ECLI:NL:RBNHO:2013:830

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 februari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
139861 / ES RK 12-1033
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en ouderschapsplan met betrekking tot minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 6 februari 2013 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De vrouw heeft verzocht om een eenzijdig opgesteld ouderschapsplan aan de beschikking toe te voegen, omdat de man weigerde dit te ondertekenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de regeling in het ouderschapsplan in het belang van de minderjarige is en heeft het verzoek van de vrouw toegewezen. De man is niet verschenen ter zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De vrouw heeft verklaard dat zij en de man goed kunnen overleggen, maar dat de man geen schriftelijke afspraken wil maken over de omgang met hun minderjarige kind.

De rechtbank heeft ook de echtscheiding uitgesproken, aangezien de vrouw heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dit niet door de man is weersproken. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw zal zijn, en dat de man een bijdrage van € 187,00 per maand moet betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. Verder heeft de rechtbank de verdeling van de gemeenschap tussen partijen bevolen, met de benoeming van een notaris voor de uitvoering hiervan.

De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk effect heeft, ook al kan de man in hoger beroep gaan. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen, wat inhoudt dat de overige verzoeken van de vrouw niet zijn toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Familie & Jeugd
HZ
zaak- en rekestnummer: 139861 / ES RK 12-1033
datum: 6 februari 2013
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
advocaat mr. M. van der Himst,
tegen:
[de man],
wonende te [woonplaats],
gerekwestreerde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 21 augustus 2012;
- het betekeningsexploit.
1.2.
Binnen de daarvoor gestelde termijn is door de man geen verweerschrift ingediend.
1.3.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 21 januari 2013.
Bij die gelegenheid zijn verschenen de vrouw, bijgestaan door mr. Van der Himst.
De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen
.

2.De beoordeling

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] te [plaats].
2.2.
Het minderjarige kind van partijen is [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
2.3.
Scheiding
2.3.1.
De vrouw heeft bij het verzoekschrift een eenzijdig door haar opgesteld ouderschapsplan overgelegd en verzocht te bepalen dat de inhoud van het ouderschapsplan integraal onderdeel zal uitmaken van de beschikking. De vrouw heeft gesteld dat de man geweigerd heeft om het ouderschapsplan te ondertekenen, waardoor het niet mogelijk is om een door beide ondertekend ouderschapsplan over te leggen.
Ter zitting, waar de man niet is verschenen, heeft de vrouw het volgende verklaard.
De vrouw woont nog met de man samen. De man is op zoek naar andere woonruimte. Zij kunnen goed overleggen. De man wil alleen het ouderschapsplan niet ondertekenen omdat hij rond de omgang niets wil vastleggen en het in onderling overleg wil regelen. Dat onderling overleg verloopt vooralsnog goed, maar de vrouw wil graag een basisregeling vast hebben staan. De vrouw heeft verklaard dat de in het ouderschapsplan opgenomen regeling ook als zodanig dient te worden beschouwd. Partijen kunnen in onderling overleg van de regeling afwijken dan wel deze uitbreiden.
De rechtbank is van oordeel dat de regeling zoals deze door de vrouw in het ouderschapsplan is opgenomen in het belang van de minderjarige kan worden geacht. Het verzoek van de vrouw en het ouderschapsplan zijn ter zitting besproken, waarbij de vrouw een reden heeft gegeven waarom zij wenst dat het ouderschapsplan deel uitmaakt van de beschikking. Nu dit voorts niet door de man is weersproken zal het verzoek van de vrouw te bepalen dat de inhoud van het ouderschapsplan deel zal uitmaken van deze beschikking, als het meest in het belang van de minderjarige worden toegewezen, ook al is dit ouderschapsplan niet door beide partijen ondertekend.
2.3.2.
De vrouw heeft verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Zij heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
2.3.3.
Het verzoek tot echtscheiding zal, als niet weersproken en op de wet gegrond, worden toegewezen.
2.4.
Verblijfplaats
2.4.1.
De vrouw heeft verzocht te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar zal zijn.
2.4.2.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de hoofdverblijfplaats als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen, nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich daartegen verzet.
2.5.
Onderhoudsbijdrage
2.5.1.
De vrouw heeft verzocht een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige (hierna ook: kinderbijdrage) vast te stellen van € 187,00 per maand.
2.5.2.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de kinderbijdrage als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen.
2.6.
Verdeling
2.6.1.
De vrouw heeft verzocht de verdeling te bevelen van de tussen de partijen bestaande gemeenschap, ten overstaan van een notaris en met benoeming van onzijdige personen.
2.6.2.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot het bevel tot verdeling als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [plaats] op [huwelijksdatum];
3.2.
bepaalt dat de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], zijn hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vrouw;
3.3.
bepaalt dat de man € 187,00 per maand dient te betalen aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de voornoemde minderjarige, met ingang van de dag van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
3.4
bepaalt dat hetgeen is opgenomen in het aan deze beschikking gehechte en door de griffier gewaarmerkte ouderschapsplan, als hier herhaald en ingelast wordt beschouwd.
3.5.
beveelt partijen over te gaan tot verdeling van hun gemeenschap ten overstaan van een notaris. Voor het geval partijen het binnen veertien dagen na inschrijving van de beschikking tot echtscheiding over de keuze van een notaris niet eens zijn, benoemt de rechtbank mr. G.H. Deul, notaris te Den Helder, of diens waarnemer of opvolger. Wanneer de man niet meewerkt aan de verdeling zal mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, als zijn vertegenwoordiger optreden. Wanneer de vrouw niet meewerkt aan de verdeling zal mr.
J. de Beurs, advocaat te Den Helder, als haar vertegenwoordiger optreden;
3.6.
verklaart de beslissing met betrekking tot de hoofdverblijfplaats, de kinderbijdrage en de verdeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.F.G.H. Beckers, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 6 januari 2013.