In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De verdachte heeft een persoon, die zich voordeed als [alias], geholpen bij zijn reis naar Nederland en bij het vertrek naar Canada. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat de gesmokkelde persoon gebruik maakte van valse identiteitspapieren, namelijk een vervalst Sloveens paspoort. Dit feit ondermijnt niet alleen het internationale beleid tegen illegale toegang en verblijf, maar draagt ook bij aan de instandhouding van een illegaal circuit dat het maatschappelijk verkeer kan frustreren en corrumpeert. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan mensensmokkel en heeft een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie. De rechtbank heeft geen verzachtende omstandigheden gevonden die aanleiding gaven om van deze straf af te wijken. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 9 juli 2013, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de raadsman heeft gehoord. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bevestigd, en heeft geoordeeld dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. De verdachte is strafbaar verklaard en de rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht, in acht genomen.