In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich op 23 maart 2011 in Velsen-Zuid in ontklede toestand bevond aan de waterkant, terwijl naaktrecreatie op dat moment niet was toegestaan volgens de Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en een voorwaardelijke geldboete van € 100,- met een proeftijd van twee jaar.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden. De rechter overwoog dat het verbod op naaktrecreatie, zoals vastgelegd in de lokale verordening, niet van toepassing was op de door de gemeenteraad aangewezen terreinen voor naaktrecreatie. De verdachte had zich namelijk bevonden op een terrein dat voor naaktrecreatie was aangewezen van 1 mei tot en met 30 september. De kantonrechter concludeerde dat de lokale verordening in strijd was met artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat naaktrecreatie alleen strafbaar is als de betreffende plaats niet geschikt is voor ongeklede recreatie.
Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor lokale verordeningen om in overeenstemming te zijn met hogere wetgeving, en bevestigt het recht op naaktrecreatie op aangewezen terreinen.