Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
.
Motivering van de beslissing
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 januari 2013 vond in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaandam, een openbare zitting plaats in het kader van een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene, die niet aanwezig was tijdens de zitting. De kantonrechter, mr. L.M. de Vries, behandelde het beroep dat was ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie van 26 december 2011. De gedraging die aan de betrokkene was verweten, betrof het handelen in strijd met een gesloten verklaring op een weggedeelte dat bestemd was voor bepaalde categorieën voertuigen.
De betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, waarop deze de beschikking had vernietigd. De kantonrechter gaf aan dat, nu de officier van justitie de beschikking had vernietigd en de betrokkene zijn beroep niet had ingetrokken, er een beslissing moest worden genomen. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de initiële beschikking als de beslissing van de officier van justitie. Tevens werd bepaald dat het bedrag van de zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald.
De beslissing van de kantonrechter werd direct na de behandeling van de zaak meegedeeld, en een afschrift van het proces-verbaal werd verzonden aan de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en het CJIB. Tegen deze beslissing is ingevolge artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) geen hoger beroep mogelijk.