In deze zaak heeft eiser, een teler van miniknollen en pootaardappelen, schadevergoeding aangevraagd bij het Faunafonds voor schade die grauwe ganzen aan zijn gewassen hebben veroorzaakt. Eiser heeft op 19 augustus 2010 en 19 augustus 2012 verzoeken ingediend voor tegemoetkoming in de schade. Het Faunafonds heeft op 3 mei 2011 een tegemoetkoming van € 5.880,00 toegekend, maar heeft het bezwaar van eiser tegen een later besluit ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 1 november 2012 is eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigden. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om nadere inlichtingen van verweerder te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schadevergoeding die door verweerder is toegekend, niet in overeenstemming is met de werkelijke schade die eiser heeft geleden. Eiser heeft een schadebedrag van € 14.962,50 geclaimd, maar verweerder heeft enkel € 945,00 vergoed voor de schade aan de miniknollen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de berekeningswijze van verweerder niet redelijk is en dat de schadevergoeding moet worden vastgesteld op € 1.603,13, na aftrek van een eigen risico. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.