ECLI:NL:RBNHO:2013:7644
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake hoofdverblijf en bijstandsaanvraag
Op 25 juli 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B.G. Meijer, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, dat zijn aanvraag om bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) had afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat verzoeker niet woonachtig zou zijn op het opgegeven adres in [plaatsnaam].
Tijdens de zitting werd de vraag behandeld of verzoeker voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf had op het adres in kwestie gedurende de periode van 24 april 2013 tot en met 30 mei 2013. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker hierin niet was geslaagd. Ondanks de overgelegde verklaring van een buurman, waren de bevindingen van een huisbezoek op 27 mei 2013 doorslaggevend. Hieruit bleek dat er nauwelijks bezittingen van verzoeker in de woning aanwezig waren, wat de claim van hoofdverblijf ondermijnde.
De voorzieningenrechter benadrukte dat het aan verzoeker was om aan te tonen dat hij daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde, vooral omdat hij de aanvrager van bijstand was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en stelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tevens werd vermeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstond. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, met de griffier P.M. van der Pol aanwezig.