ECLI:NL:RBNHO:2013:8698

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juni 2013
Publicatiedatum
26 september 2013
Zaaknummer
15/801195-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf na niet-naleving bijzondere voorwaarden

Op 15 april 2013 ontving de Rechtbank Noord-Holland een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf, ingediend door de officier van justitie. Deze vordering was gebaseerd op een onherroepelijk vonnis van 3 januari 2013, waarin de veroordeelde bijzondere voorwaarden waren opgelegd. De veroordeelde had zich echter niet gehouden aan deze voorwaarden, waaronder het niet meewerken aan identificatie en reclasseringstoezicht, en het niet melden bij de GGZ Reclassering Palier. De rechtbank heeft de overgelegde stukken, waaronder een advies van GGZ Reclassering Palier, bestudeerd en vastgesteld dat de veroordeelde de voorwaarden niet had nageleefd.

Tijdens de openbare terechtzitting op 18 juni 2013 was de veroordeelde niet aanwezig, noch zijn raadsvrouwe. De officier van justitie heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van drie maanden gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde onvoldoende had meegewerkt aan de voorwaarden die hem waren opgelegd, en dat zijn recidiverisico hoog bleef door zijn alcoholgebruik en andere problematiek.

De rechtbank besloot de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van drie maanden. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. E.J. van Keken, en de rechters mr. M.J. Kronenberg en mr. J.M. ten Voorde. De uitspraak vond plaats op 18 juni 2013, waarbij mr. Kronenberg en mr. Ten Voorde buiten staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/801195-12 (tul bijzondere voorwaarden)
Uitspraakdatum: 18 juni 2013
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 15 april 2013 is ter griffie van voormelde rechtbank ontvangen de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie van 12 april 2013, betreffende een onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 3 januari 2013, waarbij:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),
wonende te [adres],
is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, met bevel dat een gedeelte, groot drie (3) maanden, van die gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde:
- voor het einde van de op drie (3) jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- niet ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of niet een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- niet heeft nageleefd de bijzondere voorwaarden, dat hij zich na oproep meldt bij de GGZ Reclassering Palier, Tasmanstraat 188b, 2518 VT ’s-Gravenhage, en dat hij zich hierna zal blijven melden zo frequent en zolang GGZ Reclassering Palier dit noodzakelijk acht en veroordeelde zich, indien de GGZ Reclassering Palier dit nodig acht, ambulant laat behandelen voor de aanwezige alcoholproblematiek en indien noodzakelijk therapie om zijn traumatische jeugdervaringen te verwerken.
Op dinsdag 18 juni 2013 is deze vordering op een openbare terechtzitting behandeld.
Veroordeelde is niet verschenen. Zijn raadsvrouwe mr. H. Manik is evenmin verschenen.
Voorts was aanwezig de officier van justitie mr. F.A.C. Kooper-Gerritsen.
Van het verhandelde ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal gemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
De rechtbank heeft kennis genomen van de bij de vordering overgelegde stukken in de strafzaak met bovengenoemd parketnummer, waaronder:
- het advies tenuitvoerlegging van GGZ Reclassering Palier gedateerd 22 maart 2013, waaruit blijkt dat veroordeelde de hiervoor vermelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- een kopie van de aan veroordeelde op 14 februari 2013 toegezonden mededeling, bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 13 februari 2013.
Uit het advies tenuitvoerlegging van GGZ Reclassering Palier blijkt dat voornoemde instelling op 3 januari 2013 de opdracht kreeg tot het uitvoeren van het toezicht met betrekking tot veroordeelde en dat veroordeelde in het kader van het toezicht de standaard gedragsregels en de toezichtovereenkomst niet heeft ondertekend omdat veroordeelde niet bij de gemaakte afspraak is verschenen. Veroordeelde is ondanks herhaalde schriftelijke uitnodigingen zonder enig tegenbericht niet verschenen op de afspraken meldplicht van 5 maart 2013 en 19 maart 2013. Veroordeelde is zodoende nog niet gestart met zijn behandeling.
Veroordeelde staat in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven op het bij GGZ Reclassering Palier van hem bekende adres.
Met betrekking tot de risicoanalyse is GGZ Reclassering Palier van oordeel dat veroordeelde hoog scoort op de risicofactor alcoholgebruik. Daarnaast is veroordeelde bekend met hechtingsproblematiek en affectieve verwaarlozing. Hij lijkt zich nauwelijks te kunnen hechten. Zijn jeugd zit vol met tijdelijke verblijfadressen en wisselende opvoeders. Ook heeft hij problemen op het gebied van zijn financiële situatie hetgeen stress veroorzaakt waardoor veroordeelde veel alcohol gaat gebruiken. Gelet op het feit dat veroordeelde in het kader van het toezicht niet GGZ Reclassering Palier in beeld is gekomen, is het recidiverisico onverminderd hoog gebleven.
GGZ Reclassering Palier is op grond van het voorgaande van mening dat veroordeelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de beslissing van 3 januari 2013 van de rechtbank Noord-Holland en vraagt de rechtbank om partiële of volledige tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke strafdeel in overweging te nemen. Geadviseerd wordt voorts om een voorlopige tenuitvoerlegging te vorderen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel, dat veroordeelde de hiervoor vermelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd, nu hij zich niet heeft gehouden aan de voorschriften en aanwijzingen hem gegeven door GGZ Reclassering Palier. Bij de beslissing over de vraag of zulks daadwerkelijk dient te leiden tot de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat veroordeelde tot tweemaal toe niet is verschenen na oproepingen van GGZ Reclassering Palier met betrekking tot het voldoen aan één van de bijzondere voorwaarden, te weten de meldplicht, zodat veroordeelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de beslissing van 3 januari 2013 van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de vordering behoort te worden toegewezen.
Met inachtneming van de betrekkelijke wetsartikelen zal worden beslist als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank:
wijst toe de vordering van de officier van justitie;
gelast de tenuitvoerlegging van de eerder niet ten uitvoer gelegde gevangenisstraf, opgelegd bij vonnis van deze rechtbank d.d. 3 januari 2013, te weten een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) MAANDEN.
4. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door:
mr. E.J. van Keken, voorzitter,
mr. M.J. Kronenberg en mr. J.M. ten Voorde, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.V. Ramdharie, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dinsdag 18 juni 2013.
Mr. Kronenberg en mr. Ten Voorde zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.