ECLI:NL:RBNHO:2013:8697
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf na overtreding bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 april 2013 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die waren opgelegd bij een eerder vonnis van de rechtbank Haarlem van 4 mei 2012. De vordering tot tenuitvoerlegging was ingediend door de officier van justitie op 5 februari 2013, na meerdere overtredingen van de voorwaarden door de veroordeelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en niet heeft meegewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit, wat in strijd is met de Wet op de identificatieplicht. Daarnaast heeft hij de bijzondere voorwaarde niet nageleefd om zich te houden aan de voorschriften van GGZ Reclassering Palier, waaronder deelname aan een ambulante behandeling en urinecontroles.
Tijdens de zitting op 25 maart 2013 was de veroordeelde aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de officier van justitie was ook aanwezig. De rechtbank heeft kennisgenomen van het advies van GGZ Reclassering Palier, waaruit bleek dat de veroordeelde meerdere keren de bijzondere voorwaarden had overtreden. De veroordeelde had zich niet gemeld bij de 24-uursvoorziening Domus Almere en was niet bereikbaar voor GGZ Reclassering Palier. De rechtbank heeft de eigen verklaring van de veroordeelde in overweging genomen, waarin hij aangaf liever de gevangenisstraf uit te zitten dan in een 24-uursvoorziening te verblijven.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf moest worden toegewezen, gezien de overtredingen van de veroordeelde. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging gelast van de eerder niet ten uitvoer gelegde gevangenisstraf van zes maanden, zoals opgelegd bij het vonnis van 4 mei 2012. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.