In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [werknemer] en de besloten vennootschap Bogra B.V. [werknemer] vorderde een schadevergoeding van € 30.000,00 wegens kennelijk onredelijk ontslag, alsook een bedrag van € 3.348,09 aan pensioenschade. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat de gevolgen voor [werknemer] te ernstig waren in vergelijking met het belang van Bogra bij de opzegging. De kantonrechter overwoog dat Bogra onvoldoende had gedaan om [werknemer] te ondersteunen bij het vinden van ander werk en dat er geen financiële voorziening was getroffen voor het inkomensverlies van [werknemer]. De kantonrechter stelde vast dat [werknemer] meer dan 27 jaar in dienst was geweest en dat hij op 57-jarige leeftijd zonder ontslagvergoeding was ontslagen, wat zijn kansen op het vinden van nieuw werk aanzienlijk verminderde. De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 8.308,46 bruto, gebaseerd op het inkomensverlies van [werknemer] over een periode van tien maanden. Bogra werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en moest ook de proceskosten van [werknemer] vergoeden. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers om als goed werkgever te handelen, vooral in situaties van ontslag.