In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [X], en de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad. Eiseres had beroep ingesteld tegen de vastgestelde waarde van haar woning voor het kalenderjaar 2012, die door de gemeente was vastgesteld op € 254.000. Eiseres betoogde dat de waarde te hoog was, vooral vanwege de ligging van de woning aan een drukke rondweg, wat leidde tot aanzienlijke geluids- en verkeersoverlast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de woning op de waardepeildatum, 1 januari 2011, in geschil was en dat eiseres een lagere waarde van € 235.000 bepleitte.
Tijdens de zittingen is gebleken dat de waarde van de woning niet alleen afhankelijk is van de fysieke kenmerken, maar ook van de omgeving. De rechtbank oordeelde dat de ligging aan de rondweg een belangrijke factor is die in de waardering moet worden meegenomen. De rechtbank heeft de waarde van de woning uiteindelijk verlaagd naar € 235.000, omdat de gemeente onvoldoende had aangetoond dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank oordeelde dat de uitspraak op bezwaar onvoldoende gemotiveerd was en dat eiseres recht had op vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en de waarde van de woning vastgesteld op € 235.000. Tevens is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 18. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.