Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
N.V. UNIVÉ ZORG,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vorderde N.V. Univé Zorg betaling van een bedrag van € 950,75 van de gedaagde, die achterstanden had in de betaling van zijn zorgpremie. De gedaagde was verzekerd bij Univé en had zijn premieverplichtingen niet nagekomen, wat leidde tot inschakeling van het Centraal Administratie Kantoor (CVZ) voor de inning van de premie. De gedaagde had echter per 1 januari 2011 zijn verzekering bij het CVZ beëindigd, maar het CVZ bleef onterecht bedragen van zijn Wajong-uitkering inhouden. De kantonrechter moest beoordelen of de gedaagde nog steeds aansprakelijk was voor de premiebetalingen aan Univé, ondanks de automatische inhoudingen door het CVZ na de afmelding.
De rechter oordeelde dat, hoewel de gedaagde tekort was geschoten in zijn betalingsverplichtingen, eventuele fouten van het CVZ bij de uitvoering van zijn wettelijke taak niet voor risico van de gedaagde kwamen. De inning van premie bij wanbetalers is een wettelijke taak van het CVZ, en Univé had het initiatief genomen om het CVZ in te schakelen. De rechter concludeerde dat de bedragen die door het CVZ waren ingehouden, moesten worden beschouwd als premiebetalingen aan Univé. Dit leidde tot de conclusie dat de gedaagde al aan zijn betalingsverplichting had voldaan, en de vordering van Univé werd afgewezen. Univé werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zorgverzekeraars en het CVZ in situaties van wanbetaling en de bescherming van de belangen van verzekerden.