ECLI:NL:RBNHO:2013:5302
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven na gebrek aan objectieve aanwijzingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een uitkering op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) had aangevraagd, en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, die deze aanvraag had afgewezen. Eiser had op 27 juli 2008 aangifte gedaan van mishandeling, maar de strafzaak tegen de verdachte was geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende objectieve aanwijzingen waren om te concluderen dat eiser daadwerkelijk slachtoffer was van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. De rechtbank heeft de beslissing van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven getoetst aan de hand van de relevante wetgeving en beleidsregels. Hierbij is benadrukt dat de beoordeling van aanvragen om uitkeringen uit het schadefonds terughoudend moet plaatsvinden, gezien de discretionaire bevoegdheid van de Commissie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verklaringen van eiser en de verdachte elkaar tegenspreken en dat er geen andere objectieve aanwijzingen zijn die de verklaring van eiser ondersteunen. Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat de Commissie in redelijkheid de aanvraag van eiser kon afwijzen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.