ECLI:NL:RBNHO:2013:5948
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 5 juni 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen de rechters in een aanhangige strafzaak. Verzoeker had op 29 april 2013 een verzoek tot wraking ingediend bij het College van procureurs-generaal, waarin hij grieven uiteenzette tegen diverse overheidsfunctionarissen in verband met de tegen hem aangevangen strafvervolging. Echter, het verzoek bevatte geen gronden die betrekking hadden op het optreden van de rechters in de hoofdzaak.
De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de vrees voor partijdigheid van de rechters konden onderbouwen. De rechters waren niet in de wraking berust en hadden schriftelijk gereageerd op het verzoek. Tijdens de openbare zitting op 30 mei 2013 was verzoeker niet verschenen, ondanks dat hij op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank concludeerde dat verzoeker lichtvaardig had gehandeld door het wrakingsverzoek in te dienen zonder enige onderbouwing, wat leidde tot de vaststelling van misbruik van het rechtsmiddel wraking.
De rechtbank besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de hoofdzaak niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen toegezonden. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.