ECLI:NL:RBNHO:2013:7640

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 augustus 2013
Publicatiedatum
28 augustus 2013
Zaaknummer
HAA 13/3272
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van bijzondere bijstand voor inrichtingskosten in verband met individuele omstandigheden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 augustus 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een 52-jarige man, verzoeker, die bijzondere bijstand aanvroeg voor inrichtingskosten. De man was vanwege zijn slechte gezondheidssituatie vrijgesteld van arbeid en had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad was afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de individuele omstandigheden van verzoeker zwaarder wogen dan de belangen van verweerder bij handhaving van het primaire besluit. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen.

De voorzieningenrechter schorste het primaire besluit van 2 juli 2013 tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar en droeg verweerder op om binnen drie werkdagen een bedrag van € 2000,-- aan verzoeker te betalen als bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting. Dit bedrag was bedoeld voor de aanschaf van noodzakelijke artikelen zoals laminaat, behang, muurverf, en een wasmachine. De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoeker niet over de middelen beschikte om deze kosten zelf te dekken en dat de kosten voortvloeiden uit bijzondere individuele omstandigheden.

De uitspraak is gedaan in het openbaar en er is geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het door verzoeker betaalde griffierecht van € 44,-- door verweerder aan hem moet worden vergoed. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de mogelijkheid om bijzondere bijstand te verkrijgen in situaties waarin de aanvrager in een kwetsbare positie verkeert en niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/3272
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter ter zitting van 12 augustus 2013
in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde mr. H. Beekelaar
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,
verweerder.
Bij besluit van 2 juli 2013 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om toekenning van bijzondere bijstand voor inrichtingskosten afgewezen, omdat deze kosten niet worden veroorzaakt door bijzondere omstandigheden.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Voorts heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Ter zitting is verzoeker, bijgestaan door mr. H. Beekelaar, verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigden J. van der Wal en B. Slingeland.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter heeft:
  • het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen;
  • het primaire besluit van 2 juli 2013 geschorst tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar;
  • verweerder opgedragen om binnen drie werkdagen aan verzoeker bij wijze van leenbijstand een bedrag van € 2000,-- te betalen als bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting;
  • verweerder opgedragen het door verzoeker betaalde griffierecht van € 44,-- aan hem te vergoeden.

Gronden van de beslissing

1.
Vaststaat dat verzoeker een 52-jarige man is die vanwege zijn slechte gezondheidssituatie door verweerder is vrijgesteld van het verrichten van arbeid. De medische informatie over verzoeker is bij verweerder bekend. Zo is ook bekend dat bij verzoeker een astma bronchiale is geconstateerd met een bewezen huisstofmijtallergie. Verzoeker heeft ter zitting een nadere toelichting gegeven op zijn gezondheidssituatie.
2.
De voorzieningenrechter wijst vervolgens op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 24 april 2007 (LJN: BA4282). Hierin overweegt de CRvB onder meer als volgt:
‘In artikel 35, eerste lid, van de Wwb is bepaald dat, onverminderd paragraaf 2.2, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het College niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn.
De Raad is van oordeel dat bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Wwb eerst beoordeeld dient te worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de alleenstaande of het gezin noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, op welk punt het College ingevolge genoemde bepaling een zekere beoordelingsvrijheid heeft. De omstandigheid dat de alleenstaande of het gezin al dan niet de mogelijkheid heeft gehad te reserveren voor de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten, voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden.’
3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het geval van verzoeker sprake is van zodanige individuele omstandigheden, dat zijn belang bij de toekenning van bijzondere bijstand in dit geval zwaarder moet wegen dan verweerders belang bij handhaving van het primaire besluit. Deze belangenafweging leidt ertoe dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet het primaire besluit te schorsen tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar. Voorts bestaat aanleiding verweerder op te dragen om binnen drie werkdagen bij wijze van leenbijstand aan verzoeker een bedrag van € 2000,-- te betalen als bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat verzoeker hiervoor de volgende artikelen zal (kunnen) aanschaffen: laminaat, behang, behanglijm, muurverf, vitrage en gordijnen, een wasmachine en een wasdroger, wardoor de woning voor hem bewoonbaar wordt.
4.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Wel zal de voorzieningenrechter verweerder gelasten het door verzoeker betaalde griffierecht van
€ 44,-- aan hem te vergoeden.
5.
De voorzieningenrechter deelt tot slot mede dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.
Uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2013 te Haarlem door
mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van
P.M. van der Pol, griffier.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden: