ECLI:NL:RBNHO:2013:12991

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 maart 2013
Publicatiedatum
6 januari 2014
Zaaknummer
AWB-12_4889
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van digitale camcorder onder douanewetgeving

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van een digitale camcorder onder de juiste GN-code. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde J.P. Verstraten, had op 1 maart 2012 een bindende tariefinlichting (bti) aangevraagd voor het product, dat zij wilde indelen onder GN-code 8525 80 91. De inspecteur had echter de indeling onder dezelfde code gehandhaafd na een bezwaar dat op 14 september 2012 was afgewezen. Eiseres stelde dat het product niet in staat was om 30 minuten video in één opname op te nemen, wat volgens de regelgeving een vereiste is voor indeling onder de door de inspecteur toegewezen code. Tijdens de zitting op 21 februari 2013 werd het standpunt van beide partijen besproken. Eiseres betoogde dat de camcorder na 20 minuten automatisch een nieuwe opname startte, waardoor het niet als een enkele opname kon worden beschouwd. De inspecteur daarentegen stelde dat de opname niet werd gestopt, maar slechts werd onderbroken, en dat er geen beelden verloren gingen tussen de bestanden. De rechtbank oordeelde dat, ondanks dat er technisch gezien meerdere bestanden werden aangemaakt, het product in staat was om 30 minuten video op te nemen, en dat het dus correct was ingedeeld onder GN-code 8525 80 91. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van de inspecteur.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/4889
Uitspraakdatum: 28 maart 2013
Uitspraak in het geding tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: J.P. Verstraten,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam Rijnmond, verweerder.

1.Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft op 4 mei 2012 een bindende tariefinlichting (hierna: bti) met het nummer [NUMMER] aan eiseres afgegeven.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 september 2012 het bezwaar afgewezen en de bti gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 februari 2013. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde, bijgestaan door zijn kantoorgenoot [A]. Tevens zijn verschenen [B] en [C], beiden werkzaam bij eiseres. Namens verweerder zijn verschenen mr. J.H. Wijnbelt en G.J. Werksma.

2.Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.
Eiseres heeft op 1 maart 2012 een bti aangevraagd voor een digitale camcorder, type [TYPE 1] (hierna: het product). Zij heeft in de aanvraag verzocht het product in te delen onder de GN-code 8525 80 91.
2.2.
Verweerder heeft het product in de bti als volgt omschreven:
“Een zogenoemde camcorder, zijnde een digitaal videocamera-opnametoestel met onder meer de volgende uiterlijke en technische kenmerken:
  • de mogelijkheid tot het maken van stilstaande beelden;
  • neemt -volgens opgave- alléén door de lens en microfoon geregistreerd beeld en geluid op;
  • geheugenkaart type [TYPE 2];
  • een CMOS sensortype;
  • een opnameformaat MPEG4;
  • aansluiting voor HDMI en USB;
  • een digitale zoom van 130x;
  • een optische zoom van 52x;
  • voorzien van een in-/uitklapbaar lcd-scherm van 2,7 inch;
  • maximaal 5 megapixels;
  • voorzien van een verwisselbare litium-ion batterij;
  • met afmetingen van 54 x 56 x 119 mm;
  • een gewicht van 220 gram.
De kenmerkende hoofdfunctie van het toestel is het opnemen van bewegende beelden. Het geheel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en is verpakt in een kartonnen doos, tezamen met niet karakterbepalende goederen zoals een adapter, een batterij, een USB-kabel en een A/V-kabel en een handleiding.”
Verweerder heeft het product ingedeeld onder de GN-code 8525 80 91. In vak 9 “Motivering voor de indeling van het goed” is vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8528, 8528 80 en 8528 80 91.”
2.3.
Tot de stukken van het geding behoort een deel van de gebruiksaanwijzing van het product. In de gebruiksaanwijzing is op bladzijde 33 - voor zover hier van belang - vermeld:
“De maximale ononderbroken opnametijd is 20 minuten. De maximale grootte van een videobestand is 1,8 GB. Wanneer de opnametijd van een video meer dan 20 minuten is of een videobestand groter is dan 1,8 GB, wordt automatisch een nieuw videobestand gemaakt.”
Tevens is vermeld dat het product kan opnemen in de volgende resoluties: 1280x720/25p, 720x576/50p (16:9) en 720x576/50p (4:3). De video-opnametijd bedraagt 13 tot 890 minuten. De geheugenkaarten hebben een opslagcapaciteit van minimaal 1 GB en maximaal 64 GB.

3.Geschil en standpunten van partijen

3.1.
In geschil is het antwoord op de vraag of verweerder terecht en op goede gronden de bti heeft afgegeven waarbij het product is ingedeeld onder GN-code 8525 80 91. Eiseres beantwoordt die vraag ontkennend en verweerder bevestigend. Meer in het bijzonder is in geschil of het product, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat is om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).
3.2.
Eiseres stelt dat het product moet worden ingedeeld onder de GN-code 8525 80 30. Ter onderbouwing van haar standpunt stelt eiseres dat het product slechts in staat is maximaal 20 minuten video in één opname op te nemen. Na 20 minuten start een nieuwe opname. Eén opname is één bestand. De gemaakte opnames zijn alleen individueel te selecteren en te bekijken. Als van individuele opnames één film moet worden gemaakt dan dient het nodige werk te worden verzet. Gelet op voorgaande is het product volgens de GN-toelichting uitgesloten van de mogelijkheid om als digitale videocamera te worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 91. Eiseres wijst voorts op de Verordening (EG) nr. 1231/2007 van de Commissie van 19 oktober 2007 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (hierna: de Verordening). Een vergelijkbaar product wordt in de bijlage bij de Verordening onder punt 4 ingedeeld onder GN-code 8525 80 30.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en verzoekt de rechtbank vast te stellen dat het product moet worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 30.
3.3.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de bti terecht is afgegeven voor GN-code
8525 80 91. Verweerder voert aan dat de opname na 20 minuten - of bij het bereiken van een geheugenopslag van 1.8GB - niet wordt gestopt, maar slechts wordt onderbroken en dat onmiddellijk, geheel automatisch, een nieuwe opname start zonder actieve gedraging van de gebruiker. Het product is derhalve, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen. Verweerder voert voorts aan dat het product niet te vergelijken is met het product dat is genoemd onder punt 4 van de Verordening.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4.Relevante goederencodes, aantekeningen en toelichtingen

4.1.
De in het geding zijnde GN-codes luiden als volgt:
8525 Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen:
(…)
8525 80 − televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera- opnametoestellen:
(…)
8525 80 30 − − digitale fototoestellen
− − videocamera-opnametoestellen:
8525 80 91 − − − enkel voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid
8525 80 99 − − − andere
4.2.
Aantekening 3 op afdeling XVI luidt als volgt:
“Voorzover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.”
4.3.
De GS-toelichting op post 8525 luidt, voor zover relevant, als volgt:
“B. Televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera opnametoestellen
Deze groep omvat camera’s die beelden opnemen en deze omzetten in een elektronisch signaal dat wordt:
1. verzonden als een videobeeld naar een plek buiten de camera om te worden bekeken of om op afstand te worden opgenomen (bijvoorbeeld televisiecamera’s); of
2. opgenomen in de camera als een stilstaand beeld of als een bewegend beeld (bijvoorbeeld, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen).
Veel van de camera’s van deze post hebben een uiterlijk dat overeenkomst vertoont met de fototoestellen van post 90.06 of de filmcamera’s van post 90.07. De camera’s van post 85.25 en de camera’s van hoofdstuk 90 zijn in het algemeen uitgerust met een optische lens voor het scherpstellen van het beeld op een lichtgevoelig medium en regelaars voor het moduleren van de hoeveelheid licht die in de camera valt. De fototoestellen en filmtoestellen van hoofdstuk 90 belichten de beelden echter op lichtgevoelig materiaal van hoofdstuk 37, terwijl de camera’s bedoeld bij deze post beelden vastleggen in de vorm van analoge of digitale gegevens.
De camera’s van deze post nemen beelden op door de beelden te fixeren op een lichtgevoelige inrichting zoals een complementaire metaaloxide halfgeleider (CMOS-technologie) of een ladings-gekoppeld element (CCD). De lichtgevoelige inrichting stuurt een elektrische representatie van de beelden, die vervolgens wordt omgezet in een analoge of digitale opname van de beelden.
Televisiecamera’s kunnen zijn voorzien van een ingebouwde inrichting voor bediening op afstand van het objectief en van het diafragma, of voor het op afstand in horizontale of in verticale richting doen zwenken van de camera (bijvoorbeeld televisiecamera's voor gebruik in televisiestudio’s of daarbuiten, die voor industrieel of wetenschappelijk gebruik, in gesloten televisiesystemen (bewaking) of voor de regeling van het verkeer). Deze camera’s hebben geen ingebouwde mogelijkheid om beelden op te slaan.
Sommige van deze camera’s kunnen worden gebruikt met automatische gegevensverwerkende machines (bijvoorbeeld webcams).
(…)
In digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen, worden beelden vastgelegd op een interne geheugeneenheid of op dragers (bijvoorbeeld magneetband, optische dragers, dragers op basis van halfgeleiders of andere dragers van post 85.23). Zij kunnen zijn uitgerust met een analoog/digitaal omvormer (ADC) en een uitgang waarmee de beelden kunnen worden overgebracht naar eenheden van automatische gegevensverwerkende machines, afdrukkers, televisietoestellen of andere toestellen voor het weergeven van beelden. Sommige digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen hebben ingangen zodat zij intern analoge of digitale beeldbestanden kunnen opslaan afkomstig van zulke externe machines.
In het algemeen zijn de camera’s van deze groep uitgerust met een optische zoeker, een lcd-scherm, of beiden. Veel camera’s die zijn uitgerust met een lcd-scherm kunnen dit scherm gebruiken zowel als zoeker tijdens het maken van opnamen en als beeldscherm voor het weergeven van beelden die afkomstig zijn van andere bronnen of het weergeven van reeds vastgelegde beelden.”
4.4.1.
De GN-toelichting op onderverdeling 8525 80 30 luidt, voor zover relevant, als volgt:
“Digitale fototoestellen (camera's) van deze onderverdeling zijn altijd geschikt voor de opname van stilstaand beeld op een intern geheugen of een verwisselbare drager.
De meeste digitale fototoestellen (camera's) van deze onderverdeling hebben het ontwerp van een traditionele en hebben geen inklapbare zoeker.
Deze digitale fototoestellen (camera's) kunnen ook filmbeelden opnemen.
Zij blijven onder deze onderverdeling ingedeeld tenzij zij, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat zijn om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).
Vergeleken met videocamera-opnametoestellen van onderverdelingen 8525 8091 en 8525 8099 bieden veel digitale fototoestellen (wanneer ze als videocamera-opnametoestellen gebruikt worden) niet de mogelijkheid om tijdens de video-opname gebruik te maken van een optische zoomfunctie. Sommige digitale fototoestellen stoppen de video-opname na een bepaalde tijd, ongeacht de beschikbare opslagcapaciteit.”
4.4.2.
De GN-toelichting op onderverdeling 8525 80 91 en 8525 80 99 luidt als volgt:
“Videocamera-opnametoestellen van deze onderverdeling kunnen altijd filmbeelden opnemen op een intern geheugen of een verwisselbare drager.
In het algemeen hebben videocamera-opnametoestellen van deze onderverdeling een andere vormgeving dan digitale fototoestellen van onderverdeling 8525 8030. Ze hebben vaak een inklapbare zoeker en worden vaak samen met een afstandsbediening aangeboden. Zij beschikken altijd over een optische zoomfunctie die tijdens de video-opname kan worden gebruikt. Deze videocamera-opnametoestellen hebben de mogelijkheid om stilstaand beeld op te nemen. Digitale fototoestellen zijn van deze onderverdeling uitgesloten als zij, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, niet in staat zijn om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).”
4.5.
De Nationale Toelichting op onderverdeling 8525 80 91 luidt als volgt:
“Onder onderverdeling 8525 8091 vallen videocamera’s die uitsluitend beelden kunnen opnemen via de lens van de camera. Deze camera’s mogen zijn uitgerust met voorzieningen (bijvoorbeeld een beeldschermpje) om de opgenomen beelden ter controle te kunnen bekijken en/of om te worden aangesloten op bijvoorbeeld een televisietoestel voor weergave van de opgenomen beelden (en geluid).
Videocamera’s die zodanig zijn uitgerust dat zij ook beelden anders dan door de lens kunnen vastleggen (bijvoorbeeld via een aansluiting op een televisietoestel of een videorecorder als bedoeld bij post 85.21), moeten worden ingedeeld onder onderverdeling 8525 8099.”
4.6.
In de bijlage bij de Verordening is onder punt 4 het volgende bepaald:
(1)
(2)
(3)
4. Een digitaal fototoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een geheugenkaart
met een capaciteit van maximaal 1 GB.
Het digitale fototoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 6 megapixels en een uitklapbaar zoekscherm van een liquid crystal device (LCD) type met een diagonaal van 5,08 cm (2,0 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.
De maximale resolutie van het stilstaande
beeld is 3680 × 2760 pixels.
Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 300 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 7550 stilstaande beelden worden opgeslagen.
De maximale resolutie voor video-opnamen is 640 × 480 pixels.
Als deze hoogste resolutie wordt gebruikt, kan het toestel op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 42 minuten video opnemen met 30 beelden per seconde (30 fps).
Het digitale fototoestel heeft een optische zoomfunctie die niet gedurende de video-opname gebruikt kan worden.
8525 80 30
De indeling is vastgesteld op basis van de
algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie
van de gecombineerde nomenclatuur
aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst
van de GN-codes 8525, 8525 80 en
8525 80 30.
Het digitale fototoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen
8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld
omdat het toestel zowel stilstaande
beelden als videobeelden kan opnemen.
Het toestel kan een groot aantal stilstaande
beelden van hoge kwaliteit opnemen.
Hoewel het toestel er als een videocamera-opnametoestel uitziet, een zoomfunctie heeft die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt en ongeveer 42 minuten video in een resolutie van 640 x 480 pixels kan opnemen, blijft het opnemen van videobeelden een bijkomstige functie aangezien het toestel slechts videobeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels kan opnemen. (Zie de GN-toelichting bij onderverdeling 8525 80 30)
Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie van het toestel het opnemen en opslaan van stilstaande beelden en daarom moet het toestel worden ingedeeld als een digitaal fototoestel van onderverdeling 8225 80 30.

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: GS) zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
5.2.
Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie onder meer de arresten van 4 maart 2004, Krings, C-130/02, Jurispr. blz. I-2121, punt 28, en van 17 maart 2005 Ikegami, C-467/03, Jurispr. blz. I-2389).
5.3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat het product meerdere functies heeft en dat de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex, de digitale fotocamera of het digitale videocamera-opnametoestel is. De rechtbank heeft geen reden hieraan te twijfelen en volgt partijen hierin.
5.3.2.
Ter zitting is vast komen te staan dat tussen partijen enkel in geschil is of het product, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat is om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).
5.4.1.
Uit de GN-toelichting op onderverdeling 8525 80 30 volgt dat digitale fototoestellen die ook filmbeelden kunnen opnemen onder deze onderverdeling blijven ingedeeld tenzij zij, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat zijn om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).
5.4.2.
Verweerder heeft aangevoerd dat, indien de opnameknop meer dan 30 minuten ingedrukt wordt gehouden, de opname na 20 minuten dan wel bij het bereiken van een geheugenopslag van 1.8 GB niet wordt gestopt, maar dat hetgeen daarna wordt opgenomen onmiddellijk en geheel automatisch in een nieuw bestand wordt vastgelegd zonder actieve gedraging van de gebruiker. Tevens heeft verweerder aangevoerd dat er bij het aldus opnemen geen beelden worden gemist tussen de opvolgende bestanden, althans dat hij dat met het blote oog niet heeft kunnen waarnemen. Eiseres heeft de stellingen van verweerder niet, dan wel onvoldoende weersproken. Op grond van het vorenstaande, de onder 2.3 vermelde feiten en de onder 4.4.1 en 4.4.2 vermelde GN-toelichtingen is de rechtbank van oordeel dat hier sprake is van één opname, immers de gebruiker kan meer dan 30 minuten hetgeen door de lens is opgenomen in de camcorder opslaan. Dat er in dat geval technisch gezien sprake is van meerdere bestanden doet hieraan niet af. Gelet op voorgaande is het product in staat om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen.
5.4.3.
Eiseres heeft gesteld dat het aantal minuten dat in de gebruiksaanwijzing wordt vermeld, 13 tot 890 minuten, in de gebruiksaanwijzing is opgenomen om de gebruikers een inschatting te geven van een totaal op de geheugenkaart te bewaren opnames. Dit maakt echter niet dat het product niet in staat is een opname langer dan 30 minuten te maken. Het aantal minuten dat kan worden opgeslagen op een geheugenkaart is slechts een aanwijzing voor de gebruiker wanneer de geheugenkaart moet worden leeggehaald dan wel moet worden vervangen door een andere geheugenkaart.
5.4.4.
Punt 4 van de bijlage bij de Verordening betrekt de rechtbank niet bij haar oordeel, aangezien het daar beschreven product niet identiek of soortgelijk is aan het product. Het opnemen van videobeelden is voor het in punt 4 van de Verordening beschreven product een bijkomstige functie nu het laatstbedoelde product slechts videobeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels kan opnemen. Toepassing van de Verordening, ook naar analogie, is daarom niet aan de orde.
5.4.5.
Nu het product in staat is om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 × 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger), kan het product gelet op de GN-toelichting op onderverdeling 8525 80 30 niet onder die GN-toelichting worden ingedeeld.
5.5.
Uit het vorenoverwogene volgt dat het product moet worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 91. Het gelijk is aan verweerder.
5.6.
Gelet op voorgaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

6.Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

7.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. A.J. Roke en mr. M.C.A. Onderwater, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2013.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.