Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Vrijspraak
primairten laste gelegde vrijgesproken.
subsidiairten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 1], wonende [adres bp], heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.059,56 ingediend wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder 1. ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 1]voornoemd de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
[slachtoffer 2], wonende [adres bp], heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.261,13 ingediend wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1. ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
niet bewezenwat aan verdachte
primairis ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
bewezendat verdachte het
subsidiairten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3 weergegeven.
gevangenisstrafvoor de duur van
88 (achtentachtig) dagen.
80 (tachtig) uren taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 40 (veertig) dagen hechtenis, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een
proeftijdvast van
twee jaren.
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
meldplicht
gedragsinterventies
[slachtoffer 1], wonende [adres bp], geleden schade tot een bedrag van
€ 3.059,56 (drieduizend negenenvijftig euro en zesenvijftig cent),bestaande uit € 559,56 voor de materiële en € 2.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]voornoemd de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 3.059,56 (drieduizend negenenvijftig euro en zesenvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
40 (veertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 2](e.v. [slachtoffer 1]), wonende [adres bp], geleden schade tot een bedrag van
€ 3.261,13 (drieduizend tweehonderdéénenzestig euro en dertien cent),bestaande uit € 761,13 voor de materiële en € 2.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]voornoemd de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 3.261,13 (drieduizend tweehonderdéénenzestig euro en dertien cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.