Uitspraak
Ontstaan en loop van het geding
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van mediaspelers voor douanedoeleinden. Eiseres, [X] B.V., had op 13 juni 2012 een uitnodiging tot betaling van € 90.229,75 ontvangen voor douanerechten, welke door de inspecteur was gehandhaafd na een bezwaarprocedure. Eiseres stelde dat de mediaspelers onder GN-code 8517 62 00 ingedeeld moesten worden, terwijl verweerder, de inspecteur, de indeling onder GN-code 8521 90 00 verdedigde. De rechtbank oordeelde dat de mediaspelers, gezien hun objectieve kenmerken en eigenschappen, inderdaad onder post 8521 moesten worden ingedeeld, aangezien de hoofdfunctie van de producten videoweergave was.
Daarnaast was er een geschil over de rechtmatigheid van de opgelegde douanerechten. Eiseres betoogde dat er sprake was van een vergissing van de douaneautoriteiten, waardoor de boeking van douanerechten achterwege had moeten blijven. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres de vergissing redelijkerwijs had kunnen ontdekken en dat zij onvoldoende zorgvuldigheid had betracht bij de indeling van de mediaspelers. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur terecht de utb had opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij douaneaangiften en de noodzaak voor bedrijven om zich goed te laten informeren over de juiste indeling van hun producten. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft de beslissing openbaar gemaakt.