ECLI:NL:RBNHO:2013:9089
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- J.A.M. Jansen
- D.G.M. van den Hoogen
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne via Schiphol door verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 augustus 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 21 mei 2013 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne, een middel dat onder de Opiumwet valt. Tijdens een douanecontrole werd in de handbagage van de verdachte een koffer aangetroffen met daarin chocolaatjes die cocaïne bevatten. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van cocaïne in de chocolaatjes verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de inhoud van haar bagage en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die haar onwetendheid konden onderbouwen. De rechtbank achtte het opzet van de verdachte op de invoer van cocaïne bewezen, ondanks haar verweer. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, en de rechtbank volgde deze eis, waarbij zij de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging nam. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest.