ECLI:NL:RBNHO:2013:8355

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
HAA 13/1820
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar en bewijs van verzending per fax

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar door verweerder, de Korpsbeheerder van de Politieregio Kennemerland. Eiser had op 4 april 2013 beroep aangetekend tegen de afwijzing van zijn verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), dat betrekking had op de Mulderbeschikking. De rechtbank heeft de zaak versneld behandeld en toepassing gegeven aan artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor een zitting niet nodig was.

De rechtbank overweegt dat volgens artikel 8:55b van de Awb de rechtbank binnen acht weken na ontvangst van het beroepschrift uitspraak moet doen, tenzij een zitting noodzakelijk is. Eiser heeft gesteld dat hij op 18 november 2012 een bezwaarschrift per fax heeft verzonden, maar verweerder heeft dit ontkend en aangegeven dat het bezwaarschrift pas op 5 april 2013 is ontvangen, als bijlage bij het beroepschrift. Verweerder heeft ook aangevoerd dat eiser het verkeerde faxnummer heeft gebruikt.

De rechtbank oordeelt dat de risico's van het verzenden per fax in beginsel voor rekening van de verzender komen. Eiser heeft weliswaar een mailbericht overgelegd dat aangeeft dat de fax succesvol is verzonden, maar dit vormt geen sluitend bewijs van ontvangst. Aangezien verweerder de ontvangst van het bezwaarschrift niet kan bevestigen en eiser niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het bezwaarschrift heeft verzonden, concludeert de rechtbank dat het bezwaarschrift niet is ontvangen.

Daarom is er geen sprake van niet tijdig beslissen door verweerder en wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 13/1820

uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen

[eiser],

te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. H.P. Olthof, te Zoeterwoude,
en
de Korpsbeheerder van de Politieregio Kennemerland,
gevestigd te Haarlem,
verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft bij brief van 4 april 2013 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar van 18 november 2012 betreffende het afwijzen van het verzoek om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) betreffende de stukken die betrekking hebben op de Mulderbeschikking met zaaknummer [zaaknummer].
De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld, onder toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vervolgens toepassing gegeven aan artikel 8:54, eerste lid van de Awb, zodat een behandeling ter zitting achterwege is gebleven.

Overwegingen

1.
Ingevolge artikel 8:55b, eerste lid, van de Awb doet de rechtbank, indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, binnen acht weken nadat het beroepschrift is ontvangen en aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb is voldaan, uitspraak met toepassing van artikel 8:54 van de Awb, tenzij de rechtbank een onderzoek ter zitting noodzakelijk acht.
2.
Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Tegen het niet tijdig beslissen staat dan ook beroep bij de rechtbank open.
3.
Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, kan het beroepschrift worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
4.
Eiser heeft op 11 oktober 2013 verweerder verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob met betrekking tot een verkeersovertreding
5.
Verweerder heeft gesteld dat hij de fax van eiser van 18 november 2012 niet heeft ontvangen. Het bezwaarschrift van eiser is niet eerder dan op 5 april 2013, als bijlage bij het beroepschrift door verweerder ontvangen. Tevens voert verweerder aan dat eiser het faxnummer van de verkeerde afdeling heeft gebruikt. Bezwaarschriften dienen binnen de politieregio altijd te worden gestuurd naar het postadres: Postbus 21, 1800 AA Alkmaar zoals ook vermeld in het door eiser bestreden besluit. Verweerder stelt zich gelet hierop op het standpunt dat geen sprake is van het niet tijdig beslissen op het bezwaar.
6.
Eiser heeft gesteld dat hij het bezwaar op 18 november 2013 per fax heeft verzonden naar faxnummer [faxnummer]. Hij heeft ter onderbouwing hiervan een mailbericht bijgevoegd met hierop aangegeven dat het faxbericht naar nummer [faxnummer] succesvol is afgeleverd op 18 november 2013.
7.
Volgens vaste jurisprudentie komen de risico's die verbonden zijn aan het verzenden per fax in beginsel voor rekening van verzender. Het ligt daarbij op de weg van de verzender om de verzending aannemelijk te maken. Het mailbericht met daarop de vermelding van succesvolle verzending dat eiser heeft overgelegd geeft weliswaar een indicatie van ontvangst, maar vormt geen sluitend bewijs. De rechtbank is van oordeel dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het betreffende verzoek per fax aan verweerder heeft verzonden.
8.
Nu verweerder de ontvangst niet kan bevestigen en bovendien voor het indienen van bezwaarschriften uitdrukkelijk de wijze van schriftelijke indiening via bovengenoemd correspondentieadres heeft opengesteld, moet worden aangenomen dat verweerder het bezwaarschrift niet heeft ontvangen.
9.
Dat verweerder de ingebrekestelling van 6 februari 2013 eveneens per fax ingediend wel heeft ontvangen doet aan het vorenstaande niet af.
10.
Gelet op het voorgaande is geen sprake van de indiening van een bezwaarschrift en derhalve geen sprake van niet tijdig beslissen. Het beroep zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
11.
Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is niet gebleken.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van I. Broekhuizen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij deze rechtbank.
Het verzet dient gedaan te worden door het indienen van een verzetschrift binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.