d.d. 25 januari 2013, dossierpagina 101 tot en met 103, inclusief bijlagen dossierpagina 104 tot en met 108, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 31] te Enschede d.d. 30 januari 2013, dossierpagina 120 tot en met 122, inclusief bijlagen dossierpagina 123 tot en met 124, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 32] te IJsselstein d.d. 31 januari 2013, dossierpagina 127 tot en met 129, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 33] te Maastricht d.d. 1 februari 2013, dossierpagina 130 tot en met 132, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 34] te Deventer d.d. 13 februari 2013, dossierpagina 137 tot en met 141, inclusief bijlagen dossierpagina 142 tot en met 145, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 35] te Almelo d.d. 11 februari 2013, dossierpagina 146 tot en met 147, inclusief bijlagen dossierpagina 148 tot en met 150, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 36] te Appingedam d.d. 11 februari 2013, dossierpagina 151 tot en met 153, inclusief bijlagen dossierpagina 154 tot en met 155, zaaksdossier 13;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 37] te Amersfoort d.d. 1 juni 2012, dossierpagina 3 tot en met 5, inclusief bijlagen dossierpagina 6 tot en met 13, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 38] te Den Helder d.d. 27 mei 2012, dossierpagina 14 tot en met 16, inclusief bijlagen dossierpagina 17 tot en met 19, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 39] te Schijndel d.d. 14 juni 2012, dossierpagina 20 tot en met 21, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 40] te Goenga d.d. 15 juni 2012, dossierpagina 22 tot en met 24, inclusief bijlagen dossierpagina 26 tot en met 28, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 41] te Rotterdam d.d. 21 juli 2012, dossierpagina 51 tot en met 53, inclusief bijlagen dossierpagina 54 tot en met 57, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 42] te Valkenswaard d.d. 14 september 2012, dossierpagina 58 tot en met 59, inclusief bijlagen dossierpagina 60 tot en met 75, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 43] te Huizen d.d. 13 september 2012, dossierpagina 76 tot en met 78, inclusief bijlagen dossierpagina 79 tot en met 84, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 44] te Huizen d.d. 8 oktober 2012, dossierpagina 85 tot en met 88, inclusief bijlagen dossierpagina 89 tot en met 93, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 45] te Rijsbergen d.d. 25 oktober 2012, dossierpagina 101 tot en met 102 inclusief bijlagen dossierpagina 103 tot en met 104, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 46] te Rotterdam d.d. 2 november 2012, dossierpagina 105 tot en met 107, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 47] te Leiderdorp d.d. 2 november 2012, dossierpagina 116 tot en met 118, inclusief bijlagen dossierpagina 119 t/m 121, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 48] te Berghem d.d. 29 oktober 2012, dossierpagina 130 tot en met 132, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 49] te Castricum d.d. 6 november 2012, dossierpagina 133 tot en met 135, inclusief bijlagen dossierpagina 136 tot en met 137, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 50] te Goedereede d.d. 5 november 2012, dossierpagina 138 tot en met 140, inclusief bijlagen dossierpagina 141 tot en met 144, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 51] te Ede d.d. 8 november 2012, dossierpagina 147 tot en met 149, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 52] te Best d.d. 8 november 2012, dossierpagina 155 tot en met 157, inclusief bijlagen dossierpagina 158 tot en met 159, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 53] te Oss d.d. 9 november 2012, dossierpagina 160 tot en met 162, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 54] te Berghem d.d. 21 november 2012, dossierpagina 160 tot en met 162, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 56] te Drunen d.d. 26 november 2012, dossierpagina 170 tot en met 171, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 57] te Drunen d.d. 26 november 2012, dossierpagina 172 tot en met 173, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 58] te Geleen d.d. 4 december 2012, dossierpagina 174 tot en met 176, inclusief bijlagen 177 tot en met 178, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 59] Sint-Michielsgestel d.d. 5 december 2012, dossierpagina 179 tot en met 180, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 60] te Ooij d.d. 7 december 2012, dossierpagina 179 tot en met 180, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 61] te Sint Hubert d.d. 12 december 2012, dossierpagina 187 tot en met 191, inclusief bijlagen 192 tot en met 194, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal vordering verstrekking historische gegevens, dossierpagina 198 tot en met 199, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 63] te Andijk d.d. 17 december 2012, dossierpagina 208 tot en met 210, inclusief bijlagen 211 tot en met 213, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 64] Nieuwerkerk aan den IJssel d.d. 18 december 2012, dossierpagina 214 tot en met 216, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 65] te Zwolle d.d. 18 december 2012, dossierpagina 219 tot en met 221, inclusief bijlagen dossierpagina 222 tot en met 223, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 66] te Westerbork d.d. 17 december 2012, dossierpagina 228 tot en met 229, inclusief bijlage dossierpagina 230, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 67] d.d. 18 december 2012, dossierpagina 233 tot en met 235, inclusief bijlagen dossierpagina 236 tot en met 237, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 68] te Soest d.d. 21 december 2012, dossierpagina 243 tot en met 246, inclusief bijlagen dossierpagina 247 tot en met 248, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 70] te Lichtenvoorde d.d. 18 juli 2012, dossierpagina 251 tot en met 255, inclusief bijlagen dossierpagina 256 tot en met 268, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 72] te Assen d.d. 14 november 2012, dossierpagina 269 tot en met 271, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 73] te Goes d.d. 7 december 2012, dossierpagina 277 tot en met 279,inclusief bijlagen dossierpagina 280 tot en met 282, zaaksdossier 14;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 74] te Kerkwerve d.d. 19 september 2012, dossierpagina 020 tot en met 021, inclusief bijlagen dossierpagina 022 tot en met 024, zaaksdossier 15;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 76] te Sittard d.d. 6 oktober 2012, dossierpagina 025 tot en met 027, inclusief bijlagen dossierpagina 028 tot en met 029, zaaksdossier 15;
het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 76] d.d. 16 oktober 2012, dossierpagina 084 tot en met 086, inclusief bijlage dossierpagina 087, zaaksdossier 15;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 77] te Berlicum d.d. 30 oktober 2012, dossierpagina 129 tot en met 130, zaaksdossier 15;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 78] te Beverwijk d.d. 16 april 2012, dossierpagina 2 tot en met 4, inclusief bijlage dossierpagina 5, zaaksdossier 16;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 79] te Eersel d.d. 21 april 2012, dossierpagina 6 tot en met 7, zaaksdossier 16;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 82] te Hengelo d.d. 26 april 2012, dossierpagina 40 tot en met 42, inclusief bijlage dossierpagina 43, zaaksdossier 16;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 83] te Zwolle d.d. 26 april 2012, dossierpagina 44 tot en met 45, zaaksdossier 16;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 84] te Hazerswoude-Rijndijk d.d. 28 april 2012, dossierpagina 47 tot en met 49, inclusief bijlagen dossierpagina 50 tot en met 52, zaaksdossier 16.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Vanwege de omvang van het aantal aangiften is ervoor gekozen deze bewijsmiddelen op te nemen in een aparte bijlage die aan dit vonnis is gehecht.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 december 2012, dossierpagina 14 tot en met 17, zaaksdossier 1.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 december 2012, dossierpagina 18 tot en met 19, zaaksdossier 1.
5.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 december 2012, dossierpagina 33 tot en met 38, zaaksdossier 1.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2012, dossierpagina 23 tot en met 30, inclusief bijlagen dossierpagina 31 tot en met 33, zaaksdossier 2 en schriftelijke bescheiden, zijnde twee bankafschriften en een transactiebewijs van de ING-Bank, dossierpagina's 43-45, zaaksdossier 2.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2013, dossierpagina 19 tot en met 21, zaaksdossier 2.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 december 2013, dossierpagina 22, zaaksdossier 2.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 februari 20013, dossierpagina 100 tot en met 103, zaaksdossier 1.
10.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2013, dossierpagina 200 tot en met 201, inclusief bijlagen dossierpagina 202 tot en met 206, persoonsdossier.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. d.d. 27 augustus 2013, dossierpagina 43 tot en met 45, aanvullend hoofd proces-verbaal.
12.De verklaring van verdachte [verdachte] afgelegd ter terechtzitting op 1 oktober 2013.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. d.d. 27 augustus 2013, dossierpagina 43 tot en met 45, aanvullend hoofd proces-verbaal en het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 18 april 2013, persoonsdossier dossierpagina 358.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 14 februari 2013, persoonsdossier pagina 280.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2013, dossierpagina 208 tot en met 209, inclusief bijlagen dossierpagina 210 tot en met 219, hoofd proces-verbaal.
16.Een proces-verbaal van doorzoeking d.d. 21 februari 2013, dossierpagina 263 tot en met 264, inclusief bijlagen, dossierpagina 265 tot en met 269, persoonsdossier.
17.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2013, dossierpagina 200 tot en met 201, inclusief bijlagen dossierpagina 202 tot en met 206, persoonsdossier.
18.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2013, dossierpagina 220 tot en met 225, hoofd proces-verbaal.
19.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 14 februari 2013, dossierpagina 212 tot en met 214, persoonsdossier.
20.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 14 februari 2013, dossierpagina 278 tot en met 283 (zie pagina 279), persoonsdossier.
21.Het proces-verbaal bevindingen zaak 5 d.d. 12 mei 2013, dossierpagina 2 tot en met 4, zaaksdossier 5; het proces-verbaal bevindingen zaak 6 d.d. 12 mei 2013, dossierpagina 2 tot en met 4, zaaksdossier 6; het proces-verbaal bevindingen zaak 9 d.d. 12 mei 2013, dossierpagina 2 tot en met 4, zaaksdossier 9; het proces-verbaal bevindingen zaak 12, dossierpagina 1a tot en met 1g, zaaksdossier 12; het proces-verbaal bevindingen zaak 13, dossierpagina 1a tot en met 1j, zaaksdossier 13; het proces-verbaal bevindingen zaak 14, dossierpagina 1a tot en met 1w, zaaksdossier 14; het proces-verbaal bevindingen zaak 15, dossierpagina 1 tot en met 5, zaaksdossier 15; het proces-verbaal bevindingen zaak 16, dossierpagina 1a tot en met 1f, zaaksdossier 16.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2013, dossierpagina 007 tot en met 015, zaaksdossier 7.
23.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] (te Maasdriel) d.d. 4 december 2012, dossierpagina 005 tot en met 006, zaaksdossier 7.
24.Het proces-verbaal bevindingen d.d.7 augustus 2013, dossierpagina 60 tot en met 65, aanvullend hoofd proces-verbaal.
25.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2013, dossierpagina 98 tot en met 99, inclusief bijlagen 100 tot en met 103, aanvullend hoofd proces-verbaal;
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2013, dossierpagina 098 tot en met 099, inclusief bijlagen 100 tot en met 103, aanvullend hoofd proces-verbaal.
27.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 augustus 2013 dossierpagina 154 tot en met 160, aanvullend hoofd proces-verbaal.
28.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2013, aanvullend proces-verbaal nummer 201213893 (23 pagina’s).
29.Het proces-verbaal van bevindingden2 september 2013, dossierpagina 396 tot en met 413, aanvullend hoofd proces-verbaal.
30.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2013, dossierpagina 58 tot en met 60, zaaksdossier 1