Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beslissing
Gronden van de beslissing
mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van
P.M. van der Pol, griffier.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 augustus 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb) had aangevraagd. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.P. van Vulpen, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de verzoeker jonger was dan 27 jaar en dat hij onderwijs had kunnen volgen dat bekostigd werd uit 's Rijks kas. De verzoeker had een folder van de Universiteit van Amsterdam overgelegd, maar dit werd door de voorzieningenrechter als onvoldoende beschouwd om aan te tonen dat hij daadwerkelijk onderwijs zou gaan volgen.
Tijdens de zitting werd besproken dat de verzoeker op 16 mei 2013 een gesprek had gehad met zijn klantmanager, waarin werd aangegeven dat hij niet aan enkele formele vereisten voldeed. De verzoeker had vervolgens een reis naar India gemaakt en was pas op 4 juli 2013 teruggekeerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat, zelfs als de verzoeker meende dat hij met het overleggen van de folder had voldaan aan zijn onderzoeksplicht, hij alsnog contact had moeten opnemen met verweerder om eventuele misverstanden op te helderen na het ontvangen van de afwijzing.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen gronden waren die zich richtten tegen de primaire weigeringsgrond van het besluit van 26 juni 2013. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tot slot werd meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstond.