ECLI:NL:RBNHO:2013:9105
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- E.J. van Keken
- J.J.M. Uitermark
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en uitbuiting van slachtoffer in de prostitutie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 mei 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte, geboren in Bulgarije, heeft samen met anderen een vrouw geworven om in Nederland in de prostitutie te werken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer hebben misleid door haar een andere situatie in Nederland voor te spiegelen. Ondanks dat het slachtoffer verklaarde vrijwillig naar Nederland te zijn gekomen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte en zijn mededaders misbruik hebben gemaakt van haar kwetsbare positie. Het slachtoffer sprak de Nederlandse taal niet en was onwetend over de omstandigheden van de prostitutie in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer onder controle hielden, haar dwongen om te werken en haar verdiensten grotendeels afnamen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het primair ten laste gelegde feit van mensenhandel, waarbij de verdachte en zijn mededaders op grove wijze inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden en heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, tot schadevergoeding van € 7.620,- toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte verplicht is om het bedrag aan de staat te betalen indien hij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.