Ontbinding van der arbeidsovereenkomst
De vraag die thans ter beantwoording voorligt is of de houding en het gedrag van [verweerder] het wegvallen van Tata Steels vertrouwen in [verweerder] rechtvaardigt.
Van de werkgever mag worden verlangd dat deze de verslaafde werknemer hulp biedt bij het overwinnen van diens verslaving. Daar staat tegenover dat de werknemer zelf alles in het werk moet stellen om het hulpverleningstraject te laten slagen, zijn genezing te bevorderen en te re-integreren in het werk.
Als onweersproken staat vast dat [verweerder] diverse concrete afspraken met Tata Steel in het kader van de geboden hulp stelselmatig heeft genegeerd en overtreden. Het advies van de Brijder Stichting om zich te laten opnemen heeft hij niet opgevolgd om hem moverende redenen, maar de als alternatief door de Brijder Stichting aangedragen dagbehandeling waarin hij toestemde heeft [verweerder] evenmin daadwerkelijk aanvaard; hij voldoet immers niet aan de basisvoorwaarden die de Brijder Stichting aan een dergelijke behandeling verbindt. Ook heeft [verweerder], in weerwil van de afspraak met Tata Steel daarover, geweigerd speekseltests te ondergaan. Ter zitting heeft hij daartoe aangedragen dat het zero tolerance beleid van Tata Steel geen betrekking heeft op de weekends en andere vrije dagen, en hij weigerde omdat zijn speeksel bij een test op maandag mogelijk restsporen van in het weekend gebruikte drugs zou bevatten. Dat het zero tolerance beleid het gebruik van drugs in het weekend of andere vrije dagen niet expliciet verbiedt moge zo zijn, in het onder 2 geciteerde gedeelte van de Regeling Alcohol- en Drugsgebruik staat echter uitdrukkelijk dat werknemers op het gehele bedrijfsterrein geen sporen van alcohol en drugs in het lichaam aanwezig mogen hebben. Het is dan aan [verweerder] om, als hij al drugs gebruikt tijdens het weekeinde, dat gebruik zodanig aan te passen en op een zodanig tijdstip te staken dat zich geen sporen meer in zijn speeksel meer bevinden zodra hij zich weer op de werkvloer bevindt.
Tata Steel heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij [verweerder] ruimschoots kansen en tijd heeft geboden om zijn drugsverslaving te overwinnen. [verweerder] daarentegen heeft die kansen ten onrechte onbenut gelaten. Hij is een keer weggelopen uit een behandellocatie en heeft zich vervolgens niet aan de daar geldende regels geconformeerd. Na het schenden van diverse afspraken die hij met Tata Steel heeft gemaakt, onder meer met betrekking tot het accepteren van de hiervoor bedoelde speekseltests, had van [verweerder] mogen worden verwacht dat hij de “laatste kans”die Tata Steel hem op 14 februari 2013 heeft geboden, serieus had genomen. Gebleken is echter dat [verweerder] in de zes maanden die sindsdien zijn verstreken, na eerst het advies van de Brijder Stichting om zich te laten opnemen van de hand te hebben gewezen, tot op heden nog steeds niet is begonnen met de dagbehandeling, omdat hij niet aan de daaraan gestelde voorwaarden voldoet. Dat valt hem te verwijten, tenzij – zoals [verweerder] heeft betoogd – het gegeven dat hij niets doet om van de verslaving te genezen louter het gevolg is van zijn verslaving. [verweerder] heeft echter op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat hij buiten staat is om aan de aan dagbehandeling gestelde voorwaarden te voldoen danwel om alsnog een opname als door de Brijder Stichting geadviseerd te accepteren. De laatste medische rapportage die hij heeft overgelegd dateert immers van januari 2013. Dat hij mogelijk wordt getest op ADD zoals hij ter zitting wel heeft aangevoerd, maar evenmin aannemelijk heeft gemaakt, maakt dit niet anders.
[verweerder] heeft ook aangevoerd dat hij verwacht dat hij binnen zes maanden drugsvrij zal zijn. Dat Tata Steel daarop, gezien de gang van zaken tot nu en het ontbreken van iedere onderbouwing van die verwachting, niet durft af te gaan is te begrijpen.
[verweerder] heeft ten slotte nog gewezen op de mogelijkheid voor Tata Steel, om conform de STECR richtlijn zijn salaris in te houden, in plaats van de arbeidsrelatie te beëindigen. Deze mogelijkheid heeft Tata Steel echter reeds in januari 2013 toegepast zonder dat dit enig effect op [verweerders] houding en inzet heeft gesorteerd. Dat Tata Steel in die benadering geen heil meer zag is dan ook begrijpelijk.