Uitspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 september 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan twee overvallen op supermarkten in Heemskerk en Haarlem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar werd wel schuldig bevonden aan de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid aan de overval op de Deen supermarkt te Heemskerk op 23 maart 2013. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was geweest door de medeverdachte naar de plaats delict te brengen en op hem te wachten. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte bij de overval op de Plus supermarkt in Haarlem op 12 maart 2013, waardoor de verdachte van dit feit werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met inachtneming van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht.