In deze zaak hebben eisers, eigenaren van een perceel in Bergen, een omgevingsvergunning aangevraagd voor het slopen van een bestaande schuur/hobbyruimte en het bouwen van een nieuwe paardenschuur/hobbyruimte. De aanvraag werd op 25 april 2012 ingediend, maar verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, heeft deze geweigerd. De weigering was gebaseerd op de stelling dat het bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Noord', omdat het de maximaal toegestane oppervlakte voor bijgebouwen overschreed.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen deze weigering. Tijdens de zitting op 25 februari 2013 is eiser [eiser 1] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J.G. Schmidt. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, E. Visser. De rechtbank heeft overwogen dat op de zaak het overgangsrecht van toepassing was, aangezien het bestreden besluit vóór 1 januari 2013 was bekendgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers een perceel bezitten met meerdere woningen en bijgebouwen, en dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning in strijd was met het bestemmingsplan, dat een maximale oppervlakte voor bijgebouwen voorschrijft.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers niet voldoende gronden hebben aangevoerd tegen de weigering van de vergunning en dat de verweerder terecht geen aanleiding heeft gezien om de aanvraag aan te houden. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, waarbij is opgemerkt dat er geen sprake was van gelijke gevallen met andere bouwprojecten in de omgeving. De uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau op 11 april 2013, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.