ECLI:NL:RBNHO:2013:7477

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2013
Publicatiedatum
27 augustus 2013
Zaaknummer
584410 WM VERZ 12-1592
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake administratieve sanctie verkeersvoorschriften

Op 15 januari 2013 vond in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaandam, een openbare zitting plaats in het kader van een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene, die niet aanwezig was tijdens de zitting. De kantonrechter, mr. L.M. de Vries, behandelde het beroep dat was ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie van 26 december 2011. De gedraging die aan de betrokkene was verweten, betrof het handelen in strijd met een gesloten verklaring op een weggedeelte dat bestemd was voor bepaalde categorieën voertuigen.

De betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, waarop deze de beschikking had vernietigd. De kantonrechter gaf aan dat, nu de officier van justitie de beschikking had vernietigd en de betrokkene zijn beroep niet had ingetrokken, er een beslissing moest worden genomen. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de initiële beschikking als de beslissing van de officier van justitie. Tevens werd bepaald dat het bedrag van de zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald.

De beslissing van de kantonrechter werd direct na de behandeling van de zaak meegedeeld, en een afschrift van het proces-verbaal werd verzonden aan de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en het CJIB. Tegen deze beslissing is ingevolge artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 584410 WM VERZ 12-1592
CJIB-nummer: [nummer]]
Proces-verbaal van de op 15 januari 2013 in het openbaar gehouden terechtzitting voor de behandeling van beroepzaken in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) inzake het beroep van:
naam [naam 1]
adres [adres 1]
woonplaats [adres 2]
verder te noemen betrokkene,
tegen de beslissing van de officier van justitie van 26 december 2011.
Tegenwoordig: kantonrechter mr. L.M. de Vries
griffier J. Stam
Ter zitting is verschenen:
[naam 2] namens het Openbaar Ministerie
.
Betrokkene is niet verschenen.
De gedraging -waarvoor de in deze procedure bedoelde administratieve sanctie is opgelegd- luidt, kort omschreven, als volgt: handelen i.s.m. gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bep. cat. voertuigen (doelgroepstr.).
Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift – dat zich bij de stukken bevindt – is vermeld.
De officier van justitie heeft op dat beroep beslist. Betrokkene heeft daartegen vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter en daartoe aangevoerd hetgeen in het tweede beroepschrift -dat zich eveneens bij de stukken bevindt- is vermeld.
De officier van justitie heeft, na nogmaals het dossier bestudeerd te hebben, de beschikking vernietigd. Betrokkene is daarop in de gelegenheid gesteld om zijn beroep in te trekken.
De kantonrechter beëindigt de behandeling van de zaak en geeft aan direct uitspraak te doen. De kantonrechter deelt de beslissing en de motivering daarvan mee.
[jw.sys.1.rolnummer]
Motivering van de beslissing
Nu de officier van justitie de beschikking heeft vernietigd en betrokkene zijn beroep niet heeft ingetrokken dient te worden beslist als volgt.

Beslissing:

De kantonrechter:
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt de initiële beschikking en de beslissing van de officier van justitie. Bepaalt dat het bedrag der zekerheidstelling wordt terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal.
Een afschrift van dit proces-verbaal is aan [naam 3] en aan de officier van justitie en aan het CJIB toegezonden op:
Tegen deze beslissing is ingevolge art. 14 WAHV geen hoger beroep mogelijk.