In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde]. De eiser, die zijn diensten aanbiedt onder de naam [titel], heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in financiële problemen verkeerde. De eiser had een overeenkomst met de gedaagde gesloten voor advies en budgetbeheer, maar de gedaagde betwistte de hoogte van de in rekening gebrachte uren en stelde dat er geen overeenstemming was over de omvang van de werkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser een vergoeding in rekening heeft gebracht voor schuldbemiddeling, wat onder de Wet op het Consumentenkrediet (WcK) valt. De rechter oordeelde dat de overeenkomst tussen partijen nietig was, omdat deze in strijd was met de WcK. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumenten in situaties van schuldbemiddeling en de noodzaak voor duidelijke overeenkomsten.