Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
Het door mevrouw [slachtoffer 7] gegeven signalement van verdachte wordt daarentegen niet van het bewijs uitgesloten, aangezien dit door haar is gegeven vóórdat (namelijk op 18 december 2012 om 16.20 uur) de onrechtmatig verkregen foto aan haar is getoond (18 december om 16.40 uur), zoals blijkt uit het proces-verbaal van verhoor met nummer PL11DW 2012082554-11 van 19 december 2012 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 7] (dossierpagina 134 en 135), het proces-verbaal met nummer PL11DW 2012082554-10 van 19 december 2012 inhoudende de bevindingen van verbalisanten [naam verbalisant 5] en [naam verbalisant 6] (dossierpagina 136 en 137) en het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van 20 maart 2013 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 7] (pagina 2).
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van sancties
Ter preventie van recidive wordt geadviseerd een (deels) voorwaarddelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde deelname aan een behandeling bij De Waag, met de systeemtherapie MST ter opvoedingsondersteuning en toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 23. De immateriële schade is gezien de omstandigheden, de ernst van het feit en de psychische gevolgen gesteld op een bedrag van € 570.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
.
10.Beslissing
200 dagen;
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren;
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
80 urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 40 dagen jeugddetentie;
[slachtoffer 3]geleden immateriële schade tot een bedrag van
€ 250en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3], voornoemd, rekeningnummer[rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 250, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
5 dagenjeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;