In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de indeling van een kaasplank met een keramische tegel en magneetjes onder de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Eiseres, [X] BV, had een bindende tariefinlichting (bti) aangevraagd voor een kaasplankje, maar de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, verweerder, had de bti onder een andere code gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van het goed in de GN afhankelijk is van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product. Eiseres stelde dat het goed onder GN-code 4419 00 90 moest worden ingedeeld als tafel- en keukengerei van hout, terwijl verweerder de indeling onder GN-code 6912 00 50 voorstelde, als een tegel van fijn aardewerk.
De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 26 maart 2013, waar de gemachtigde van eiseres en de vertegenwoordiger van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeerde dat de tegel van keramiek met een Hollands tafereel van wezenlijk belang is voor de aantrekkelijkheid van de kaasplank, maar dat ook de houten plank essentieel is voor de functionaliteit van het product. Aangezien het niet mogelijk was om te bepalen waaraan het goed zijn wezenlijke karakter ontleent, werd indelingsregel 3c van de inleidende bepalingen van de GN toegepast. Dit leidde tot de conclusie dat het goed onder de code 6912 00 50 moest worden ingedeeld.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de inspecteur de bti terecht had gehandhaafd. De proceskosten werden niet toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.