ECLI:NL:RBNHO:2013:9518

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 mei 2013
Publicatiedatum
16 oktober 2013
Zaaknummer
15/741296-11
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie met Bulgaarse slachtoffers

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 mei 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De verdachte, een Bulgaarse vrouw, heeft samen met medeverdachten een criminele organisatie gevormd die zich richtte op het werven en uitbuiten van Bulgaarse vrouwen in de prostitutie in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar mededaders de slachtoffers in een kwetsbare positie hebben misleid door hen valse beloften te doen over de omstandigheden waaronder zij in Nederland zouden werken. De vrouwen werden gedwongen om in de prostitutie te blijven werken, waarbij zij onder constante controle stonden en hun verdiensten grotendeels moesten afstaan aan de verdachte en haar medeverdachten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor meerdere feiten van mensenhandel, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die de slachtoffers van de mensenhandel zijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/741296-11
Uitspraakdatum: 31 mei 2013
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 12 oktober 2012, 16 en 17 mei 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Bulgarije),
thans gedetineerd in P.I. Utrecht, locatie Nieuwersluis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. E. Visser en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E. Gorsselink, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, tenlaste gelegd dat:
Feit 1:
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2011 tot en met 24 april 2012 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Haarlem en/of te Utrecht en/of te Eindhoven en/of elders in Nederland, en/of in Bulgarije,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1]
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeidend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273 f lid 1 sub 4),
en/of
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
4) (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
met betrekking tot die [slachtoffer 1] in voornoemde periode:
- terwijl die [slachtoffer 1] zich (in Bulgarije) in een zwakke economische en/of financiële bevond en/of niet bekend was met de wijze en/of de omstandigheden waaronder er in Nederland (zelfstandig) in de prostitutie gewerkt kan worden en/of de Nederlandse en/of Engelse taal niet of nauwelijks machtig was -
(in Bulgarije)
* die [slachtoffer 1] voorgehouden dat er in Nederland 1000 Euro per dag, althans veel geld, in de prostitutie kan worden verdiend en/of dat het in de prostitutie verdiende geld geheel, althans grotendeels, voor die [slachtoffer 1] zou zijn, en/of
* die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij in Nederland Nederlandse les zou/kon krijgen, en/of
* voor die [slachtoffer 1] de benodigde documenten betaald welke noodzakelijk waren om (als prostituee) naar Nederland te gaan, en/of
* die [slachtoffer 1], per auto, naar Nederland gebracht, en/of
(in Nederland)
* die [slachtoffer 1] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en/of dagen achter elkaar te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 1] bepaald welke handelingen zij diende te verrichten en/of welk tarief en/of welke werktijden zij diende te hanteren,
* die [slachtoffer 1] begeleid naar de Kamer van Koophandel en/of de gemeente Velsen en/of andere instanties en/of (aldus) geregeld dat [slachtoffer 1] voldeed aan de (wettelijke) voorwaarden om in Nederland als prostituee te kunnen werken,
* een woonadres voor die [slachtoffer 1] geregeld of laten regelen,
* die [slachtoffer 1] niet laten beschikken over haar eigen telefoon,
* (een) telefoon(s) en/of (een) telefoonnummer(s) en/of (een) simkaart(en) voor die [slachtoffer 1] geregeld en/of laten regelen,
* de werkplek(ken)/locaties bepaald voor die [slachtoffer 1],
* die [slachtoffer 1] van/naar haar werkplek(ken) gebracht en/of opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen,
* die [slachtoffer 1] (nagenoeg) voortdurend onder controle en/of toezicht gehouden en/of doen geloven dat ze (nagenoeg) voortdurend onder controle en/of toezicht werd gehouden,
* die [slachtoffer 1] niet (steeds) laten beschikken over haar paspoort,
* die [slachtoffer 1] (vrijwel) dagelijks, in elk geval regelmatig, verantwoording af laten leggen over het aantal prostitutieklanten waarmee die [slachtoffer 1] seksuele handelingen tegen betaling had verricht en/of over de door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geldbedragen,
* die [slachtoffer 1] verteld dat zij verantwoordelijk werd gehouden voor schade aan een auto en daardoor een schuld had bij verdachte en/of haar mededader(s) van 15.000 euro, althans een (zeer) groot geldbedrag,
* haar (ter aflossing van die schuld en voor de kosten van haar levensonderhoud) al het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld, althans een (zeer) groot deel van dat geld, afgenomen en/of laten afnemen, in elk geval in ontvangst genomen en/of laten nemen,
* (nadat de voornoemde schuld was afgelost, althans nadat die [slachtoffer 1] niet langer hiervoor verantwoordelijk werd gehouden) die [slachtoffer 1] de helft, in elk geval een groot/aanzienlijk gedeelte van het door haar in de prostitutie verdiende geld afgenomen en/of laten afnemen, in elk geval in ontvangst genomen en/of laten nemen,
* (daarnaast) die [slachtoffer 1] kosten in rekening gebracht of laten brengen en/of kosten laten betalen voor (onder andere) de huur van de woning waarin die [slachtoffer 1] verbleef en/of chauffeurskosten en/of benzinekosten en/of de huur van de werkplek(ken) van die [slachtoffer 1],
* die [slachtoffer 1] gedwongen en/of bewogen om seksuele handelingen te verrichten en/of te dulden van en/of met één of meer van haar, verdachtes, mededader(s),
* die [slachtoffer 1] angst heeft ingeboezemd en/of
aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreeerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of haar mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer 1], en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) over die [slachtoffer 1] had(den);
Feit 2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 mei 2008 tot en met 1 oktober 2008 te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of te Bulgarije,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 2]
(telkens) met één of meer van van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeidend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273 f lid 1 sub 4),
en/of
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
4) (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s);
- terwijl die [slachtoffer 2] zich (in Bulgarije) in een zwakke economische en/of financiële en/of sociale positie bevond en/of niet bekend was met de wijze en/of de omstandigheden waaronder er in Nederland (zelfstandig) in de prostitutie gewerkt kan worden en/of de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was -
* die [slachtoffer 2] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 2] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en/of dagen achter elkaar en/of bij ongesteldheid te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 2] bepaald welke handelingen zij diende te verrichten en/of welk tarief en/of welke werktijden zij diende te hanteren,
* een woonadres en/of (een) werkplek(ken) voor die [slachtoffer 2] geregeld of laten regelen,
* die [slachtoffer 2] begeleid naar de Kamer van Koophandel en/of andere instanties en/of (aldus) geregeld dat [slachtoffer 2] voldeed aan de (wettelijke) voorwaarden om in Nederland als prostituee te kunnen werken,
* die [slachtoffer 2] (nagenoeg) voortdurend onder controle en/of toezicht gehouden en/of doen geloven dat ze (nagenoeg) voortdurend onder controle en/of toezicht werd gehouden,
* die [slachtoffer 2] gedwongen en/of bewogen om seksuele handelingen te verrichten en/of te dulden van en/of met één of meer van haar, verdachtes, mededader(s),
* die [slachtoffer 2] bedreigd met fysiek geweld (onder andere het in elkaar slaan en/of het afhakken van de handen van die [slachtoffer 2]),
* die [slachtoffer 2] (dreigend) voorgehouden te weten waar haar familie woont,
* die [slachtoffer 2] cocaïne en/of andere drugs laten gebruiken en/of laten verkopen en/of verstrekt,
* die Stoyonava voorgehouden dat zij een schuld had bij verdachte en/of haar mededader(s),
* die [slachtoffer 2] het door haar in de prostitutie verdiende geld, althans een aanzienlijk gedeelte van dat geld, afgenomen en/of laten afnemen, in elk geval in ontvangst genomen en/of laten nemen, en/of
aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met die [slachtoffer 2] een situatie gecreeerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of haar mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer 2], en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) over die [slachtoffer 2] had(den);
Feit 3.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2011 tot en met 1 september 2011 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, en/of in Bulgarije,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 3]
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeidend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of
opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273 f lid 1 sub 4),
en/of
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
4) (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 3] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
met betrekking tot die [slachtoffer 3] in voornoemde periode:
- terwijl die [slachtoffer 3] zich in een zwakke economische en/of financiële situatie bevond en/of geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland had en/of de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was -
* die [slachtoffer 3] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 3] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en/of dagen achter elkaar te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 3] bepaald welke werktijden zij diende te hanteren,
* een woonadres voor die [slachtoffer 3] geregeld of laten regelen,
* de werkplek(ken)/locaties bepaald voor die [slachtoffer 3],
* die [slachtoffer 3] van/naar haar werkplek(ken) gebracht en/of opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen,
* die [slachtoffer 3] regelmatig verantwoording af laten leggen over het aantal prostitutieklanten waarmee die [slachtoffer 1] seksuele handelingen tegen betaling had verricht en/of over de door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geldbedragen, en/of
* die [slachtoffer 3] onder controle gehouden door die [slachtoffer 3] regelmatig telefonisch en/of per sms te benaderen, en/of
* die [slachtoffer 3] medegedeeld dat zij haar geld beter aan verdachte en/of haar mededader(s) kon geven zodat verdachte en/of haar mededader(s) dat geld voor die [slachtoffer 3] konden sparen, en/of
* die [slachtoffer 3] medegedeeld dat het door haar verdiende geld (mede) zou worden aangewend voor de aflossing van een appartement in [geboorteplaats 4], van welk appartement die [slachtoffer 3] dan ook gebruik zou kunnen maken, en/of
* die [slachtoffer 3] een groot/aanzienlijk gedeelte van het door haar in de prostitutie verdiende geld afgenomen en/of laten afnemen, in elk geval in ontvangst genomen en/of laten nemen,
aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met die [slachtoffer 3] een situatie gecreeerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of haar mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer 3], en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) over die [slachtoffer 3] had(den);
Feit 4.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 24 april 2012, te IJmuiden, gemeente Velsen, althans in Nederland, en/of te Bulgarije,
tezamen of in vereniging met een ander of anderen,
(telkens) één of meer geldbedrag(en), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van die/dat geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dat die/dat geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
Feit 5.
zij in of omstreeks de periode van 26 mei 2008 tot en met 24 april 2012 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Amsterdam, althans in Nederland, en/of te Bulgarije, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk: mensenhandel in vereniging, als bedoeld in artikel 273f (lid 1 ahf sub 1 en/of sub 4 en/of sub 6 en/of sub 9) wetboek van strafrecht;
2. Voorvragen
De raadsman van verdachte heeft – kort samengevat – het verweer gevoerd dat in het kader van feit 5. de vermeende deelname aan een criminele organisatie te marginaal is omschreven. Deze omstandigheid brengt mee dat de dagvaarding nietig is met betrekking tot feit 5.
De rechtbank overweegt met betrekking tot dit verweer het volgende. Gelet op de gehele context - het dossier, de behandeling ter terechtzitting en de door de verdediging gevoerde verweren - is de rechtbank van oordeel dat het de verdediging voldoende duidelijk is geweest welke gedragingen in het onder 5. tenlastegelegde feit worden verweten. De dagvaarding voldoet ten aanzien van het onder 5. tenlastegelegde dan ook aan de eisen zoals bepaald in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. Het verweer wordt mitsdien verworpen.
De rechtbank heeft aldus vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier en een half jaar met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten. Ten aanzien van het in beslag genomen geld heeft de officier van justitie verbeurdverklaring gevorderd. De officier van justitie heeft tevens hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen.
Namen en bijnamen in het onderzoek Ekster, voor zover relevant.
Uit de diverse verklaringen volgt dat met [bijnaam 1], [bijnaam 2], verdachte [medeverdachte 1] wordt bedoeld; met [bijnaam 3], [bijnaam 4], wordt [verdachte] bedoeld; met [bijnaam 5] [2] of [bijnaam 6] [3] wordt verdachte [medeverdachte 2] bedoeld; en met [bijnaam 7] wordt verdachte [medeverdachte 3] bedoeld. [4] [medeverdachte 4], [voornaam], wordt ook [bijnaam 7] en [bijnaam 8] genoemd [5] .
De rechtbank zal bij de navolgende bespreking van de redengevende feiten en omstandigheden ervan uitgaan dat met die bijnamen genoemde personen worden bedoeld.
N. D. [slachtoffer 1]
Komst naar Nederland
heeft [medeverdachte 2] voor het eerst gesproken in Bulgarije. [6] [medeverdachte 2] kwam met het idee om in Nederland als prostituee te gaan werken. Hij zei dat [slachtoffer 1] in Nederland 1000 euro per dag kon verdienen. [medeverdachte 1] zou voor haar een raam en een woning verzorgen. [medeverdachte 2] legde [slachtoffer 1] uit wat voor werk zij zou gaan doen in Nederland. [7] [medeverdachte 2] heeft haar voorgesteld aan zijn neef [medeverdachte 1]. [verdachte] werkte al in Nederland en zij zou [slachtoffer 1] alles gaan vertellen. [medeverdachte 1] heeft vervolgens alles geregeld. De geboorte-akte moest in het Engels vertaald worden. [slachtoffer 1] had een buitenlands paspoort nodig en een uittreksel uit het geboorteregister dat zij ongehuwd was. Zij moest deze documenten afgeven aan [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1] heeft alles betaald en geregeld. [8] Daarna moest [slachtoffer 1] het terugbetalen. [slachtoffer 1] is met de auto naar Nederland gekomen. Het was ongeveer 23 uur rijden. [medeverdachte 1] reed in de auto. Toen zij in Nederland waren heeft [medeverdachte 2] gereden. [slachtoffer 1] is op 23 juli 2011 in Nederland aangekomen. Ze zijn gelijk naar IJmuiden gereden naar de [a-straat] nummer 12.
Inschrijvingen/afstaan geld/auto-ongeluk
In de woning aan de [a-straat] in IJmuiden heeft [slachtoffer 1] [verdachte] voor het eerst gezien. [slachtoffer 1] moest al haar geld dat zij verdiende met prostitutie afgeven aan [medeverdachte 1] en vervolgens werd door [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] in het boekje geschreven hoeveel geld zij ingeleverd had c.q. verdiend had en daar werd bij geschreven dat daarvan 750 euro voor de huur was. Bij aankomst in IJmuiden moest [slachtoffer 1] zich inschrijven bij de gemeente en toen ging zij zich ook inschrijven bij de Kamer van Koophandel. [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] zijn daartoe samen bij de Kamer van Koophandel geweest. [verdachte] heeft gebeld met de gemeente Velsen om een afspraak te maken en vervolgens is [slachtoffer 1] samen met [medeverdachte 1] naar de gemeente gegaan. [9]
Op 26 juli 2011 heeft [medeverdachte 2] een auto-ongeluk veroorzaakt en [slachtoffer 1] moest de schade betalen. [10] [medeverdachte 1] en [verdachte] waren heel erg boos en gaven [slachtoffer 1] de schuld van het ongeluk. Er werd aan haar verteld dat de schade 15.000 euro was. [verdachte] kwam naar haar toe en vertelde aan haar dat zij dit geld bij elkaar moest verdienen. Het werd zo tegen [slachtoffer 1] gezegd dat zij niets terug durfde te zeggen en dat zij zo snel mogelijk aan de slag moest om dit geld terug te verdienen. [verdachte] wilde haar zelfs in een club laten werken zonder dat zij daarvoor de benodigde papieren had. Het was rond half augustus 2011 dat [slachtoffer 1] is begonnen met werken. Zij is toen gaan werken bij de [nachtclub 1] in Haarlem. [verdachte] heeft toen telefonisch daar een kamer voor haar besproken en [medeverdachte 1] heeft haar ernaar toe gebracht. Zij werkte daar zeven dagen per week, na de eerste twee dagen moest zij werken van openings- tot sluitingstijd. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben nadrukkelijk gezegd dat zij iedere dag moest werken. Al het geld wat zij verdiende, leverde zij in. Ze dacht dat ze dan snel van haar schuld van de auto af was. [11] [slachtoffer 1] wilde het zo spoedig mogelijk aflossen om daarna voor haarzelf te beginnen. De pooiers van [slachtoffer 1] waren [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2]. Van [medeverdachte 2] moest zij geld verstoppen en aan hem geven. Hij zou dat geld op een Bulgaarse rekening storten. Dat heeft hij op haar eerste werkdag al gezegd. Zij moest proberen elke dag 50 of 100 euro achter te houden.
Werktijden/ controle/tarieven
[medeverdachte 1] regelde de werktijden. Op het werk werd [slachtoffer 1] veel gebeld door [medeverdachte 2], om te controleren of zij aan het werk was. [slachtoffer 1] werd ook voortdurend door [medeverdachte 1] gebeld. Die vroeg dan hoeveel overhemden zij had verkocht of wat de stand was van een voetbalwedstrijd. Dit was een versluierde manier om het aantal klanten en de verdiensten te weten te komen. [slachtoffer 1] moest al haar inkomsten opschrijven in een boekje. ’s Avonds moest zij het velletje eraf scheuren en aan [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] geven. [slachtoffer 1] moest op 50/50 basis werken of vertrekken en zij zou nooit meer mogen terugkeren naar Nederland. [medeverdachte 1] stuurde mensen op [slachtoffer 1] af om haar te controleren. [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] kwamen ook wel controleren. Zij gaf de briefjes aan [medeverdachte 1], als hij er niet was gaf zij ze aan [medeverdachte 2] en als ze er allebei niet waren gaf zij ze aan [verdachte]. [medeverdachte 2] bedreigde [slachtoffer 1]. Als zij een vriendje zou hebben, zou hij haar uit elkaar rijten. [slachtoffer 1] had van [verdachte] gehoord hoeveel geld zij moest vragen. [12] [medeverdachte 1] zei toen ook tegen haar dat zij voor een lagere prijs mocht werken. De standaardprijs was 50 euro. Maar van [medeverdachte 1] moest zij het ook voor 30 of 40 euro doen. Al het geld wat zij verdiende leverde zij in. [13] Het boekje waarin de bedragen stonden is later verdwenen. Op het moment dat [medeverdachte 2] vertrokken was, mocht zij de helft van de netto winst houden.
Werklocaties
[slachtoffer 1] is begonnen in de [nachtclub 1] in Haarlem. Hier heeft zij gewerkt tot 5 december 2011. In diezelfde periode heeft [slachtoffer 1] ook tegenover [nachtclub 2] in Amsterdam gewerkt. Dit moest van [medeverdachte 1] omdat zij niet genoeg geld verdiende. Na 5 december 2011 is zij begonnen in [nachtclub 3] in Haarlem. Eén week voor Kerst heeft [medeverdachte 2] haar naar Nijmegen gebracht waar zij moest gaan werken. Zij heeft daar toen 4 dagen gewerkt.
De 3 dagen daarna is zij weer bij [nachtclub 3] gaan werken. Ergens in december heeft zij ook nog 1 dag in Den Haag gewerkt. Vanaf oud en nieuw tot en met 24 april 2012 heeft zij bij [nachtclub 3] gewerkt uitgezonderd de week van 1 tot en met 8 februari 2012, toen zij op de [b-straat] gewerkt heeft. Tot het moment dat zij is weggelopen, heeft zij in Eindhoven gewerkt. Meestal werd zij naar het werk gebracht door [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1]. [verdachte] heeft haar ook een paar keer gebracht. [14] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bepaalden op welke plek zij moest werken. [15] [slachtoffer 1] had daar niets over te zeggen.
Geen vrije dagen/controle
Er waren geen vrije dagen toegestaan [16] . Als zij een dag vrij wilde dan kon dat niet. [medeverdachte 1] of [verdachte] bepaalde wanneer zij vrij mocht zijn. [verdachte] was diegene die met de ideeën kwam.
[slachtoffer 1] mocht alleen maar werken. Zij mocht zelf niet eens naar de winkels toe als zij iets nodig had. Zij werd in de gaten gehouden. Er werden mensen naar haar toegestuurd als klant om te controleren of zij de bedragen netjes doorgaf die de mensen aan haar betaalde. [medeverdachte 1] heeft haar van tevoren verteld dat hij mensen zou sturen om te checken of zij eerlijk was.
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] kwamen ook weleens controleren door langs te lopen en naar haar te kijken. Tussentijds moest zij aan [medeverdachte 1] doorgeven wat zij verdiend had. [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] of [verdachte] vroegen in versluierd taalgebruik wat zij had verdiend, door bijvoorbeeld te vragen hoeveel hemdjes zij verkocht had. Zij stuurde 's avonds sms’jes met daarin resultaten van zogenaamde voetbalwedstrijden. Als zij 500 had verdiend dan zette zij in het sms’je 5-0.
[slachtoffer 1] had dagelijks zeer veel telefonisch contact met het nummer [telefoonnummer 1]. [17] Eerst was dit nummer van [medeverdachte 1] en daarna van [medeverdachte 2]. De meeste tijd was dit nummer in gebruik bij [medeverdachte 2]. Hij belde om de haverklap op [slachtoffer 1] te vragen wat zij verdiend had op dat moment, hoeveel klanten zij had gehad. [slachtoffer 1] heeft [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] regelmatig gezien om haar te controleren net als Maarten die haar drie of vier keer heeft gecontroleerd. [18]
In augustus 2011 heeft [slachtoffer 1] 18 van de voor haar 21 werkbare dagen gewerkt als prostituee, in september : 25 van de 30 dagen , oktober: 30 van de 31 dagen , november: 27 van de 30 dagen , december: 30 van de 31 dagen , januari 2012: 31dagen, februari: 18 van de 28 dagen, maart: 30 van de 31 dagen en april 16 van de 17 dagen. [19]
In de nacht van 17/18 april 2012 is [slachtoffer 1] uit Eindhoven gevlucht met behulp van haar vriend.
Contactverbod/bedreigingen/wijze van geld afdragen
[medeverdachte 1] was er op tegen dat [slachtoffer 1] contact had met andere meisjes uit het prostitutiemilieu. [20] Zij mocht geen vriendje hebben in Nederland. [slachtoffer 1] werd voortdurend gecontroleerd. [medeverdachte 2] keek steeds op haar telefoon en controleerde haar sms'jes. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben toen gezegd: " Als wij er achter komen dat jij hier een vriendje hebt dan zullen wij hem doden en jou ook". Er is tegen haar gezegd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat zij thuis moest blijven levend of dood. [medeverdachte 1] zei ook nog dat degene die weglopen hun beloning krijgen en zijn kruis zouden dragen. Volgens [slachtoffer 1] wordt daarmee bedoeld dat er iets naars zou gebeuren. Toen na een ruzie tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], deze door [medeverdachte 1] het huis uit was gezet, heeft [medeverdachte 1] het er de hele week over gehad dat hij [medeverdachte 2] zou opzoeken en dan met een tang de tanden uit de mond van [medeverdachte 2] zou trekken en zijn vingers eraf zou knippen. Dit demonstreerde [medeverdachte 1] aan [slachtoffer 1] in de auto, de Volkswagen Golf, door het met een tang in zijn handen voor te doen met geluiden erbij. In het huis, [a-straat] 12, waren ook twee grote messen en een stroomstootwapen aanwezig. Bij doorzoeking van deze woning en onderzoek aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] op de dag dat door [slachtoffer 1] over de tang en de messen en het wapen is verklaard, werd in de auto, waarvan uit observatie bekend is dat [medeverdachte 2] daarin met [slachtoffer 1] reed, een tang aangetroffen en in de trapkast in de woonkamer van de woning werd een groot kapmes en een stun gun stroomstootwapen aangetroffen. [21] [22]
Uit het tapgesprek van 3 april 2012 tussen [slachtoffer 1] en [getuige 7] blijkt dat er na de ruzie tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] tegen [slachtoffer 1] is gezegd: “Je moet kiezen of je blijft met mij werken of je gaat weg en je komt nooit meer terug naar Nederland en je zult dit werk nooit meer doen”. [medeverdachte 1] heeft dit tegen [slachtoffer 1] gezegd op een dreigende manier. [23] Ook vertelde [medeverdachte 1] aan haar dat wanneer zij terug zou gaan naar Bulgarije zij daar veel minder geld zou gaan verdienen als hier in Nederland. Zelfs als zij haar opbrengst met [medeverdachte 1] zou delen.
Haar verdiende geld gaf zij aan [medeverdachte 1] of aan [medeverdachte 2] of liet zij op tafel liggen [24] . [slachtoffer 1] moest eigenlijk een hele lijst maken van klanten die zij had gehad met de tijden erbij. Tijdens het verhoor bij de politie toont [slachtoffer 1] een boekje waarin alles staat.
Tijdens een afgeluisterd telefoongesprek dat [slachtoffer 1] voerde met [slachtoffer 4] op 3 april 2012 en waarin ze onder meer spreken over [medeverdachte 1], [verdachte] en [bijnaam 7], zei ze onder meer dat ze het niet meer vol houdt en dat “zij” graag willen dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] deze papiertjes schrijven, waarover ze zeker is dat hij ze weggooit. [25] Ook zegt ze dat ze het zat is 7 maanden lang kaal geplukt te worden door zijn neef en dat ze doorgaan. “Aan het einde van de rit moet ik het geld, dat ik met mijn eigen kut verdien, delen met een hoerenloper en een hoer, die voor mij bepalen wat ik moet doen. Ik ben het gewoon zat. En aan een kwajongen geld geven die mij alleen naar mijn werk rijdt en ophaalt, aan hem moet ik ook betalen.”.
Verklaring getuige [slachtoffer 4]
heeft [slachtoffer 1] ontmoet in het huis in de [a-straat]. [26] De eerste maand dat [slachtoffer 4] in Nederland was, kwam [slachtoffer 1] in deze periode laat van haar werk thuis. [slachtoffer 1] heeft haar verteld dat zij in het begin geld aan [medeverdachte 2] heeft gegeven. Zij vertelde dat zij vijftig procent van de netto-opbrengst aan [medeverdachte 1] moest geven. [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] hebben het er vaak over gehad dat zij zich uitgebuit voelden. [slachtoffer 4] weet dat [slachtoffer 1] een schuld had bij [medeverdachte 1] en/of [verdachte] over een auto. [slachtoffer 1] heeft volgens [slachtoffer 4] gewerkt heeft in Amsterdam en Haarlem. [27] De eerste keer dat [slachtoffer 4] in Nederland aan het werk was, was zij met [slachtoffer 1] in Amsterdam op de [b-straat]. Dit was ergens begin februari 2012. Ook zijn zij in februari 2012 samen in Eindhoven aan het werk geweest en daarna naar Amsterdam gegaan om te gaan werken. Toen zij gingen werken in Eindhoven werden zij gebracht door [medeverdachte 1] en [verdachte]. [slachtoffer 1] vertelde haar ook dat zij een paar keer gecontroleerd is doordat er mensen naar haar gestuurd waren door [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1]. In principe moest [slachtoffer 1] net als [slachtoffer 4] elke dag werken van [medeverdachte 1] en [verdachte]. [28]
Verklaring getuige [slachtoffer 3]
is in contact gekomen met [verdachte] in de [nachtclub 1] in Haarlem en op een gegeven moment heeft zij ook [medeverdachte 1] leren kennen. [slachtoffer 1] werd door [medeverdachte 1] van haar werk bij de [nachtclub 1] gehaald en naar de woning in IJmuiden gebracht. [medeverdachte 1] vertelde haar dat [slachtoffer 1] voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werkte en dat zij geld moest verdienen voor de schade aan de auto. [29] heeft gezien dat de tassen van [slachtoffer 1] door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] werden doorzocht om te kijken of er geen geld in was verstopt. Dit heeft zij zeker een keer of 4 á 5 gezien. Dit gebeurde in de woning aan de [a-straat]. Ook vertelde [slachtoffer 1] haar dat zij tijdens haar werk werd gecontroleerd door mensen die langs liepen. [slachtoffer 1] werkte elke dag. Ze had alleen rustdagen als [verdachte] en [medeverdachte 1] drugs gingen gebruiken en [slachtoffer 1] op de kleine jongen moest passen. In de [nachtclub 1] in Haarlem werkte [slachtoffer 1] van 11 uur 's ochtends tot 00.30 uur 's nachts. Zij moest van [medeverdachte 1] al deze uren werken. Het was niet toegestaan dat [slachtoffer 1] een vriendje zou hebben van [medeverdachte 1] en [verdachte]. Als [slachtoffer 1] een vriendje zou hebben gehad of gekregen, dan zouden zij financieel verlies lijden. [slachtoffer 1] mocht ook niet zelfstandig boodschappen gaan doen.[slachtoffer 1] vertelde haar dat ze niet naar buiten durfde te gaan, omdat ze bang was dat ze gezien werd door [medeverdachte 1] en [verdachte] dat ze niet in de kamer was.
Verklaring getuige [getuige 1]
heeft [slachtoffer 1] ontmoet bij [nachtclub 3]. [verdachte] vertelde hem dat [slachtoffer 1] eerder op andere plaatsen had gewerkt. Later vertelde [slachtoffer 1] dat ze ook bij de [nachtclub 1] had gewerkt. [30] Een andere man, [getuige 2], vertelde dat [slachtoffer 1] een slachtoffer was van [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Op een gegeven moment vertelde [slachtoffer 1] dat ze in Eindhoven ging werken. [slachtoffer 1] vertelde dat ze niet in Eindhoven wilde gaan werken. Op een gegeven moment heeft [slachtoffer 1] een sms-bericht gestuurd vanuit Eindhoven dat ze het niet meer zag zitten en dat ze weg wilde uit de situatie. [31] Toen heeft [getuige 1] haar midden in de nacht vanuit Eindhoven opgehaald.
Verklaring getuige [getuige 3]
is in december 2011 in de woning in IJmuiden geweest op uitnodiging van [verdachte]. [32] Zij heeft daar [slachtoffer 1] en [medeverdachte 2] gezien. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] controleerden [slachtoffer 1] voortdurend. [medeverdachte 2] heeft een keer een schriftje aan [getuige 3] laten zien. Hierin stonden de verdiensten van [slachtoffer 1] in Haarlem. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] controleerden [slachtoffer 1] per telefoon en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] liepen ook langs de werkplek van [slachtoffer 1] in Haarlem. Dit heeft [verdachte] haar verteld.
Verklaring verdachte [verdachte]
heeft veel meisjes geholpen en ze heeft hen begeleid naar diverse plaatsen voor een sticker of een afspraak. [33] [medeverdachte 1] stond ingeschreven in IJmuiden. [slachtoffer 1] is ongeveer 9 maanden geleden naar Nederland gekomen. [34] heeft de adresregistratie van [slachtoffer 1] geregeld voor het adres [a-straat] 12, 1971JV IJmuiden . Voor de registratie bij de Kamer van Koophandel is [medeverdachte 2] met [slachtoffer 1] mee geweest. [medeverdachte 2] en [slachtoffer 1] waren betrokken op 26 juli 2011 bij de aanrijding op de Kanaaldijk in IJmuiden.
[verdachte] wordt een sms bericht voorgehouden van 18 april 2012, omstreeks 12:21 uur, vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 2], dat op dat moment in gebruik was bij [verdachte], naar het nummer [telefoonnummer 3]. [35] Dat nummer was op die datum in gebruik bij [slachtoffer 1]. De tekst van dit sms bericht luidt: “Geen genade voor uitschot als jij.” [medeverdachte 1] belde [slachtoffer 4] en hij zei dat zij [slachtoffer 1] moesten gaan bedreigen. [verdachte] heeft haar op deze wijze bedreigd. Zij moesten zelfs middels Face-book aan haar vrienden schrijven dat [slachtoffer 1] prostituee is. Zij moesten [slachtoffer 1] bedreigen van [medeverdachte 1] omdat [slachtoffer 1] bij hen vandaan gevlucht was. [medeverdachte 2] ging haar vanuit Bulgarije bellen om haar te bedreigen.
Verklaring [getuige 4]
is op de werkplek van [slachtoffer 1] geweest. [36] Uiteindelijk was het natuurlijk de bedoeling van [bijnaam 6] ([medeverdachte 2]) om haar te controleren. [slachtoffer 1] werd gewoon uitgebuit. Zij had de schuld gekregen van de aanrijding en moest daarvoor betalen. [37] heeft wel eens gezien dat [slachtoffer 1] geld aan [medeverdachte 2] gaf. Hij stopt het vervolgens in zijn portemonnee. [38] Op zijn beurt gaf die het weer aan [medeverdachte 1].
[slachtoffer 2]
Reis naar Nederland, huisvesting en registratie/ samenwerking
(hierna: [slachtoffer 2]) is op 27 mei 2008 door [medeverdachte 5], die zij haar pooier noemt, en een tweede man met de auto vanuit Bulgarije naar Nederland vervoerd. [39] Toen ze aankwam is ze naar een woning in Amsterdam gebracht, waar nog 4 Bulgaarse meisjes zaten. Ze kwam hier voor de prostitutie, dat was door haar pooier [medeverdachte 5] geregeld. In april 2008 belde [medeverdachte 5] in het bijzijn van [slachtoffer 2] naar Amsterdam en gaf haar persoonsregistratie door zodat de mensen in Amsterdam vast alle papieren zouden regelen. [40] Op 9 juni 2008 is [slachtoffer 2] voor [medeverdachte 5] gaan werken. Zij heeft maximaal anderhalve maand dagelijks voor hem gewerkt. [41] [medeverdachte 1] nam het op een gegeven moment over van [medeverdachte 5]. [medeverdachte 5] was toen als pooier uit beeld. [medeverdachte 1] had hem verteld dat zij voor Marokkanen was gaan werken, hetgeen als smoes diende om [slachtoffer 2] los te weken van [medeverdachte 5]. Zij werd samen met een ander Bulgaars meisje naar een woning op het [c-straat] in Amsterdam gebracht en moest van [medeverdachte 1] en [verdachte] de hele zomer 2008 werken. Zij stond voortdurend onder controle. Als ze vrij was, moest ze ook ter beschikking zijn. [medeverdachte 1] had de sleutel van de woning en kwam steeds wanneer hij wilde naar binnen. Haar geld werd de steeds afgepakt. [42]
kreeg alleen een bedrag voor sigaretten, om de kamer te betalen en condooms te kopen. [slachtoffer 2] kon geen geld verstoppen of bij haar houden omdat ze voortdurend in de buurt waren, ook op het werk. Voor [slachtoffer 2] was het ook niet mogelijk om weg te gaan of te zeggen dat zij minder wilde betalen toen zij langer in Nederland was. [slachtoffer 2] kon niet weg, evenmin kon zij zeggen dat ze minder wilde betalen anders zou ze problemen hebben. [slachtoffer 2] was zo bang voor deze mensen dat ze het niet eens durfde te opperen. Zij was in een voor haar vreemd land, zij kende niemand behalve deze mensen en had het gevoel haar leven niet in eigen handen te hebben. [43] Ze voelde zich een volledige marionet in handen van anderen die de orders moest opvolgen. [44]
Ook was [slachtoffer 2] bang dat zij vermoord zou kunnen worden. [slachtoffer 2] is door [medeverdachte 1] en [verdachte] bedreigd.
Samenwerking [medeverdachte 1] en [verdachte]/tarieven/werkplekken
[medeverdachte 1] en [verdachte] waren een team, ze werkten altijd samen. Hij was de slechterik, zij deed alsof ze goed was. Zelfs toen [verdachte] in verwachting was kwam ze nog naar de [b-straat] om [slachtoffer 2] in de gaten te houden. [medeverdachte 1] en [verdachte] deden het samen. Als [medeverdachte 1] er niet was, dan was [verdachte] er. Het maakte geen verschil. [slachtoffer 2] was voor allebei bang. Het waren allebei pooiers en ze werkten samen. [slachtoffer 2] kon het werk niet weigeren, ook niet als zij ongesteld was. [slachtoffer 2] zei een keer dat zij geen zin had om te werken. [medeverdachte 1] zei toen dat dat niets met zin te maken had. [slachtoffer 2] kon het niet weigeren, anders zou zij waarschijnlijk klappen krijgen. Het tarief en de werktijden regelden [verdachte] en [medeverdachte 1] ook samen. [verdachte] regelden de werkplekken, [medeverdachte 1] bracht haar. Allebei namen ze geld af van [slachtoffer 2]. Als [medeverdachte 1] in Bulgarije was pakte [verdachte] het geld af. [45]
Afstaan geld/bedreigingen/vlucht
[medeverdachte 1] wilde steeds al het geld. Hij had altijd wel een reden om het geld af te pakken. Hij liep ook vaak langs het raam om [slachtoffer 2] te controleren. Soms kwam hij dan om te kijken hoeveel zij al had verdiend. Ook al wilde [slachtoffer 2] niet, dan moest zij dat werk doen. [medeverdachte 1] bedreigde [slachtoffer 2] met alles. Hij zou haar familie in Bulgarije vinden en iets aandoen. Hij vertelde dat hij in het verleden bij een ander meisje zonder problemen een keer een arm had afgesneden. [medeverdachte 1] zou Marokkanen op [slachtoffer 2] afsturen om haar neer te schieten en als er politie langs zou komen dan moest zij zeggen dat zij als zelfstandige aan het werk was. [medeverdachte 1] verbood het om naar de politie te gaan. [medeverdachte 1] kwam dan ook te pas en te onpas in de woning. Na een nacht werken is [slachtoffer 2] omstreeks 25 oktober 2008 gevlucht. Zij is toen naar Johan, een klant van haar, gegaan. [medeverdachte 1] begon [slachtoffer 2] te bellen en te zoeken. Hij schreeuwde aan de telefoon en was heel kwaad. [46]
Werken onder dwang voor [medeverdachte 1]/ bedreigingen
[slachtoffer 2] moest op de [b-straat] werken, daar heeft zij bijna de hele zomer van 2008 gewerkt. Dit was ook iedere dag. Soms moest zij twee diensten achter elkaar draaien. Ook bij ongesteldheid moest [slachtoffer 2] werken. [verdachte] en [medeverdachte 1] dwongen haar daartoe. [medeverdachte 1] liep steeds in de rondte om haar in de gaten te houden of hij liet dit doen door anderen. Hij kende de familieleden van [slachtoffer 2]. Hij dreigde mensen te sturen om haar in elkaar te slaan. Als [slachtoffer 2] naar buiten wilde gaan, zij hij " Dat moet je doen, dan ga ik je handen eraf hakken". [slachtoffer 2] heeft in totaal ongeveer drie (3) maanden gewerkt voor [medeverdachte 1]. [47] Meestal kwam [medeverdachte 1] naar hun huis en dan haalde hij het geld op. Zij moesten dit van tevoren in een envelop doen. Op de envelop moest [slachtoffer 2] schrijven hoeveel klanten er waren geweest die dag en hoeveel geld die hadden betaald. [medeverdachte 1] controleerde altijd of het bedrag wat op de envelop stond er daadwerkelijk in zat. [slachtoffer 2] kreeg cocaïne van [medeverdachte 1] zodat zij het vele werken zowel overdag als ’s avonds vol kon houden en om aan klanten te geven, zodat die langer bleven en daardoor beter betaalden. [slachtoffer 2] is door [medeverdachte 1] bedreigd met geweld. Toen [slachtoffer 2] een keer niet op tijd naar huis kwam werd zij door [medeverdachte 1] opgewacht. Wanneer [slachtoffer 2] rotte streken zou uithalen zou hij haar armen afsnijden. Dat had [medeverdachte 1] naar zijn zeggen ook eerder met een ander meisje gedaan. Hij zei dat hij een meisje dat gepoogd heeft te vluchten, haar benen en handen had gebroken. [medeverdachte 1] zei dat als [slachtoffer 2] weg wilde, hij wel een Marokkaan zou vinden die haar kon neerschieten.
Werken/ afspraak 50-50
Toen ze naar [medeverdachte 1] overging moest ze praktisch 24 uur per dag werken, overdag en ‘s avonds.De afspraak was 50-50, maar in dit geval nam hij al het geld. Hij verzon ook steeds een reden, dat er iets betaald moest worden voor de woning, de bank moest betaald worden, voor de papieren. [48]
Toen [slachtoffer 2] op het [c-straat] woonde was zij niet vrij. Wanneer zij wat langer wegbleef belden ze gelijk op, waar blijf je. [slachtoffer 2] moest iedere minuut ter beschikking zijn. [medeverdachte 1] had de sleutels van haar woning, hij kon wanneer hij wilde naar binnen, dat is niet het gevoel van vrijheid. Hij kwam steeds naar de woning. [49]
Verklaring van getuige [getuige 5]
Toen [getuige 5] [slachtoffer 2] leerde kennen verbleef zij bij het [c-straat]. Papieren en dergelijke werden voor haar geregeld. Elke keer moest ze hier en daar geld geven omdat er wat geregeld moest worden. Zij sprak helemaal geen Nederlands. De telefoon ging ook op een vrije dag en dan moest ze toch plotseling werken. [medeverdachte 1] belde daar dan over. Ze had die telefoon van hem gekregen. Met die telefoon kon [slachtoffer 2] alleen gebeld worden. [getuige 5] denkt dat [slachtoffer 2] ongeveer 4 of 5 maanden voor [medeverdachte 1] heeft gewerkt. Toen hij haar leerde kennen, werkte zij voor [medeverdachte 1]. Soms werkte [slachtoffer 2] dag en nacht. Toen [slachtoffer 2] bij [getuige 5] kwam had ze niks. En soms verdiende zij wel rond de 500,- 600,- of 1000,- per dag, zeker als zij een dubbele shift moest draaien. [getuige 5] hoorde wel dat ze elke keer van alles moest afbetalen aan [medeverdachte 1] en [verdachte] [50]
Verklaring van getuige [getuige 6]
Getuige [getuige 6] verklaarde dat [slachtoffer 2] op de [b-straat] of in het Red Light District werkte. [medeverdachte 1] en [verdachte] wilden dat zij constant aan het werk waren. Zij moesten zoveel mogelijk werken zowel overdag als 's nachts. Ze werden vaak gecontroleerd door [medeverdachte 1] en [verdachte]. [slachtoffer 2] moest ook geld afstaan aan [medeverdachte 1]. Zij moesten van [medeverdachte 1], op kleine papiertjes, hun verdiensten noteren.
[getuige 6] heeft ook gezien dat [slachtoffer 2] geld afdroeg aan [medeverdachte 1] en [verdachte]. [51]
[slachtoffer 3]
Algemeen
is in september of oktober 2010 vanuit Bulgarije naar Nederland gekomen. [52] In december 2010 ging zij in de [nachtclub 1] te Haarlem werken. Daar heeft zij [verdachte] leren kennen. In de periode van half januari 2011 en 10 april 2011 ging [slachtoffer 3] tweemaal met ene [medeverdachte 6] terug naar Bulgarije en op 9 mei 2011 is zij weer naar Nederland gegaan. Deze nacht is zij gelijk weer begonnen met werken in Haarlem bij de [nachtclub 1]. De echtgenoot van [verdachte], [medeverdachte 1], stelde toen voor dat [slachtoffer 3] in Utrecht zou gaan werken, samen met [verdachte]. In Utrecht zou er meer geld verdiend kunnen worden. [verdachte] reed toen in een blauwe Mercedes van de A-klasse. [medeverdachte 1] reed in die tijd in een zwarte BMW X6. In het begin was er afgesproken dat [slachtoffer 3] met [verdachte] mee kon rijden naar Utrecht. Er is toen niet over de kosten voor de benzine gesproken. [slachtoffer 3] moest wel zelf haar kamerhuur betalen. [slachtoffer 3] is in augustus 2011 verhuisd naar de woning van [medeverdachte 1] en [verdachte] aan de [a-straat] te IJmuiden. [medeverdachte 1] kwam [slachtoffer 3] daarbij halen uit Alkmaar met de auto, een X6.
Werken voor [medeverdachte 1]/ [verdachte]/ophalen werk/controle
De dag nadat zij naar de woning in IJmuiden was verhuisd, had [slachtoffer 3] niet genoeg geld om een kamer te huren in Utrecht. [53] [verdachte] zei dat zij dan beter eerst bij [nachtclub 4] in Amsterdam kon gaan werken. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben haar toen naar de vestiging van [nachtclub 4] in Amsterdam gebracht, hier kon zij meteen aan de slag. [slachtoffer 3] heeft ongeveer twee weken bij [nachtclub 4] gewerkt. Zij werkte hier niet elke dag. [medeverdachte 1] bepaalde welke dagen zij moest gaan werken. [slachtoffer 3] werd in deze periode opgehaald van haar werk door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. [54] [medeverdachte 1] vroeg in die situatie in de auto aan [slachtoffer 3] hoe het gegaan was en hoeveel zij had verdiend. [55] Na 2 of 3 dagen werken bij [nachtclub 4] in Amsterdam, had zij tussen de 300 en 400 euro verdiend. [medeverdachte 1] zei tegen [slachtoffer 3] dat zij niet met zoveel geld in haar portemonnee moest rondlopen en dat zij het beter aan [medeverdachte 1] kon geven, zodat hij dit geld voor haar kon sparen. Ook vroeg [medeverdachte 1] hoeveel zij al had uitgegeven en hoeveel zij had gespaard voor de kamerhuur. [slachtoffer 3] heeft dit geld toen aan hem gegeven, het betrof ongeveer 400 euro. [slachtoffer 3] had echter 650 euro nodig om een kamer te huren in Utrecht, zodat zij daar zou kunnen werken. [slachtoffer 3] heeft toen 250 euro van [verdachte] geleend en is daarna met haar in Utrecht gaan werken. In de periode in Utrecht werd zij tijdens haar werk voortdurend gebeld door [medeverdachte 1] en [verdachte], die wilden weten hoeveel klanten [slachtoffer 3] had gehad en hoeveel zij verdiend had. [slachtoffer 3] reed iedere dag met [verdachte] mee naar haar werkplek, in de periode dat zij in Utrecht werkte. [56] Dat was gedurende ongeveer vier weken.
In de periode dat [slachtoffer 3] in Utrecht op de boot werkte, bepaalde [verdachte] haar werktijden, 7 dagen per week, van 09.00 uur tot 21.00 uur. [57] Tijdens haar werk daar werd [slachtoffer 3] ook door [verdachte] gecontroleerd. [verdachte] kwam dan een paar keer bij haar kijken met een smoesje om haar te controleren. [slachtoffer 3] kon tussendoor niet slapen omdat zij moest werken en [verdachte] haar in de gaten hield. [slachtoffer 3] werkte in het midden van de straat en [verdachte] aan het einde. [slachtoffer 3] is ook door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gecontroleerd. Er waren dagen dat [slachtoffer 3] oververmoeid was en wilde uitrusten, dat kon niet door de controle.
Geld afstaan/appartement
In de vier weken die [slachtoffer 3] in Utrecht heeft gewerkt moest zij iedere dag haar geld afgeven. [58] [medeverdachte 1] zei tegen haar dat zij iedere dag 100 euro voor de kamerhuur apart moest houden en de rest moest zij aan [medeverdachte 1] geven. [medeverdachte 1] en [verdachte] hadden gezegd dat zij in [geboorteplaats 4] een appartement hadden gekocht wat nog afbetaald moest worden. [medeverdachte 1] heeft [slachtoffer 3] gezegd dat de hoeveelheid geld die zij aan hem had gegeven, genoteerd zou worden en dat zij het geldbedrag op een later moment zou terugkrijgen. Zij heeft dit geld echter nooit teruggekregen. Zij denkt dat zij in totaal ongeveer 10. 000 euro heeft moeten afgeven aan [medeverdachte 1]. Van dit geld heeft zij niets terug gezien.
Werktijden
In de periode die [verdachte] in Amsterdam bij [nachtclub 4] werkte, bepaalde [medeverdachte 1] dat zij daar moest werken. Bij [nachtclub 4] werkte zij in Amsterdam van 15.00 uur tot sluiting van de club. Dit was ergens tussen 04.00 en 05.00 uur 's nachts. Na de periode op de boot in Utrecht, waar [verdachte] haar werktijden bepaalde en [slachtoffer 3] dagelijks van 09.00 tot 20.00 moest werken, moest [slachtoffer 3] van [verdachte] bij [nachtclub 4] in Utrecht gaan werken. Zij hoorde op een gegeven moment van [verdachte] dat zij niet kon blijven slapen in de woning te IJmuiden. [slachtoffer 3] wilde op dat moment eigenlijk al niets meer met [medeverdachte 1] en [verdachte] te maken hebben. [slachtoffer 3] is toen niet teruggekeerd naar de woning in IJmuiden.
Daarna is [slachtoffer 3] telefonisch bedreigd door [medeverdachte 1]. Hij vertelde dat hij het leven van de vriend van [slachtoffer 3] in Bulgarije zwart zou maken als zij nog een keer contact zou opnemen met [medeverdachte 7]. Ook heeft [medeverdachte 1] gezegd dat hij [slachtoffer 3] van boven tot onder zou opensnijden als hij haar waar dan ook zou tegenkomen.
Getuige [slachtoffer 1]
Toen [slachtoffer 1] in augustus 2011 in de woning aan de [a-straat] 12 te IJmuiden ging wonen, woonde [slachtoffer 3] daar al. [59] verklaart dat zij regelmatig gezien en gehoord heeft dat [medeverdachte 1] geld aan [slachtoffer 3] vroeg. Vervolgens zag zij ook dat [slachtoffer 3] geld aan [medeverdachte 1] gaf. Zij heeft [slachtoffer 3] gedurende een periode van 2 tot 3 maanden in deze woning meegemaakt en verklaart dat [medeverdachte 1] en [verdachte] haar toen naar verschillende plaatsen stuurden om te gaan werken. Zo bracht [medeverdachte 1] [slachtoffer 3] naar een bepaalde club in Amsterdam. [slachtoffer 3] heeft volgens deze getuige ook gewerkt op de boten aan het [d-straat] (Utrecht, toevoeging rechtbank).
Telecom gegevens [slachtoffer 3]
De historische gegevens van de telefoons die [slachtoffer 3] in gebruik had, zijn door de politie geanalyseerd. [60] Hieruit blijkt dat er in de periode van 4 augustus 2011 tot en met 17 september 2011 nagenoeg dagelijks telefonisch contact was tussen [slachtoffer 3], [medeverdachte 1] en [verdachte], variërend van enkele keren per dag tot 20 keer per dag. Verder ondersteunen deze gegevens de verklaringen van [slachtoffer 3] met betrekking tot de plaatsen waar zij heeft verbleven en heeft gewerkt, zoals het moment waarop zij in IJmuiden is komen wonen (11 augustus 2011), de periode waarin zij bij [nachtclub 4] in Amsterdam heeft gewerkt (14 augustus tot en met 23 augustus 2011), de periode waarin zij in Utrecht op het [d-straat] heeft gewerkt (26 augustus tot en met 14 september 2011) en het moment waarop voor het laatst in de woning in IJmuiden heeft verbleven (17 september 2011).
Witwassen
Voor wat betreft de bewijsmiddelen voor het tenlaste gelegde witwas feit, verwijst de rechtbank naar de bewijsmiddelen ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4]. Daaruit volgen door hen afgedragen geldbedragen van respectievelijk € 15.000,- ([slachtoffer 1]) en € 7.620,- ([slachtoffer 4]), alsmede de criminele herkomst van deze gelden.
Criminele organisatie
Juridisch kader
Voor een bewezenverklaring voor deelname aan een criminele organisatie is vereist dat de organisatie bestaat uit een samenwerkingsverband tussen de verdachte en tenminste één andere persoon en dat deze een zekere duurzaamheid heeft alsmede een structureel karakter kent. Voorts moet de organisatie als oogmerk hebben het plegen van misdrijven. Ook moeten de deelnemers het opzet hebben op deelname aan de organisatie.
Duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband
Uit voormelde voor de bewezenverklaring gebezigde bewijsmiddelen komt het volgende beeld naar voren. [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2], hebben tezamen en in vereniging, Bulgaarse jonge meisjes, geronseld om in Nederland in de prostitutie te gaan werken en zij moesten een aanzienlijk deel van het door hun verdiende geld aan hen afstaan. Zo zijn [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3] (Bulgarije), en [slachtoffer 4] geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] (Bulgarije) (mede ook door toedoen van [medeverdachte 3]), in Nederland in de prostitutie terecht gekomen. [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 4] te [geboorteplaats 4] (Bulgarije) en [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 5] te [geboorteplaats 5] (Bulgarije) zijn in Nederland door [medeverdachte 1] benaderd en geronseld om voor hem in de prostitutie te werken. Ook het door hen verdiende geld moesten zij grotendeels afstaan. De rollen van [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2], bestonden verder uit het huisvesten van de vrouwen, het vervoeren van en naar de werkplekken, het houden van toezicht en controle op de vrouwen door bij hun werkplekken langs te komen, hen daar (door anderen te laten) controleren alsmede via de telefoon en skype en het innen van een aanzienlijk deel van het door die vrouwen verdiende geld. Naar het oordeel van de rechtbank was er een zekere mate van inwisselbaarheid van die rollen. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] namen [slachtoffer 1] van Bulgarije mee naar Nederland [61] en [medeverdachte 2] haalde [slachtoffer 4] op van Schiphol van een vlucht uit Bulgarije [62] . [medeverdachte 1] en [verdachte] reden samen met [slachtoffer 4] naar Utrecht voor haar registratie daar. [63] Verder bepaalde [medeverdachte 1] de werkplek en werktijden van [slachtoffer 3] in de periode dat zij bij [nachtclub 4] in Amsterdam werkte, en bepaalde [verdachte] haar werktijden en hield zij toezicht op [slachtoffer 3] in de periode dat zij op het [d-straat] in Utrecht werkte. [slachtoffer 1] hield een boekje bij met betrekking tot de invulling van haar werkzaamheden en het aantal klanten. Zij gaf deze briefjes aan [medeverdachte 1]. Als [medeverdachte 1] er niet was gaf zij de briefjes aan [medeverdachte 2] en als deze er ook niet was, gaf zij de briefjes aan [verdachte]. [64] Ook hielden [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] zich bezig met het vervoer van de meisjes naar de werklocaties. Afhankelijk van hun aanwezigheid in de [a-straat] te IJmuiden nam de één of de ander de verdiensten van de prostituees in ontvangst. Doordat [verdachte] Nederlands spreekt was zij goed in staat behulpzaam te zijn bij het verkrijgen van diverse voor de prostituees benodigde officiële documenten en doordat ze ruime ervaring heeft in de Nederlandse prostitutiemarkt was ze goed in staat werkplekken te regelen, eventueel in andere steden. Tijdens een ruzie tussen beiden die over de door de politie afgeluisterde telefoon plaatsvond, benadrukte [verdachte] : “… ben ik niet altijd naast je geweest”. [65] [medeverdachte 2] vervulde een onmisbare rol als toezichthouder en chauffeur van de prostituees maar ook als buffer tussen de prostituees en [medeverdachte 1]. In een afgeluisterd gesprek dat [slachtoffer 1] voerde met [slachtoffer 4] over haar bezwaren tegen een dreigende plaatsing op een andere werkplek, inhoudende dat ze direct met [medeverdachte 1] gaat praten en dat het niet zo is als vroeger dat ze met [medeverdachte 2] gaat praten en [medeverdachte 2] die zaken met [medeverdachte 1] gaat afspreken. [66]
Met betrekking tot de twee jongens [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] hebben [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] zich in grote lijnen op een soortgelijke wijze gedragen als ze dat deden ten aanzien van bovengenoemde vrouwen, zij het dat de bemoeienis van [verdachte] hier beperkter is geweest. De jongens zijn naar Nederland gekomen om hier in de prostitutie te gaan werken. [medeverdachte 1] was betrokken bij de overkomst van de jongens naar Nederland [67] . [medeverdachte 1] en [verdachte] konden de jongens aan werk en huisvesting helpen. [68] . [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] zorgde voor het vervoer en het in orde maken van de formaliteiten, zoals de inschrijving in het bevolkingsregister in Wormer en de inschrijving bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam [69] . De bedreigingen, de intensieve controle en het afnemen van geld gebeurde met name door [medeverdachte 2], waarbij [medeverdachte 2] als spreekbuis van [medeverdachte 1] heeft gefungeerd [70] . [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] mochten alleen met [medeverdachte 1] via skype praten wanneer [medeverdachte 2] er bij was [71] . Volgens [slachtoffer 6] was [medeverdachte 1] de grote baas [72] .
Mede gelet op de periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld – van 26 mei 2008 tot en met 24 april 2012 voor [medeverdachte 1] en [verdachte], en 26 juli 2011 tot en met 7 februari 2012 voor [medeverdachte 2] – acht de rechtbank het aannemelijk dat tussen de drie verdachten een samenwerkingsverband bestond dat een duurzaam karakter had en dat gestructureerd van aard was. Het gestructureerde karakter van de samenwerking kwam extra naar voren doordat [medeverdachte 1] en [verdachte] sedert 2007 met elkaar in het huwelijk zijn getreden en [medeverdachte 2] familie is van [medeverdachte 1], omdat huwelijks- en familiebanden sowieso al een structuur met daaraan verbonden onderlinge loyaliteiten in het leven roept.
Oogmerk
Het aldus duurzame en gestructureerde samenwerkingsverband van [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] had als oogmerk het plegen van mensenhandel en daarmee zoveel mogelijk geld verdienen. Dit volgt uit al hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband en samenhang beschouwd. Het samenwerkingsverband had geen andere bezigheden dan het naar Nederland brengen van personen die in de prostitutie gingen werken, het tewerkstellen in de prostitutie en het verrichten van werkzaamheden die daarmee verband houden, zoals het vervoeren van en naar werkplekken en het houden van toezicht en intensieve controle. Niet gebleken is dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] andere inkomstenbronnen hadden, waarbij wel moet worden opgemerkt dat [verdachte] zelf uiteraard ook met prostitutie inkomsten verwierf.
Deelneming
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan bovenstaande criminele organisatie. Het bewijs van het (dubbele) opzet van de verdachte, zowel op de deelname aan de organisatie, als op het algemeen oogmerk van deze organisatie, volgt uit de bewijsmiddelen en uit hetgeen hiervoor over de rol en het handelen van de verdachte is overwogen.
Voorts vervulden [medeverdachte 1] en [verdachte], naar uit het bovenstaande volgt, leidinggevende posities binnen de organisatie.
Hetgeen de raadsman overigens nog naar voren heeft gebracht, vindt zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen en/of wordt verworpen onder verwijzing naar hetgeen de rechtbank hiervoor ten aanzien van de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen heeft overwogen.
4.2. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1:
zij in de periode van 01 juni 2011 tot en met 24 april 2012 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Haarlem en/of te Utrecht en/of te Eindhoven en/of elders in Nederland, en/of in Bulgarije,
telkens tezamen en in vereniging met anderen,
[slachtoffer 1]
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven en vervoerd en overgebracht en gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), en
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en diens mededaders te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, en
4) telkens tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1],
immers hebben zij, verdachte, haar mededaders met betrekking tot die [slachtoffer 1] in voornoemde periode:
- terwijl die [slachtoffer 1] zich in een zwakke economische en financiële situatie bevond en niet bekend was met de wijze en de omstandigheden waaronder er in Nederland zelfstandig in de prostitutie gewerkt kan worden en de Nederlandse en Engelse taal niet of nauwelijks machtig was -
in Bulgarije
* die [slachtoffer 1] voorgehouden dat er in Nederland 1000 Euro per dag, in de prostitutie kan worden verdiend en dat het in de prostitutie verdiende geld grotendeels, voor die [slachtoffer 1] zou zijn, en
* die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij in Nederland Nederlandse les kon krijgen, en
* voor die [slachtoffer 1] de benodigde documenten betaald welke noodzakelijk waren om als prostituee naar Nederland te gaan, en
* die [slachtoffer 1], per auto, naar Nederland gebracht, en
(in Nederland)
* die [slachtoffer 1] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en dagen achter elkaar te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 1] bepaald welke handelingen zij diende te verrichten en welk tarief en welke werktijden zij diende te hanteren,
* die [slachtoffer 1] begeleid naar de Kamer van Koophandel en de gemeente Velsen en andere instanties en (aldus) geregeld dat [slachtoffer 1] voldeed aan de (wettelijke) voorwaarden om in Nederland als prostituee te kunnen werken,
* een woonadres voor die [slachtoffer 1] geregeld,
* die [slachtoffer 1] niet laten beschikken over haar eigen telefoon,
* een telefoon en/of telefoonnummers en/of simkaarten voor die [slachtoffer 1] geregeld,
* de werkplek(ken)/locaties bepaald voor die [slachtoffer 1],
* die [slachtoffer 1] van/naar haar werkplek(ken) gebracht en opgehaald,
* die [slachtoffer 1] nagenoeg voortdurend onder controle en toezicht gehouden en doen geloven dat ze nagenoeg voortdurend onder controle en toezicht werd gehouden,
* die [slachtoffer 1] vrijwel dagelijks, in elk geval regelmatig, verantwoording af laten leggen over het aantal prostitutieklanten waarmee die [slachtoffer 1] seksuele handelingen tegen betaling had verricht en/of over de door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geldbedragen,
* die [slachtoffer 1] verteld dat zij verantwoordelijk werd gehouden voor schade aan een auto en daardoor een schuld had bij verdachte en haar mededader van 15.000 euro,
* haar ter aflossing van die schuld en voor de kosten van haar levensonderhoud, een zeer groot deel van het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld afgenomen,
* nadat die [slachtoffer 1] niet langer hiervoor verantwoordelijk werd gehouden die [slachtoffer 1] een aanzienlijk gedeelte van het door haar in de prostitutie verdiende geld afgenomen,
* daarnaast die [slachtoffer 1] kosten in rekening gebracht voor onder andere de huur van de woning waarin die [slachtoffer 1] verbleef en chauffeurskosten en benzinekosten en de huur van de werkplekken van die [slachtoffer 1],
* die [slachtoffer 1] angst heeft ingeboezemd en
aldus en op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreëerd en in stand gehouden, waarin verdachte en haar mededaders door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 1], en misbruik hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en haar mededaders over die [slachtoffer 1] hadden;
Feit 2.
zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 25 oktober 2008 te Amsterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
[slachtoffer 2]
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), en
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en/of diens mededader te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, en
4) (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2],
immers hebben zij, verdachte, en haar mededader;
- terwijl die [slachtoffer 2] zich (in Bulgarije) in een zwakke economische en financiële en sociale positie bevond en de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was -
* die [slachtoffer 2] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 2] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en/of dagen achter elkaar en bij ongesteldheid te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 2] bepaald welke handelingen zij diende te verrichten en welk tarief en welke werktijden zij diende te hanteren,
* een woonadres en/of (een) werkplek(ken) voor die [slachtoffer 2] geregeld,
* die [slachtoffer 2] (nagenoeg) voortdurend onder controle en toezicht gehouden en doen geloven dat ze (nagenoeg) voortdurend onder controle en toezicht werd gehouden,
* die [slachtoffer 2] bedreigd met fysiek geweld (onder andere het in elkaar slaan en/of het afhakken van de handen van die [slachtoffer 2]),
* die [slachtoffer 2] (dreigend) voorgehouden te weten waar haar familie woont,
* die [slachtoffer 2] cocaïne en/of andere drugs laten gebruiken en/of laten verkopen en verstrekt,
* het door [slachtoffer 2] in de prostitutie verdiende geld, althans een aanzienlijk gedeelte van dat geld, afgenomen, en
aldus en op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 2] een situatie gecreëerd en in stand gehouden, waarin verdachte en haar mededader door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 2], en misbruik hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en haar mededader over die [slachtoffer 2] hadden;
Feit 3.
zij in de periode van 14 augustus 2011 tot en met 14 september 2011 te IJmuiden, gemeente Velsen, en te Utrecht en elders in Nederland,
telkens tezamen en in vereniging met anderen,
[slachtoffer 3]
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en een andere feitelijkheid en door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en door afpersing en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft vervoerd en overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting, en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), en
3) heeft gedwongen of bewogen verdachte en diens mededaders te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, en
4) telkens tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 3],
immers hebben zij, verdachte, en haar mededaders
met betrekking tot die [slachtoffer 3] in voornoemde periode:
- terwijl die [slachtoffer 3] zich in een zwakke economische en financiële situatie bevond en geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland had en de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was -
* die [slachtoffer 3] in de prostitutie laten werken,
* die [slachtoffer 3] gedwongen, althans bewogen, om vele uren en dagen achter elkaar te werken in de prostitutie,
* voor die [slachtoffer 3] bepaald welke werktijden zij diende te hanteren,
* een woonadres voor die [slachtoffer 3] geregeld of laten regelen,
* de werkplek(ken)/locaties bepaald voor die [slachtoffer 3],
* die [slachtoffer 3] van/naar haar werkplek(ken) gebracht en/of opgehaald,
* die [slachtoffer 3] regelmatig verantwoording af laten leggen over het aantal prostitutieklanten waarmee die [slachtoffer 1] seksuele handelingen tegen betaling had verricht en over de door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geldbedragen, en
* die [slachtoffer 3] onder controle gehouden door die [slachtoffer 3] regelmatig telefonisch en per sms te benaderen, en
* die [slachtoffer 3] medegedeeld dat zij haar geld beter aan verdachte en haar mededaders kon geven zodat verdachte en haar mededaders dat geld voor die [slachtoffer 3] konden sparen, en
* die [slachtoffer 3] medegedeeld dat het door haar verdiende geld mede zou worden aangewend voor de aflossing van een appartement in [geboorteplaats 4], van welk appartement die [slachtoffer 3] dan ook gebruik zou kunnen maken, en
* een aanzienlijk gedeelte van het door [slachtoffer 3] in de prostitutie verdiende geld afgenomen,
aldus en op enigerlei andere wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 3] een situatie gecreëerd en in stand gehouden, waarin verdachte en haar mededaders door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 3], en misbruik hebben gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en haar mededaders over die [slachtoffer 3] hadden;
Feit 4.
zij in de periode van 1 juni 2011 tot en met 24 april 2012, te IJmuiden, gemeente Velsen, althans in Nederland, en/of te Bulgarije,
tezamen of in vereniging met anderen, geldbedragen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad,terwijl zij en haar mededaders wisten dat die geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 5.
zij in of omstreeks de periode van 26 mei 2008 tot en met 24 april 2012 te IJmuiden, gemeente Velsen, en te Amsterdam, althans in Nederland, en te Bulgarije, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk: mensenhandel in vereniging, als bedoeld in artikel 273f (lid 1 ahf sub 1 en/of sub 4 en/of sub 6 en/of sub 9) wetboek van strafrecht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Onder feit 2 heeft de rechtbank ’26 mei 2008 tot en met 1 oktober 2008’ verbeterd gelezen als ‘ 1 augustus 2008 tot en met 25 oktober 2008’. Onder feit 3 heeft de rechtbank ‘1 augustus 2011 tot en met 1 september 2011’ verbeterd gelezen als 14 augustus 2011 tot en met 14 september 2011. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
mensenhandel (terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen);
ten aanzien van feit 2
mensenhandel (terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen);
ten aanzien van feit 3
mensenhandel (terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen);
ten aanzien van feit 4
medeplegen van witwassen
ten aanzien van feit 5
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze binnen georganiseerd verband schuldig gemaakt aan - kort gezegd - mensenhandel. Allereerst is bewezen verklaard dat zij tezamen met anderen een tweetal jonge Bulgaarse vrouwen, heeft aangeworven om in Nederland in de prostitutie te gaan werken en hun gedwongen er mee door te gaan. Door de vrouwen in strijd met de waarheid een andere situatie in Nederland voor te spiegelen, heeft de verdachte en haar mededaders deze vrouwen misleid. Dat [slachtoffer 4] heeft verklaard dat ze vrijwillig naar Nederland is gekomen pleit verdachte niet vrij. Eenmaal in Nederland gekomen heeft zij misbruik gemaakt van de slechte sociale en economische situatie waarin de vrouwen in Nederland verkeerden, doordat zij de taal niet spraken en volledig onwetend waren ten aanzien van de prostitutie in Nederland. In Nederland hebben verdachte en haar mededaders met agressief, dreigend en controlerend gedrag de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers op grove wijze geschonden en heeft zij op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke vrijheid van de vrouwen. Deze vrouwen, die zoals gezegd de Nederlandse taal niet spraken, waren als het ware aan de verdachte en haar mededaders overgeleverd. Zij konden zich veelal niet steeds vrij buitenshuis bewegen en werden voordurend gecontroleerd; geld wat zij verdienden moesten zij geheel of grotendeels afstaan.
Verdachte en haar mededaders hebben zich op deze wijze zonder enig respect voor de eigenwaarde van de slachtoffers door middel van hen verrijkt.
Daarnaast heeft verdachte twee Bulgaarse vrouwen die al in de prostitutie in Nederland werkten bewogen voor haar en haar mededaders in de prostitutie te blijven werken waarbij dwang, bedreiging niet werden geschuwd en intensieve controle aan de orde van de dag was.
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] maakten soms lange dagen en werkten veelal vele dagen achter elkaar. Bovendien moesten de vrouwen hun verdiensten geheel of nagenoeg geheel aan verdachte en haar mededaders afdragen. Ook voor deze vrouwen geldt dat verdachte en haar mededaders door hun gedrag de lichamelijke en geestelijke integriteit van de vrouwen op grove wijze hebben geschonden en dat ze op ernstige wijze inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke vrijheid van de vrouwen.
Verdachte heeft in een crimineel samenwerkingsverband geopereerd dat haar in staat stelde om met haar mededaders er op toe te zien dat de slachtoffers voldoende omzet maakten, er permanente druk en controle op hen kon worden uitgeoefend en er voor gezorgd kon worden dat het door de prostituees verdiende geld in hun bezit kwam. De verdachte heeft zich aldus gedurende geruime tijd schuldig gemaakt aan een reeks van zeer ernstige feiten, waarbij zij, met volledige miskenning van de lichamelijke en geestelijke integriteit van betrokkenen, haar eigen financieel gewin op de voorgrond heeft gesteld. De slachtoffers hebben dag in dag uit letterlijk aan den lijve moeten ervaren wat de gevolgen waren van de gedragingen van verdachte en haar mededaders.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan witwassen, doordat zij geld voorhanden heeft gehad dat uit mensenhandel afkomstig is. De rechtbank gaat hierbij uit van een totaalbedrag van € 22.620; zijnde de bedragen die door [slachtoffer 1] (€ 15.000,-) en [slachtoffer 4] (€ 7.620.-) zijn afgedragen. Door aldus te handelen heeft verdachte opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken, hetgeen een ernstige aantasting van de integriteit van het financieel en economisch bestel betekent.
Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen een gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de omstandigheid dat de verdachte blijkens het haar betreffend uittreksel justitiële documentatie in Nederland niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
De rechtbank is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. De rechtbank ziet aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie in de omstandigheid dat verdachte een andere rol vervulde dan [medeverdachte 1] en de vrouwen een korte tot betrekkelijk korte periode door de criminele organisatie zijn uitgebuit.
8. Vordering benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 24.400 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1. ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit € 22.400,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade het bedrag van € 22.400,- voortvloeit uit het onder bewezen verklaarde feit. De rechtbank is van oordeel dat ook de immateriële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1. bewezen verklaarde feit en het bedrag van € 2.000,- redelijk en billijk voorkomt. De vordering wordt derhalve geheel toegewezen tot een bedrag van € 24.400,-. vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien (één van) de medeverdachte(n) dit bedrag geheel of gedeeltelijk (heeft) hebben betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1. bewezen verklaarde feit is toegebracht. Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, te weten € 22.400-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 41.500 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2. ten laste gelegde feit zou hebben geleden te vermeerderen met de wettelijke rente. De gestelde schade bestaat uit € 40.500,- aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade (beide betreffen voorschotten).
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 9.000,- voortvloeit uit het onder 2. bewezen verklaarde feit. . De rechtbank is van oordeel dat ook de immateriële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2. bewezen verklaarde feit en tot een bedrag van
€ 1.000,- redelijk en billijk voorkomt. De vordering wordt derhalve geheel toegewezen tot een bedrag van €10.000,- , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank is van oordeel dat de vordering voor het overige deel dient te worden afgewezen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer 2] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 2. bewezen verklaarde feit is toegebracht. Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, te weten € 10.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 10.000 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 3. ten laste gelegde feit zou hebben geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente
De rechtbank is van oordeel dat deze materiële schade tot een bedrag van € 2.000,- voortvloeit uit het onder 3. bewezen verklaarde feit. De rechtbank gaat bij de berekening ervan uit dat [slachtoffer 3] 20 dagen voor [medeverdachte 1] en [verdachte] heeft gewerkt, waarbij het gederfde inkomen wordt gesteld op gemiddeld € 100,- per gewerkte dag. De vordering wordt derhalve toegewezen tot dat bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank is van oordeel dat de vordering voor het overige deel dient te worden afgewezen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien de medeverdachte het toegewezen bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer 3] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 3. bewezen verklaarde feit is toegebracht. Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 47, 57, 140, 420bis en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
een snorfiets;
een I-pod en
een telefoontoestel.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1]
geleden schade tot een bedrag van € 24.400,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 1], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter attentie van [rekeninghouder 1] Oudegracht, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door (één van) de medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 24.400,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 157 dagen hechtenis, met dien verstande dat dit verdachte niet van zijn betalingsverplichting ontslaat.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens (één van) de medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2]
geleden schade tot een bedrag van € 10.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 2], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter attentie van [rekeninghouder 1] Oudegracht, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 10.000 ,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis, met dien verstande dat dit verdachte niet van zijn betalingsverplichting ontslaat.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 3] geleden schade tot een bedrag van € 2.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 3], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter attentie van [rekeninghouder 1] Oudegracht, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 2.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis, met dien verstande dat dit verdachte niet van zijn betalingsverplichting ontslaat.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. E.J. van Keken en mr. J.J.M. Uitermark, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mr. A. Zeeman en F.A. Dudok van Heel,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 mei 2013.
F.A. Dudok van Heel is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De telkens hierna in de voetnoten aangehaalde tapgesprekken en sms-berichten maken onderdeel uit van het betreffende proces-verbaal waaraan zij als bijlage zijn gehecht.
2.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] d.d. 25januari 2011, p.1044, 1048
3.Proces-verbaal van verhoor van Van de Hurk d.d.12 juli 2012, p.998
4.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 22 mei 2012, p. 1624
5.Proces-verbaal m.b.t. criminele organisatie, p. 2962
6.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 22 november 2012
7.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1105
8.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2012, p. 1130
9.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p. 1106 en 1111
10.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 22 november 2012
11.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1106 - 1108
12.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 22 november 2012
13.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1108, 1109
14.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1112
15.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2012, p.1133
16.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april, p. 1109 en 1110
17.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2012, p.1132
18.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2012, p.1142
19.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2012, p 1170-1171
20.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1113 en 1114
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juli 2012, p. 1305, met fotobijlagen, p. 1306 en 1307.
22.Proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van actieve observaties op 4 en 24 november 2011, p. 1772 en 1775
23.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2012, p.1143, met als bijlage een tapgesprek met nummer 276334042 d.d. 3 april 2012, p. 1147
24.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 27 april 2012, p.1114
25.Tapgesprek met nummer 222 d.d. 3 april 2012, p. 1575-1579
26.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4] d.d. 5 juni 2012, p.1314
27.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3] d.d. 7 juni 2012, p.1315
28.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3] d.d. 7 juni 2012, p.1316
29.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3] d.d. 7 juni 2012, p.1318-1320
30.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 31 juli 2012, p.1335-1336
31.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 30 mei 2012 p.1324
32.Proces-verbaal van getuige [getuige 2] d.d. 11 juli 2012, p. 1340-1341
33.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 24 april 2012, p.1357-1358
34.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 26 april 2012, p.1362-1364
35.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 4 mei 2012, p.1370
36.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 4] d.d. 12 juli 2012, p.1435
37.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 4] d.d. 12 juli 2012, p.1437
38.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 4] d.d. 12 juli 2012, p.1438
39.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 25 januari 2011, p.1042
40.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 9 januari 2009, p. 1029
41.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 9 januari 2009, p. 1031
42.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 25 januari 2011, p.1047, 1049, 1050.
43.Proces-verbaal van getuigenverhoor [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris d.d. 15 november 2012
44.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 9 januari 2009, p. 1034
45.Proces-verbaal van getuigenverhoor [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris d.d. 15 november 2012
46.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 december 2008, p. 1022
47.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 9 januari 2009, p.1032 en 1033
48.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 25 januari 2011, p.1047 en 1048
49.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 25 januari 2011, p.1050
50.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] d.d. 25 januari 2011, p.1060-1061
51.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 2 juli 2012, p. 1071-1072
52.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 2 mei 2012, p. 1693-1699
53.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 2 mei 2012, p. 1700
54.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 15 november 2012, p. 3
55.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 2 mei 2012, p. 1700
56.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 15 november 2012, p. 3
57.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 15 november 2012, p. 5 en 6
58.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] d.d. 2 mei 2012, p.1701 en 1702
59.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 22 mei 2012, p 1737-1739
60.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2012, p 1712-1717
61.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 24 april 2012, p. 1105
62.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 12 mei 2012, p. 1462
63.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 12 mei 2012, p. 1463
64.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 22 november 2012, p. 4
65.Tapgesprek met nummer 33 d.d. 20 maart 2012, p. 3060
66.Tapgesprek met nummer 140 d.d. 5 maart 2012, p 1560
67.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 30 juli 2012, p. 1748
68.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 6] d.d. 18 juli 2012, p. 1814
69.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 5] d.d. 17 juli 2012, p. 1760
70.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 6] d.d. 18 juli 2012, p. 1817
71.Proces verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 6] bij de rechter-commissaris, d.d. 21 januari 2013, p. 3
72.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] d.d. 29 juli 2012, p. 1808