In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2013 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van een werknemer, [werknemer 1], tegen haar werkgever, Telepartners Hoorn B.V. De werknemer verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, die voortvloeiden uit veranderingen in de omstandigheden, met als argument dat de voortzetting van de arbeidsverhouding schadelijk was voor haar gezondheid. De werknemer had ook een immateriële schadevergoeding van € 10.000,00 geëist, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen grond was voor een dergelijke vergoeding naast de ontbindingsvergoeding.
De werknemer was sinds 30 januari 2012 arbeidsongeschikt door ziekte en had op 18 december 2012 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 februari 2013, waarbij beide partijen hun standpunten en bewijsstukken presenteerden. De kantonrechter oordeelde dat de door de werknemer opgenomen telefoongesprekken met de werkgever als bewijs konden worden toegelaten, ondanks het verweer van de werkgever dat dit onrechtmatig bewijs was.
De kantonrechter concludeerde dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden, omdat de relatie tussen de werknemer en de werkgever onherstelbaar was verstoord. De kantonrechter wees een ontbindingsvergoeding toe van € 2.700,00, waarbij rekening werd gehouden met de omstandigheden die tot de ontbinding hadden geleid. De werkgever werd verworpen in haar verweer dat zij geen financiële middelen had om de vergoeding te betalen. De kantonrechter benadrukte dat de werknemer niet in aanmerking kwam voor een immateriële schadevergoeding, omdat de relevante feiten al waren meegewogen bij de vaststelling van de ontbindingsvergoeding. De beslissing werd genomen met inachtneming van de belangen van beide partijen en de verplichtingen van de werkgever.