ECLI:NL:RBNHO:2013:5665

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2013
Publicatiedatum
3 juli 2013
Zaaknummer
AWB-12_4776
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douanerechtelijke indeling van scheepscasco’s en de gevolgen voor douanerechten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van scheepscasco’s voor douanedoeleinden. Eiseres, [X] B.V., had in de periode van 1 mei 2009 tot en met 24 september 2009 27 aangiften ten invoer gedaan van scheepscasco’s, waarbij zij de goederencode 8901 90 10 had opgegeven, die betrekking heeft op zeeschepen. De inspecteur heeft echter op basis van een controle na invoer geconcludeerd dat deze indeling onjuist was en dat de juiste indeling onder andere goederencodes viel die betrekking hebben op binnenvaartschepen. De inspecteur heeft een uitnodiging tot betaling van douanerechten opgelegd, die door eiseres werd betwist. Tijdens de zitting op 21 mei 2013 is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en diverse kantoorgenoten aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de Belastingdienst/Douane.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de indeling van de goederen in de aangiften niet correct was, en dat de inspecteur terecht van de aangifte is afgeweken. De rechtbank heeft daarbij de relevante Europese regelgeving en jurisprudentie in acht genomen, en geconcludeerd dat de casco’s niet waren ontworpen voor de vaart in volle zee, maar voor de binnenvaart. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat de douane in het verleden een actieve gedraging heeft vertoond die haar vertrouwen zou rechtvaardigen in de juistheid van de door haar opgegeven goederencode. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de uitspraak van de inspecteur bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/4776
Uitspraakdatum: 2 juli 2013
Uitspraak in het geding tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres,
gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam Rijnmond, verweerder.
12/4776
1.
Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres op 27 april 2012 een uitnodiging tot betaling (utb) (nummer [A NUMMER] ) uitgereikt tot betaling van € 617.498,87 aan douanrechten.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 oktober 2012 de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 mei 2013.
Gemachtigde van eiseres is daar verschenen, bijgestaan door [A] LL.B, [B] , [C] en [D] , kantoorgenoten van de gemachtigde en [E] , [F] , [G] , [H] , [I] , [J] , [K] en [L] . Namens verweerder zijn verschenen mr. W.A.M. Uhlenbroek, mr. J.H. Wijnbelt, S. Stavorinus en J.C.M. Bruers.

2.Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.
Eiseres heeft in de periode van 1 mei 2009 tot en met 24 september 2009 27 aangiften ten invoer gedaan van scheepscasco’s. Eiseres heeft in deze aangiften voor deze goederen telkens de goederencode 8901 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur (GN) opgegeven.
2.2.
Verweerder heeft in februari en maart 2012 bij eiseres een controle na de invoer (cni) uitgevoerd als bedoeld in artikel 78 van het Communautair Douanewetboek (CDW). Van deze controle heeft verweerder een rapport opgesteld met datum 20 juni 2012. In dit rapport is met betrekking tot de onder 2.1 bedoelde aangiften het volgende opgenomen:
“3 Bevindingen
3.1
Bevindingen algemeen
Voor het doen van de aangiften genoemd in bijlage 1 van dit rapport heeft [X] zich ‘direct’ laten vertegenwoordigen door [A BEDRIJF] C.V. De mogelijkheid van directe vertegenwoordiging is gebaseerd op artikel 5 van de Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het Communautair Douanewetboek (hierna CDW). In de situatie van directe vertegenwoordiging wordt de vertegenwoordigde aangemerkt als aangever. In genoemde aangiften wordt [X] dus op grond van artikel 4 onder nummer 18 van het CDW aangemerkt als aangever.
3.2
Bevindingen met betrekking tot de indeling
Tijdens een controle na de invoer bij u te Zwijndrecht zijn bij u met betrekking tot de hierna genoemde aangiften voor plaatsing onder de douaneregeling in’ het vrije verkeer brengen’ (hierna aangiften) onregelmatigheden geconstateerd. De genoemde aangiften hebben allen betrekking op scheepscasco’s. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00, andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde zeeschepen. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt, zijnde andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde andere met mechanische voortbeweging. De duwbakken hadden naar mijn mening ingedeeld moeten worden onder 8901 9091 00 zijnde andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde andere zonder mechanische voortbeweging. Indien het een tankschip, niet zijnde een zeeschip, betreft dan moet de tariefpost 8901 2090 00 gebruikt worden. Uit de mij op dit moment bekende gegevens is af te leiden dat er hier geen sprake is van casco’s van zeeschepen De door ons onderzochte casco’s waren niet bestemd voor de productie van een schip ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee als bedoeld in aanvullende aantekening 1 (GN) op Hoofdstuk 89 van de Gecombineerde Nomenclatuur. Op basis van de indelingsregels 1, 2a en 6 deel ik de casco’s dan ook niet in als casco’s voor zeeschepen. Ik leid dit af uit de onderstaande bescheiden uit uw administratie en uit het uiteindelijke gebruik van de casco’s voor de binnenvaart.
(…)
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker’ betreft.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
  • Een Company Garantie, getekend op 29 mei 2008. Hierin staat vermeld dat het om de levering van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier- en binnenvaart gaat.
-Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [B BEDRIJF] BV, getekend op 07 mei 2008. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 1 mei 2009 betreft het hier documenten die
allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 15 december 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘tanker’ betreft.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 1 mei 2009 betreft het hier documenten die allen voor het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 01 december 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] Shipbuildirig B.V. getekend op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [C BEDRIJF] BV. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een lichtgewicht
dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier-en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement nr. 07KHO042. Hierin staat vermeld dat het om een ‘inland dry cargo vessel, destined for the river and other inland navigation’ gaat.
  • Een Certificate of Conformity for Hull Construction Survey No. SGI/2008-307, gedateerd
11 september 2008. Hierin staat vermeld: Checking the construction of the hull to good workmanship and according to the applicable Rules for the Classification of the Inland Navigation Vessels of Bureau [A BUREAU] .
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 1 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Final Delivery Protocol van 25 juli 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X]
B.V. getekend op 2 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een Certificate of Conformity for Hull Construction Survey No. SGI/2008-227/ATT, gedateerd 11 juli 2008. Hierin staat vermeld: Checking the construction of the hull to good workmanship and according to the applicable Rules for the Classification of the Inland Navigation Vessels of Bureau [A BUREAU] .
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [D BEDRIJF] BV, getekend op 22 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een lichtgewicht dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
  • Een bedrijfsgarantie 2008—071077-1, getekend op 1 december 2008. Hierin staat vermeld dat de koopovereenkomst tot doel heeft de levering van een dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier-en binnenvaart.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 1 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
Een Final Delivery Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 05 juni 2007.
  • Een Attestation of Launching, getekend op 18 juni 2008. Hierin staat vermeld dat het gaat om the Hull of Inland Navigation Container Vessel.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [E BEDRIJF] BV. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een lichtgewicht dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier - en binnenvaart
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 4 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 01 december 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007 Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker’ betreft.
  • Een Certificate of Conformity for Hull Construction Survey No. SGI/2008-308, gedateerd
11 september 2008. Hierin staat vermeld: Checking the construction of the hull to good workmanship and according to the applicable Rules for the Classification of the inland Navigation Vessels of Bureau [A BUREAU] .
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en VOF [F BEDRIJF] , getekend op 16 juni 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een lichtgewicht dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier -en binnenvaart.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
  • Aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 4 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [G BEDRIJF] BV, getekend op 20 juni 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier-en binnenvaart.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 5 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Van Lloyd’s Register een Marine Design Appraisal Document, getekend op 16 januari 2008. Hierin staat vermeld: the documents listed in het Appendix have been examined for compliance with the Rules and Regulations for the Classification of Inland Waterways Ships.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend de datum 01 april 2008.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [B BEDRIJF] BV, getekend op 10 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier-en binnenvaart.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 5 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 23 september 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een certificaat Verpanding van specifieke vorderingen contr.nr.CH-HU-07105, getekend op 01 juli 2008. Hierin staat vermeld dat het om de koop en levering van een casco van een dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor rivier -en binnenvaart gaat.
  • Addendum I op koopovereenkomst op 07 juni 2007, getekend op 28 januari 2008. Hierin staat vermeld dat het gaat om de koop van een nieuwbouw stalen casco van een
dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement nr. 07KH0041. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘inland dry cargo vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Een Certificate of Conformity for Hull Construction Survey No. SGI/2008-226/ATT, gedateerd 11 juli 2008. Hierin staat vermeld: Checking the construction of the hull to good workmanship and according to the applicable Rules for the Classification of the inland Navigation Vessels of Bureau [A BUREAU] .
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 6 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Final Delivery Protocol van 25 juli 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X]
B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
  • Een Pandovereenkomst tussen [X] B.V. en de [A BANK] Rotterdam betreffende een ‘voor de binnenvaart bestemde casco’, getekend op 28 april 2009.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 6 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Final Delivery Protocol van 25 juli 2008 waarin vermeld is dat het contract met [X]
B.V. getekend is op 02 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel’ betreft.
- Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 01 april 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 6 mei 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 18 september 2007 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘barge’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een
‘steel hull of inland barge’ betreft.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation No. SGI/2009-181 gedateerd 16 mei 2009 staat op de eerste pagina onder het 2e gedachtepunt ‘for the Classification of Inland Navigation Vessels’. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 14 januari 2008.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [H BEDRIJF] B.V., getekend op 14 september 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van drie duwbakken, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 9 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 26 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘barge of one combination inland vessel hull’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] BV. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een
‘steel hull of inland barge’ betreft.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [I BEDRIJF] B.V., getekend op 26 november 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een containerduwbak, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO136, getekend 25 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘newly built steel hull for inland vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 24 januari 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 9 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een
‘steel hull of inland barge’ betreft.
  • Een Bankgarantie met No [B NUMMER] van de [A BANK] , op 2 juli 2008, waarin vermeld staat betreffende een ‘steel hull for inland vessel’.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO124, getekend 25 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘hull for a vessel destined for the inland navigation’.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG131 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft.
Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
- Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 24 januari 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 9 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 26 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland vessel’ betreft.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO124, getekend 25 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘inland dry cargo vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met HulI No. 07STIG 124 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft.
Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers
operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en V.O.F. [K BEDRIJF] , getekend op 26 november 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een lichtgewicht dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Addendum nr. 1 van contract nr. 07KHO0124, getekend op 28 juni 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om inland navigation hulls.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 24 januari 2008.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland dry cargo vessel’ betreft.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 9 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een
‘steel hull of inland tanker’ betreft.
  • Een Final Delivery Protocol van 18 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker vessel hull’ betreft.
  • Van Lloyd’s Register een Certificate of Hull Construction, getekend op 20 april 2009. Hierin staat vermeld: the Hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Classification of Inland Waterways Ships.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [L BEDRIJF] B.V., getekend op 6 november 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een enkelschroefsdubbelwandige tanker, type “C” met 13 center tanks, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 10 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
- Een Final Delivery Protocol van 22 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007 Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker vessel hull’ betreft.
Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 14 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 8 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker vessel hull’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland tanker’ betreft.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en V.O.F. [M BEDRIJF] , getekend op 23 maart 2009. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 14 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 25 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland dry cargo vessel hull’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG107 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 14 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 26 september 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘barge’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland barge’ betreft.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [N BEDRIJF] , getekend op 14 maart 2008. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een containerduwbak, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO203, getekend 25 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘newly built steel hull for inland vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 11 januari 2008.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07ST1G203 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft.
Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een bankgarantie No [C NUMMER] van de [A BANK] , van 2 juli 2008, waarin vermeld staat betreffende een ‘steel hull for inland vessel’.
  • Een Verpanding van specifieke vorderingen contr.nr.CH-S9-07169, getekend de datum 3 april 2009. Hierin staat vermeld dat het om de koop en levering van een nieuwbouw stalen casco van een containerduwbak, van 76,5 x 11,45 x 4,30 m. bestemd voor rivier- en binnenvaart gaat.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 16 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en de heer [M] , getekend op 4 juni 2008. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een duwbak, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO176, getekend 19 mei 2008. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘hull for a river barge destined for the inland navigation’.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 11 augustus 2008.
  • Een bedrijfsgarantie van [X] Beheer BV met no 2008-07201-3, van 20 mei 2009, waarin vermeld staat betreffende een ‘levering van een casco duwbak bestemd voor de rivier- en binnenvaart’.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 17 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘barge’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland barge’ betreft.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [C BEDRIJF] B.V., getekend op 11 juli 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een duwbak, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO130, getekend 28 juni 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘newly built steel hull for inland vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 24 januari 2008.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG130 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een Verpanding van specifieke vorderingen contr.nr.CH-S9-07092, getekend op 27 maart 2009. Hierin staat vermeld dat het om de koop en levering van een nieuwbouw stalen casco van een duwbak, van 88,24 x 11,45 x 4,30 m. bestemd voor de rivier-en binnenvaart, gaat.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 21 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9091 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [O BEDRIJF] B.V., getekend op 1 augustus 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een duwbak, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO127, getekend 25 mei 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘a hull for a vessel destined for the inland navigation’.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 10 maart 2009.
Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG127 gedateerd 6 september 2009 staat vermeld dat het hier ‘Rules for the Classification of inland Navigation vessels’ betreft. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 21 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 2 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland vessel hull’ betreft.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 21 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een
‘inland vessel hull’ betreft.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO111. Hierin staat vermeld dat het om een ‘newly build steel hull for inland vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG111 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en de heer [N] . Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend de datum 21 maart 2008.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 21 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘steel hull of inland tanker’ betreft.
  • Een Final Delivery Protocol van 8 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland tanker vessel hull’ betreft.
  • Een bnkgarantie No [D NUMMER] van de [A BANK] , van 2 juli 2008, waarin vermeld staat betreffende een ‘steel hull for inland vessel’.
  • Een Purchasing Agreement met nr. 07KHO089, getekend 25 mei 2007, Hierin staat vermeld dat het om een ‘hull for a vessel destined for the inland navigation’.
  • Van Lloyd’s Register een Certificate of Hull Construction, getekend op 17 december 2008. Hierin staat vermeld: the Hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Classification of Inland Waterways Ships.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [P BEDRIJF] BV., V.O.F. [Q BEDRIJF] , [R BEDRIJF] B.V. en [S BEDRIJF] B.V., getekend op 2 november 2007. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelwandige tanker, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 21 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen:
  • Een Final Delivery Protocol van 15 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland vessel hull’ betreft.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07ST1G110 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classiflcation of inland Navigation vessels betreft. Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [T BEDRIJF] B.V. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland vessel hull’ betreft.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 22 september 2009 betreft het hier documenten die allen vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.
[AANGIFTENUMMER]
De aangifte heeft betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 9099 00 moeten worden gebruikt. Ik leid dit af aan de volgende documenten die ik in uw administratie heb aangetroffen
  • Een Final Delivery Protocol van 11 oktober 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘inland vessel hull’ betreft.
  • Op het Bureau [A BUREAU] Attestation met Hull No. 07STIG112 gedateerd 16 mei 2009 staat vermeld dat het hier een Hull according to the Rules for the Classification of inland Navigation vessels betreft.
Het volgende wordt door Bureau [A BUREAU] verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
  • Een koopovereenkomst tussen [X] BV en [U BEDRIJF] B.V. Hierin staat vermeld dat het om de bouw gaat van een nieuwbouw stalen casco van een dubbelschroefscontainermotorvrachtschip, bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
  • Een aanvraag certificering binnenvaartschepen gericht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, getekend op 21 maart 2008.
  • Een Technical Acceptance Protocol van 16 mei 2009 waarin vermeld is dat het contract met [X] B.V. getekend is op 25 mei 2007. Hierin wordt vermeld dat het een ‘hull of inland dry cargo vessel’ betreft.
  • Een Purchasing Agreement nr. 07KHO112, getekend 28 juni 2007. Hierin staat vermeld dat het gaat om een ‘newly built steel hull for inland vessel, destined for the river and other inland navigation’.
  • Een bankgarantie met No [E NUMMER] van de [A BANK] , de datum 2 juli 2008, waarin vermeld staat betreffende een ‘steel hull for inland vessel’.
Omdat genoemde aangifte door de Douane is aanvaard op 24 september 2009 betreft het hier documenten die alle vóór het in het vrije verkeer brengen zijn opgemaakt en getekend.”

3.Geschil

In geschil is de indeling in de GN van de onder 2.1 genoemde goederen. Eiseres staat indeling van de goederen voor onder de GN-code 8901 90 10 als zeeschepen. Verweerder staat indeling voor onder GN-code 8901 90 99, dan wel voor het geval het duwbakken betreft indeling onder GN-code 8901 90 91, dan wel voor het geval het tankschepen betreft indeling onder GN-code 8901 20 90. Voorts meent eiseres dat boeking achteraf in strijd is met het communautaire vertrouwensbeginsel, als bedoeld in artikel 220, tweede lid, aanhef, sub b van het CDW. De utb moet voorts vernietigd worden omdat verweerder heeft gehandeld in strijd met het verdedigingsbeginsel en de utb onzorgvuldig tot stand is gekomen.

4.Tariefposten, aantekeningen en toelichtingen (2009)

Post 8901 90 10
8901 Passagiersschepen, rondvaartboten, veerboten, vrachtschepen, aken en dergelijke schepen voor het vervoer van personen of van goederen:
(…)
8901 20 − tankschepen:
8901 20 10 − − zeeschepen
8901 20 90 − − andere
(…)
8901 90 – andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen:
8901 90 10 – – zeeschepen
− − andere:
8901 90 91 − − − zonder mechanische voortbeweging
8901 90 99 − − − met mechanische voortbeweging
Aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 89
De onderverdelingen 8901 10 10, 8901 20 10, 8901 30 10, 8901 90 10, 8902 00 12, 8902 00 18, 8903 91 10, 8903 92 10, 8904 00 91 en 8906 90 10 hebben alleen betrekking op schepen, ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee en waarvan de grootste buitenwerks
gemeten lengte van de romp (uitstekende delen niet medegerekend) 12 m of meer is. Voor de vaart in volle zee ontworpen en gebouwde vissersvaartuigen en reddingsboten en -schepen worden echter steeds als zeeschepen aangemerkt, ongeacht hun lengte.
Toelichting EG op hoofdstuk 89
Als ‘schepen ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee’ worden beschouwd de schepen die zodanig zijn gebouwd en uitgerust dat zij bij moeilijke weersomstandigheden (ongeveer windkracht 7 op de schaal van Beaufort) op zee kunnen verblijven. Dergelijke schepen hebben gewoonlijk een dek en een opbouw die ook bij zwaar weer waterdicht zijn.
Onder ‘grootste buitenwerks gemeten lengte van de romp’ moet worden verstaan de lengte van de romp gemeten tussen het voorste punt van de boeg en het achterste punt van het achterschip, de al dan niet met de romp tot één vorm verwerkte uitstekende delen (bijvoorbeeld roer, boegspriet, hengelplatform of duikplank) niet inbegrepen.
Als ‘zeeschepen’ worden eveneens aangemerkt de vaartuigen en luchtkussenvaartuigen die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, ook indien zij voornamelijk worden gebruikt in kustwateren, in riviermondingen, op meren, enz.

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de posten en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven.
De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
5.2.
Ingevolge de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken.
5.3.
Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ de bestemming van het product
een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het
product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de
objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest van 1 juni
1995, Thyssen Haniel Logistic, C-459/93, Jurispr. blz. I-1381, punt 13, en het arrest
Holz Geenen, punt 15). In de zaak C-486/06 (BVBA van Landeghem) van 6 december 2007 heeft het HvJ in punt 27 uiteengezet dat uit de bewoording van de post kan worden afgeleid wat de hoofdbestemming van het goed is en dat de hoofdbestemming van het goed beslissend is voor de indeling indien zij inherent is aan het goed. Voor de van gelijk gewicht zijnde (aanvullende) aantekeningen op een tariefpost geldt hetzelfde (vgl. de conclusie van A-G Van Hilten van 15 november 2010 in de zaak 10/01369, LJN: BO6782).
Recht van verdediging
5.4.1.
Eiseres betoogt dat het recht van verdediging is geschonden en dat de utb om die reden niet in stand kan blijven. Verweerder heeft weliswaar de mogelijkheid geboden om een reactie op zijn voornemen om een utb op te leggen op te laten sturen, maar heeft hier feitelijk niet naar gekeken en gewoon de voorgestane utb opgelegd. Eiseres acht dit in strijd met het zogenaamde “Sopropé” arrest.
5.4.2.
Verweerder stelt dat het voornemen voor het opleggen van de utb op 11 april 2012 aan eiseres is verzonden en dat daarin was opgenomen de mogelijkheid om voor 26 april 2012 te reageren. Op laatstgenoemde datum is per e-mail een herinneringsbericht aan eiseres verzonden. Deze heeft op diezelfde dag gereageerd met de opmerking: “Customs Knowledge heeft bezwaar aangetekend. Dat moet toch voldoende zijn”. Aan Customs Knowledge, de gemachtigde van eiseres, is geen afschrift van het voornemen gestuurd. Gemachtigde van eiseres heeft op 27 april 2012 een reactie aan verweerder gestuurd. In de utb wordt niet op deze reactie ingegaan. Verweerder stelt dat eiseres, gemachtigde van eiseres en de direct vertegenwoordiger, de douane-expediteur [A BEDRIJF] , vanaf 5 juli 2011 ruimschoots met hem inhoudelijk in gesprek zijn geweest. Dat is dus voor de controles werden ingezet en het voornemen voor het opleggen van de utb werd verzonden. Verweerder ziet niet in hoe eiseres in haar verdediging is geschaad.
5.4.3.
Uit het arrest van het HvJ van 18 december 2008 in zaak C-349/07 (Sopropé) volgt dat de ‘eerbiediging van de rechten van de verdediging’ een algemeen beginsel van unierecht vormt dat ook van toepassing is wanneer de administratie voornemens is een bezwarend besluit ten opzichte van een bepaalde persoon vast te stellen. Dit beginsel vereist, voor zover hier van belang, dat de (potentiële) adressaat van een besluit dat zijn belang aanmerkelijk raakt, in staat wordt gesteld naar behoren zijn standpunt kenbaar te maken over de elementen waarop de administratie haar besluit wil baseren. Deze procedurele verplichting rust op de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij voornemens zijn dergelijke bezwarende besluiten te nemen, voor zover die besluiten binnen de werkingssfeer van het unierecht vallen. Ook uit eerdere jurisprudentie van het HvJ blijkt dat het recht van verdediging vereist dat een ieder tegen wie een bezwarend besluit dreigt te worden genomen naar behoren de gelegenheid krijgt zijn standpunt kenbaar te maken (arrest van 24 oktober 1996, Commissie-Lisrestal, C-32/95, arrest van 21 september 2000, Mediocurso/Commissie, C-462/98, en het arrest van 12 december 2002, Cipriani, C-395/00). Het recht om te worden gehoord voordat een nadelige individuele maatregel wordt genomen is daarenboven vastgelegd in artikel 41 van het op 7 december 2000 geproclameerde Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Pb. C 364/1 van 18 december 2000), alsmede in het op 1 december 2009 in werking getreden nieuwe Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Pb. C 303/1 van 14 december 2007).
5.4.4.
Het bestreden besluit betreft een navordering van douanerechten, gebaseerd op artikel 220 van het CDW. Dit besluit is aan eiseres meegedeeld in overeenstemming met het bepaalde in artikel 221 van het CDW en valt daarom binnen de werkingssfeer van het recht van de Europese Unie. Tussen partijen is niet in geschil dat de utb de belangen van eiseres aanmerkelijk raakt.
5.4.5.
Eiseres heeft het in 5.4.2 door verweerder gestelde niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken. Daaruit volgt dat eiseres voldoende tijd is gegund om op het voornemen te reageren. Uit de reactie van eiseres op de herinneringsemail blijkt dat eiseres het niet nodig achtte te reageren. De reactie van de gemachtigde van 27 april 2012 is buiten de termijn ontvangen en daarom terecht niet in de utb verwerkt. Eiseres is niet in haar verdedigingsbelang geschaad.
Indeling van de goederen
5.5.1.
De rechtbank stelt voorop dat nu verweerder wil afwijken van de aangifte, op hem de bewijslast rust. Verweerder leidt de door hem voorgestane indelingen af uit de documenten die hij bij de onder 2.2 genoemde cni telkens bij de in geding zijnde aangiften in de administratie van eiseres heeft aangetroffen. Met name de uiteindelijke certificering van de casco’s is voor verweerder een aanwijzing voor het criterium “ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee”. Wanneer een casco wordt aangegeven voor het vrije verkeer zijn de kenmerken en eigenschappen van het casco op het moment waarop die aangifte wordt gedaan in acht genomen om de juiste goederencode vast te stellen. Het casco komt niet neutraal binnen. Er is telkens sprake van een niet afgewerkt schip dat de essentiële kenmerken vertoont van dat schip waarvoor het is ontworpen. Indelingsregel 2a moet hier worden toegepast. Het ontwerp en daarmee ook de constructie en sterkte van het schip is bepalend of het een zeeschip is. Niet is bepalend wat een schip bij de meest gunstige omstandigheden kan, maar waarvoor het is ontworpen. Zeeschepen worden niet ontworpen om te varen op binnenwateren en binnenvaartschepen worden niet ontworpen voor de vaart op volle zee. Het ontwerp en uiteraard het resultaat in de uitvoering daarvan, zijn voor de certificeringsorganisaties leidend bij de beoordeling van het gewenste gebruik van het schip. In geen enkel geval is sprake van een ontwerp van het casco voor een zeeschip.
5.5.2.
Eiseres is van mening dat objectief moet worden vastgesteld of de schepen voldoen aan de criteria die in de toelichting worden gesteld, ofwel dat voldoende is om vast te stellen dat een schip onder voorwaarden “zeewaardig” is. Niet is van belang of de schepen bedoeld zijn om op zee te worden gebruikt. Uit de tekst van de GN-toelichting op hoofdstuk 89 volgt dat de aanvullende aantekening op Hoofdstuk 89 (ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee) zo moet worden gelezen dat daaraan voldaan wordt indien “de schepen zodanig zijn gebouwd en uitgerust dat zij bij moeilijke weersomstandigheden (ongeveer windkracht 7, op de schaal van Beaufort) op zee kunnen verblijven”. Hieruit blijkt geenszins de voorwaarde dat de schepen bedoeld moeten zijn om daadwerkelijk op zee te gaan verblijven. Ook blijkt uit de toelichting dat vaartuigen die voornamelijk in de kustwateren, in riviermondingen op meren enzovoorts worden gebruikt, als zeeschepen worden aangemerkt indien zij aan de zeewaardigheidseisen voldoen. Eiseres beroept zich voorts op de uitspraak van de Tariefcommissie van 14 december 1994, nummer TC 13061 (UTC 1995/14). Met betrekking tot de aangifte eindigend op nummer [F NUMMER] dat betrekking heeft op een casco met de afmetingen 135 x 11,45 x 4,25m en dat na het brengen in het vrije verkeer is afgebouwd tot accommodatie schip en “off-shore” ingezet wordt op de Kaspische zee, stelt eiseres dat dit schip zowel zeewaardig als bedoeld is om op zee te worden gebruikt (zeegaand).
5.5.3.
Uit de bewoording van de post volgt dat om als zeeschip te kunnen worden ingedeeld in de GN bij invoer moet vaststaan, dat het goed een zeeschip is. De aanvullende aantekening op Hoofdstuk 89 onderstreept dit door te benadrukken dat onder andere onderverdelingen 8901 20 10 en 8901 90 10 alleen betrekking hebben op schepen ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee. Uit hetgeen de rechtbank onder 5.3 heeft overwogen volgt dat in de bewoording van de post en ook genoemde aanvullende aantekening tot uitdrukking wordt gebracht dat hierin een bestemming besloten ligt die bij de indeling van de onderhavige goederen ten tijde van de invoer een belangrijke rol speelt. Uit de bewoording van de post en de aanvullende aantekening volgt dat ten tijde van de invoer de hoofdbestemming van het goed zeeschip moet zijn en dat dit beslissend is voor de indeling indien zij inherent is aan het goed. Verweerder heeft met de onder 2.2 genoemde bevindingen onder 3.2 van het controle rapport bij de onderscheidenlijke aangiften vermelde en in de administratie van eiseres aangetroffen documenten, voldoende aannemelijk gemaakt dat de vermelde goederencode in de aangiften onjuist is. De aankoop van het casco is steeds gericht geweest op een casco voor binnenschip, tanker of duwbak voor de binnenvaart. Ten tijde van de invoer was blijkens die documenten steeds de bestemming van de casco’s, binnenschip, tanker of duwbak voor de binnenvaart. De casco’s zijn blijkens deze documenten niet ontworpen als zeeschip. Het moet er daarom voor worden gehouden dat deze casco’s ten tijde van de invoer niet de bestemming van zeeschip hadden en dat dit, gelet op het ontwerp, inherent was aan deze goederen. Verweerder is daarom terecht van de aangifte afgeweken en heeft de correcties terecht aangebracht. De opvatting van eiseres met betrekking tot de GN-toelichting volgt de rechtbank niet. Allereerst is de toelichting slechts een hulpmiddel en geen wettelijk verbindende bepaling. Daarenboven volgt uit de toelichting niet dat, indien aan de “zeewaardigheidcriteria” wordt voldaan, het casco dan automatisch een zeeschip is. Deze criteria benadrukken veeleer dat een zeeschip daaraan tenminste moet voldoen. Het beroep op de uitspraak van de Tariefcommissie faalt, omdat die uitspraak betrekking heeft op een specifiek vaartuig. De feiten van die casus stemmen niet overeen met de onderhavige. De aangifte eindigend op nummer [F NUMMER] heeft blijkens hetgeen daarover onder 2.2 is vermeld duidelijk betrekking op een casco dat ten tijde van de invoer bestemd is voor de rivier en binnenvaart. Wat er nadien met het casco is gebeurd is niet van belang voor de indeling in de GN. Uit de documenten die betrekking hebben op dit casco kan niet worden opgemaakt dat dit casco ten tijde van de invoer de bestemming zeeschip had.
Vertrouwensbeginsel
5.6.1.
Eiseres beroept zich erop dat de direct vertegenwoordiger van eiseres [A BEDRIJF] , medio 2006 een gesprek heeft gehad met de douaneautoriteiten over de invoer van scheepscasco’s uit de Chinese Volksrepubliek en de daarbij te hanteren GN-code.
Eiseres concludeert dat de aangifte eindigend op nummer [G NUMMER] door verweerder is gecontroleerd en dat in de verificatiebevinding is vastgelegd dat de aangegeven GN-code correct was. Hierdoor is sprake van een actieve gedraging hetgeen door verweerder is bevestigd door alleen van deze ene aangifte niet na te vorderen. Dit betekent dat de douaneautoriteiten zich hebben vergist, waardoor op grond van artikel 220, tweede lid, aanhef, letter b van het CDW de wettelijk verschuldigde rechten niet mogen worden geboekt. De douane heeft jaren achtereen de aangiften met de aangegeven goederencode geaccepteerd. Dit stilzitten van verweerder leidt tot een actieve gedraging.
5.6.2.
Verweerder stelt dat slechts telefonisch van gedachten is gewisseld met een ambtenaar van het aangiftepunt. Het indelingsvraagstuk is niet voorgelegd aan het gespecialiseerde team dat landelijk verantwoordelijk is voor de afgifte van een bindende tariefinlichting (bti). Verweerder bestrijdt de juistheid van de weergave van het telefoongesprek in de tot de stukken van het geding behorende memo van 24 juli 2006 en de verklaringen van 11 april 2012. Hij heeft contact laten opnemen met de thans gepensioneerde ambtenaar. Deze kan zich niet herinneren een stellig standpunt te hebben ingenomen met betrekking tot de tariefindeling van de casco’s. Hij is goed op de hoogte met de procedures binnen de douanedienst en acht het waarschijnlijk dat hij heeft geadviseerd contact op te nemen met het bti-team. Aanleiding voor het telefonische contact is niet de classificatie van de casco’s geweest, maar het gevolg van het feit dat na 1 januari 2006 het nulrecht op grond van het algemeen preferentieel systeem niet meer van toepassing is op goederencode 8901 90 99 in combinatie met Chinese oorsprong. Men is toen op zoek gegaan naar een andere code en dat was de code voor zeeschip. Voor 1 januari 2006 zijn de casco’s niet aangegeven als zeeschip. Er is hier sprake van een gewijzigd aangifte gedrag en daarom had eiseres de vergissing zelf kunnen ontdekken. Verweerder bestrijdt het standpunt van eiseres met betrekking tot de aangifte eindigend op nummer [G NUMMER] . Ten eerste is eiseres niet de aangever. [A BEDRIJF] is weliswaar ook voor deze aangifte opgetreden als direct vertegenwoordiger, maar eiseres was in deze aangifte niet de aangever. Dat was een derde. Eiseres kan geen beroep doen op het bij die aangifte eventueel opgewekte vertrouwen. Mocht dit vertrouwen inderdaad zijn gewekt, dan komt dat slechts aan die derde toe. Ten tweede blijkt met betrekking tot deze aangifte uit de daarbij behorende controleopdracht 3298, dat de controle uitsluitend gericht is geweest op de vaststelling van het verband tussen bescheiden en betrokken casco. Tevens werd gecontroleerd of er sprake was van aan accijns onderworpen goederen, in casu brandstof. De inzet van de controle en de uitslag hebben dus geen betrekking op de aangegeven goederencode. Er is geen sprake van, dat uit het stilzitten van de douane kan worden afgeleid dat hier sprake is van een actieve gedraging. De jurisprudentie waarop eiseres doelt, stamt uit 1993 (Hewlett-Packard). Deze jurisprudentie is niet toepasbaar in het huidige digitale tijdperk waarbij het geautomatiseerde systeem gewoonlijk de aangifte zonder tussenkomst, dus zonder actieve gedraging, van de douane direct afdoet. Een beroep op het vertrouwensbeginsel faalt ook omdat de aangiften niet voldoen aan alle voorschriften van de geldende regeling. De omschrijving van de goederen op de aangifte “scheepscasco” stemt niet overeen met de aangegeven goederencode.
5.6.3.
Volgens vaste jurisprudentie van het HvJ beoogt artikel 220, tweede lid, aanhef, sub b, van het CDW de bescherming van gewettigd vertrouwen van de douaneschuldenaar (in de juistheid van alle factoren die een rol spelen bij het besluit om al dan niet tot boeking achteraf van douanerechten over te gaan). Op grond van deze bepaling wordt niet overgegaan tot boeking achteraf van douanerechten indien de volgende vier, cumulatieve voorwaarden zijn vervuld: het niet heffen van de rechten is te wijten aan een vergissing van de bevoegde autoriteiten zelf; de vergissing is van dien aard dat zij redelijkerwijze niet kon worden ontdekt; de douaneschuldenaar is te goeder trouw; en de douaneschuldenaar heeft aan alle voorschriften van de geldende regeling inzake de douaneaangifte voldaan. Uit het arrest van het HvJ van 27 juni 1991, C-348/89, inzake Mecanarte, volgt dat vergissingen inzake de uitlegging of de toepassing van de voorschriften betreffende de rechten bij invoer of bij uitvoer, die de belastingschuldige niet redelijkerwijze kon ontdekken, alle vergissingen omvatten, wanneer zij het gevolg zijn van een actieve gedraging.
5.6.4.
Op eiseres rust de bewijslast haar stelling aannemelijk te maken dat de voorwaarden zijn vervuld. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aan haar bewijslast heeft voldaan. Uit het telefonisch contact tussen [A BEDRIJF] en de douane medio 2006 volgt niet dat hier sprake is van een actieve gedraging van verweerder. Eiseres heeft geen bewijs geleverd dat de douane stellig en zonder voorbehoud een tariefinlichting heeft gegeven. Verweerder heeft het door eiseres aangevoerde indirecte bewijs gemotiveerd weersproken. Van een professionele marktdeelnemer als [A BEDRIJF] mag worden verlangd, indien zij zekerheid had willen verkrijgen omtrent de juistheid van de GN-indeling van de scheepscasco’s, dat zij een bti aanvraagt. Uit het gewijzigde aangiftegedrag en het met de douane gevoerde gesprek over de classificatie van de scheepscasco’s, volgt bovendien dat [A BEDRIJF] zelf twijfels had omtrent de GN-indeling van de scheepscasco’s. Het hebben van deze twijfels verzet zich tegen de toepassing van het vertrouwensbeginsel in het onderhavige geval, omdat hieruit volgt dat eiseres redelijkerwijs de vergissing zelf had kunnen ontdekken. Eiseres wordt in deze vereenzelvigd met haar direct vertegenwoordiger [A BEDRIJF] (zie HvJ zaak T-382/04, Heuschen & Schrouff, van 30 november 2006 punten 65 en 66).
5.6.5.
Uit de stukken van het geding en hetgeen ter zitting is komen vast te staan volgt dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de controleopdracht 3298 geen betrekking heeft gehad op het vaststellen van de GN-code van het aangegeven casco. Ook voor deze aangifte geldt het hierboven overwogene. Eiseres had de eventuele vergissing redelijkerwijs zelf kunnen ontdekken. Ook aan het vereiste van het voldoen aan alle voorschriften van de geldende regeling is in deze niet voldaan. Van de omschrijving van de goederen als “scheepscasco” in de aangifte en de vermelding van de goederencode 8901 90 10 kan niet worden gezegd dat deze correct en zodanig compleet zijn dat niets feitelijk nieuws aan het licht zou komen wanneer de aangifte later wordt gecontroleerd. Het feit dat eiseres bij deze controle niet de aangever is geweest behoeft hier geen bespreking.
Het verwijt dat de douane jaren achtereen stil heeft gezeten en dat dit resulteert in een actieve gedraging, een vergissing die een beroep op vorenbedoelde vertrouwensbeginsel rechtvaardigt, faalt. Afgezien van de vraag of hier sprake zou kunnen zijn van een jarenlang passief gedrag dat tot een vergissing zou kunnen leiden – verweerder voert goede argumenten aan om deze vraag ontkennend te beantwoorden – kan een beroep op het vertrouwensbeginsel ook hier om eerder genoemde redenen, zoals het redelijkerwijs zelf kunnen onderkennen van de vergissing en het niet voldoen aan alle voorschriften van de geldende regeling, niet slagen.
UTB onzorgvuldig tot stand gekomen
5.7.1.
Eiseres stelt dat de utb onzorgvuldig tot stand is gekomen, omdat verweerder afstand heeft genomen van uitspraken en stellingen dat een “binnenvaartschip”of “inland navigation vessel” niet automatisch niet als een zeeschip kwalificeert, terwijl dit altijd wel het uitgangspunt is geweest in de fase voorafgaand aan het opleggen van de utb en bij het opleggen van de utb. Een echte discussie kon in de voorfase niet gevoerd worden, omdat de douane zelf ook nog aan het “leren” was op welke wijze zij de controle moest uitvoeren en zou kunnen vaststellen hoe een schip moet worden geclassificeerd.
5.7.2.
Verweerder stelt dat de utb niet op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Op
1 maart 2011 heeft de douane de indeling van scheepscasco’s als zijnde zeeschepen onderkend als een risico zoals bedoeld bij artikel 4, lid 25, van het CDW. Dat is toen ook aan de direct vertegenwoordiger van eiseres bekend geworden. Dit is geen uitleg van een gewijzigd standpunt maar een actieve gedraging inzake de controle van de classificatie van goederen en maakt deel uit van de controlesystematiek.
5.7.3.
De rechtbank is van oordeel dat met hetgeen eiseres daarover heeft aangevoerd niet gesproken kan worden van het onzorgvuldig tot stand komen van de utb, wat daar verder ook van zij. Vereist is dat de utb voldoende is gemotiveerd en daarvan is hier sprake.
5.8.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

6.Proceskosten

De rechtbank vindt geen aanleiding tot een veroordeling in de proceskosten.

7.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Roke voorzitter, mr. M.H.L.C. Bijvoet en mr. M.C.A. Onderwater, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Lambeck, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2013.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.