Uitspraak
[adres],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 april 2013 op Schiphol werd aangehouden. De verdachte arriveerde met vlucht PY994 vanuit Paramaribo, Suriname, en werd betrapt op het invoeren van cocaïne. Tijdens een douanecontrole werd in zijn bagage een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne aangetroffen, met een totaal netto gewicht van 2.922,6 gram. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte ontkende de kennis van de aanwezigheid van de cocaïne in zijn bagage, maar de rechtbank oordeelde dat hij verantwoordelijk was voor de inhoud van zijn bagage. De rechtbank verwierp de bewijsverweren van de verdachte en achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het opzet op de invoer van de cocaïne uitsloten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak, gezien de schadelijke gevolgen van cocaïne voor de gezondheid en de betrokkenheid bij de georganiseerde criminaliteit.