2.4.Tot de stukken van het geding behoren voorts onder meer de volgende bescheiden, te weten:
- behorende bij de aangifte [NUMMER 6]:
- een “debit note” van [I BEDRIJF] aan [A BEDRIJF] van 17 april 2007 waarin onder meer het volgende is vermeld: “[NUMMER 7] shipment is from [E BEDRIJF]”;
- een door partijen ondertekend document “Proforma Invoice”, bestaande uit twee pagina’s met als seller [E BEDRIJF]., LTD en als buyer [A BEDRIJF] en ordernummer [NUMMER 7] en een bedrag van $ 29.144,58;
- een verzoek tot opening van documentair accreditief met daarin onder meer vermeld de omschrijving van de goederen: “OKOUME B/BB, PLYWOOD, 1220 x 2500 MM CONTRACT NR. [NUMMER 7]” en met als begunstigde [H BEDRIJF]. LTD en een bedrag van USD 29.144,58;
- behorende bij de aangifte [NUMMER 5]:
- een door partijen ondertekend document “Proforma Invoice”, bestaande uit twee pagina’s met als seller [E BEDRIJF]., LTD en als buyer [A BEDRIJF] en ordernummer [NUMMER 7] en een bedrag van $ 222.924,47;
- een verzoek tot opening van documentair accreditief met daarop handgeschreven “[TEKST] please check this aplication [D]” en waarin onder meer is vermeld als begunstigde [H BEDRIJF] LTD en een bedrag van USD 222.924,47;
- een verzoek tot opening van documentair accreditief met daarin onder meer vermeld de omschrijving van de goederen: “OKOUME B/BB, PLYWOOD, 1220 x 2500 MM and 950 x 2150 MM. CONTRACT NR. [NUMMER 8]”;
- een viertal e-mails van 8 en 9 mei 2007 tussen [I BEDRIJF] en [D] (werkneemster van [A BEDRIJF]) met als onderwerp RE: [TEKST];
- behorende bij de aangifte [NUMMER 3]:
- een “debit note” van [I BEDRIJF] aan [A BEDRIJF] van 17 april 2007 waarin onder meer het volgende is vermeld: “[TEKST]”;
- een door partijen ondertekend document “Proforma Invoice” met als seller [E BEDRIJF]., LTD en als buyer [A BEDRIJF], ordernummer [NUMMER 9] en een bedrag van $ 233.550,46;
- een bescheid met vermelding van contractnummer [NUMMER 9], aflader [E BEDRIJF], koper [B BEDRIJF], volume 386 m³ en ordernummer [NUMMER 10];
- een verzoek tot opening van documentair accreditief met daarin onder meer vermeld de omschrijving van de goederen: “OKOUME B/BB, PLYWOOD, 1220 x 2500 MM and 950 x 2150 MM. CONTRACT NR. [NUMMER 9]”, met als begunstigde[H BEDRIJF] LTD en een bedrag van USD 233.550,46;
- een brief van [G BEDRIJF] van 26 juni 2007 met daarop in de rechterhoek handgeschreven de tekst “[NUMMER 9] [E BEDRIJF]-[B BEDRIJF]”;
- een proces-verbaal van ambtshandeling van een opsporingsambtenaar van de Belastingdienst/FIOD van 11 februari 2011, [NUMMER 11], met betrekking tot de vertaling van de hiervoor opgenomen “proforma invoices”, waarin onder meer is vermeld dat de proforma invoices kunnen worden beschouwd als getekende contracten betreffende de fabricage en levering van multiplex van Okumé-hout en waarin de tussen [A BEDRIJF] en [E BEDRIJF]., Ltd. overeengekomen voorwaarden met betrekking tot de fabricage en levering zijn opgenomen;
- een proces-verbaal van bevinding, DFB-nummer [NUMMER 12], waarin opgenomen een verklaring van [C], directeur van [A BEDRIJF], van 25 februari 2010, die het volgende heeft verklaard:
“Ten aanzien van de betreffende transacties zijn door mij begin 2007 gesprekken gevoerd met [D BEDRIJF]. Ik heb hiertoe het bedrijf [D BEDRIJF] bezocht en haar producten bekeken. De kwaliteit die door [D BEDRIJF] geleverd kon worden voldeed echter niet aan de “[A BEDRIJF] standaard”. Een zusterbedrijf van [D BEDRIJF], [E BEDRIJF]. Ltd, is eveneens door mij bezocht, waarbij mij is gebleken dat haar producten wel voldeden. Vervolgens zijn door mij (prijs) afspraken gemaakt volgens de standaard van [A BEDRIJF]. De geleverde producten zijn geproduceerd door [E BEDRIJF], echter prijsafspraken, het “regelwerk”en de logistieke afhandeling is verzorgd door [D BEDRIJF]. [I BEDRIJF] heeft haar kwaliteitscontroles in het kader van de relevante transacties uitgevoerd bij [E BEDRIJF]”;
- ( delen van) het proces-verbaal van verhoor van de Belastingdienst/FIOD waarin [C] onder meer het volgende heeft verklaard:
“Ja, daar werden contracten van gemaakt. De contracten werden opgesteld tussen [D BEDRIJF] en [A BEDRIJF]. Deze contracten moeten in de files zitten die op kantoor aanwezig waren. Ik hoor van u dat u deze niet hebt aangetroffen in de inbeslaggenomen administratie. Ik zou niet weten waar deze contracten dan nu wel zouden zijn. Ik ga dat zeker nakijken. Misschien zitten ze nog wel in de verhuisdozen. Ik ga op zoek. Ze moeten zeker ergens zijn.”
en
“Ik ben het daar niet mee eens. Ik ga er nog steeds van uit dat [D BEDRIJF] dit geproduceerd heeft. Ik kan me best voorstellen dat u het anders ziet aan de hand van de bescheiden die u hebt gezien. Ik ben daar naar toe geweest en alles gezien. Ik heb steeds verteld dat [D BEDRIJF] moest produceren en ik heb bij [E BEDRIJF] gesproken over te leveren kwaliteit van het fineer gelet op het te leveren eindproduct.”