ECLI:NL:RBNHO:2013:6599

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
25 juli 2013
Zaaknummer
96-288013-11
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte wegens naaktrecreatie in strijd met lokale verordening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich op 23 maart 2011 in Velsen-Zuid in ontklede toestand bevond aan de waterkant, terwijl naaktrecreatie op dat moment niet was toegestaan volgens de Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en een voorwaardelijke geldboete van € 100,- met een proeftijd van twee jaar.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden. De rechter overwoog dat het verbod op naaktrecreatie, zoals vastgelegd in de lokale verordening, niet van toepassing was op de door de gemeenteraad aangewezen terreinen voor naaktrecreatie. De verdachte had zich namelijk bevonden op een terrein dat voor naaktrecreatie was aangewezen van 1 mei tot en met 30 september. De kantonrechter concludeerde dat de lokale verordening in strijd was met artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat naaktrecreatie alleen strafbaar is als de betreffende plaats niet geschikt is voor ongeklede recreatie.

Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor lokale verordeningen om in overeenstemming te zijn met hogere wetgeving, en bevestigt het recht op naaktrecreatie op aangewezen terreinen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Locatie Haarlem
Kantonrechter
Parketnummer: 96- 288013-11
Uitspraakdatum: 23 juli 2013
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
9 juli 2013 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum],
wonende te [adres]

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd:
Hij, op of omstreeks 23 maart 2011 te Velsen-Zuid, gemeente Velsen, op of aan de weg, Genieweg, of op een vanaf die weg waarneembare plaats en/of op een openbaar terrein, zich heeft bevonden in een houding en/of toestand en/of kleding, die uit het oogpunt van openbare zedelijkheid kennelijk kwetsend en/of oneerbaar en/of aanstootgevend is, of redelijkerwijze uit het oogpunt van openbare zedelijkheid kennelijk kwetsend en/of oneerbaar en/of aanstootgevend kan worden geacht te zijn, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar (geheel) ontkleed aan de waterkant gelegen terwijl naaktrecreatie (op dat moment) niet was toegestaan; (art 2.8 lid 1 Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude)

2.Voorvragen

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot voorwaardelijke geldboete van € 100,- met een proeftijd van twee jaar.

4.Bewijs

Naar het oordeel van de kantonrechter is niet bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende.
Vast staat dat verdachte naakt heeft gerecreëerd op een terrein dat door de gemeenteraad voor de periode van 1 mei tot en met 30 september is aangewezen als naaktrecreatieterrein. Aangezien verdachte zich aldaar in ontklede toestand bevond op 23 maart 2011 zou hij zich hebben schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 2.8 van de algemene verordening recreatie Spaarnwoude. In lid 1 van dat artikel is - kort gezegd - bepaald dat het zich op de openbare terreinen bevinden in een houding, toestand of kleding die uit het oogpunt van openbare zedelijkheid kennelijk kwetsend, oneerbaar of aanstootgevend is of redelijkerwijze kan worden geacht te zijn, verboden is. In lid 2 van voormeld artikel is bepaald:
“Het verbod gesteld in het eerste lid is, voor zover het zich ongekleed bevinden betreft, niet van toepassing op de als zodanig door het algemeen bestuur aangewezen en aangeduide terreinen en onder door dat bestuur eventueel nader te stellen voorwaarden.”Uit het tweede lid valt af te leiden dat de verbodsbepaling van lid 1 ook ziet op naakt recreëren buiten de daartoe door het bestuur aangewezen terreinen.
In artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht is evenwel bepaald dat naakt recreëren buiten een door de gemeenteraad aangewezen terrein voor naaktrecreatie alleen strafbaar is indien de betreffende voor het openbaar verkeer bestemde plaats voor ongeklede recreatie niet geschikt is. Uit HR 24 november 1998, NJ 1999, 140 volgt dat dit artikel beoogt een landelijke en uitputtende regeling te geven. Artikel 2.8 van de algemene verordening recreatie Spaarnwoude dat naaktrecreatie strafbaar maakt buiten de door het bestuur als naaktrecreatieterrein aangeduide gebieden, ongeacht of die niet aangewezen gebieden nu wel of niet geschikt zijn voor naaktrecreatie, is derhalve in strijd met artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht. Deze omstandigheid moet naar het oordeel van de kantonrechter leiden tot vrijspraak.

5.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
430a van het Wetboek van Strafrecht en 2.8 van de algemene verordening recreatie Spaarnwoude.

6.Beslissing

De kantonrechter:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Samenstelling kantonrechter en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J. Dijk, kantonrechter,
in tegenwoordigheid van de griffier S. Cozijn,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juli 2013.