ECLI:NL:RBNHO:2013:9058

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
RK 13/123
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding eigen bijdrage rechtsbijstand na sepot van strafzaak

Op 30 september 2013 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vergoeding van de eigen bijdrage voor rechtsbijstand. Het verzoekschrift, ingediend door mr. M.C.A. Stoop namens de verzoekster, was gericht op het verkrijgen van een vergoeding van € 419,45 ten laste van de Staat. Dit bedrag bestond uit € 150,- voor de eigen bijdrage en € 269,45 voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De strafzaak tegen de verzoekster was geseponeerd, zoals bevestigd in een brief van de officier van justitie van 28 januari 2013.

De rechtbank oordeelde dat op grond van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering de gewezen verdachte recht heeft op vergoeding van de kosten van een raadsman, mits de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel. In dit geval was de eigen bijdrage van € 150,- niet verschuldigd, omdat de zaak was geëindigd zonder straf of maatregel. De rechtbank benadrukte dat de rechtsbijstandverlener, in dit geval mr. Stoop, de eigen bijdrage aan de rechtzoekende diende te restitueren.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen gronden aanwezig waren die de toekenning van een vergoeding rechtvaardigden. Het verzoek van de verzoekster werd afgewezen, en de rechtbank wees het verzoek af op basis van de geldende wetgeving en de omstandigheden van de zaak. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. I. Hermans, en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 13/123
Parketnummer: 14/272672-11
Uitspraakdatum: 30 september 2013
Beschikking(art. 591a Sv.)

1.Ontstaan en loop van de procedure

Op 18 april 2013 is ter griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, ingekomen een door mr. M.C.A. Stoop, advocaat, ingediend verzoekschrift, gedateerd 16 april 2013, van
[verzoekster],
geboren op [datum],
wonende te [plaats],
domicilie kiezende te (1700 AG), Heerhugowaard, (postbus 280) J. Duikerweg 8A,
ten kantore van mr. Stoop, voornoemd.
Het verzoekschrift strekt tot toekenning aan verzoekster van een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 419,45,
  • € 150,- wegens de eigen bijdrage van de door de Raad voor de Rechtsbijstand met betrekking tot de strafzaak met bovengenoemd parketnummer te verlenen rechtsbijstand;
  • € 269,45 gemaakte kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het onderhavige verzoekschrift.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot inwilliging van het verzoek.

2.Beoordeling

De strafzaak tegen verzoekster is geëindigd door een brief van de officier van justitie van 28 januari 2013 aan verzoekster waarin deze meedeelt dat de strafzaak is geseponeerd.
Het door verzoekster ingediende verzoekschrift is tijdig ingediend.
Op de voet van het bepaalde in artikel 591a jo artikel 90 van het Wetboek van Strafvordering kan de gewezen verdachte – indien de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – in beginsel aanspraak maken op vergoeding van de te haren laste gekomen kosten van een raadsman.
De raadsvrouw van verzoekster heeft op 1 november 2012 voor haar cliënt een toevoeging aangevraagd bij de Raad voor de Rechtsbijstand. Die toevoeging is vervolgens verleend, onder bepaling dat verzoekster een eigen bijdrage van € 150,- aan haar raadsvrouw diende te voldoen.
Artikel 44 lid 2 van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) bepaalt het volgende:
“De eigen bijdrage is niet verschuldigd, indien een zaak eindigt zonder de toepassing van een straf of maatregel dan wel zonder toepassing van artikel 9a Wetboek van Strafrecht. De rechtsbijstandverlener restitueert de eigen bijdrage aan de rechtzoekende.”
Dat geval doet zich hier voor.
Nadat de zaak is geëindigd, kan een toegevoegde advocaat de declaratie indienen bij de Raad voor de Rechtsbijstand. Normaal gesproken wordt de eigen bijdrage van de cliënt (die de advocaat inmiddels heeft ontvangen) op de uitkering door de Raad voor de rechtsbijstand in mindering gebracht (artikel 37 lid 3 Wrb). In een situatie als waarvan in dit geval sprake is, verzoekt de advocaat in verband met het bepaalde in artikel 44 Wrb bij de declaratie om de eigen bijdrage
nietop de vergoeding in mindering te brengen. Na vaststelling van de vergoeding en nihilstelling van de eigen bijdrage dient de advocaat de eigen bijdrage terug te betalen aan de rechtzoekende.
Het is dus mr. Stoop die de eigen bijdrage aan haar cliënte diende te restitueren.
De rechtbank acht daarom geen gronden aanwezig die de toekenning van een vergoeding rechtvaardigen. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek af.

4.Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum

Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. I. Hermans, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2013.