Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord van de gemeente;
- de conclusie van antwoord van de provincie;
- het tussenvonnis van 21 november 2012;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 september 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht verklaart dat de gemeente alsmede Hollands Kroon en de provincie gezamenlijk dan wel ieder afzonderlijk onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiser];
- de provincie en de gemeente veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding aan [eiser], nader op te maken bij staat;
- de provincie en de gemeente veroordeelt in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
quickscanvan HzA en na kennis te hebben genomen van het standpunt van de provincie. In de periode tussen de totstandkoming van het bestemmingsplan Buitengebied 2002 en 2011 heeft [eiser] op geen enkel moment een aanvraag gedaan met een beroep op de wijzigingsbevoegdheid als opgenomen in artikel 37, lid 12 van genoemd bestemmingsplan, hoewel dat op zichzelf wel tot de mogelijkheden behoorde. De stelling van de provincie dat de plannen van het Wieringerrandmeer niet aan een verzoek om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in de weg stonden, is door [eiser] onvoldoende gemotiveerd betwist. De eerst ter zitting gedane mededeling dat de burgemeester tegen [eiser] zou hebben gezegd dat het bestemmingsplan werd ‘overruled’ door het Wieringerrandmeerplan, doet daar niet aan af. Pas in 2011, na het afblazen van de plannen met betrekking tot het Wieringerrandmeer, heeft [eiser] de gemeente daadwerkelijk verzocht het bestemmingsplanregime te wijzigen voor een lijnopstelling van drie windturbines. Op dit verzoek volgde, zoals hiervoor al weergegeven, een negatieve beslissing, die na het daartegen door [eiser] ingediende bezwaar werd gehandhaafd. [eiser] is daarvan niet in beroep gegaan. In het licht van deze gang van zaken heeft [eiser] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concrete feiten en/of omstandigheden aangevoerd, die zijn conclusie kunnen dragen dat de gemeente en/of de provincie jegens hem hebben gehandeld in strijd met het zorgvuldigheids- en/of het vertrouwensbeginsel. De gemeente en provincie hebben terecht aangevoerd dat [eiser] aan het Verdrag van Wieringen, waarbij hij zelf geen partij is, niet het gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen dat het hem toegestaan zou worden windturbines te exploiteren. Ook [eiser] moet hebben beseft dat daarvoor nog een heel traject zou moeten worden doorlopen. Daar komt nog bij dat het met de ontwikkelingen rond het Wieringerrandmeer gemoeide tijdsverloop heeft meegebracht dat alle betrokkenen in 2011 te maken hadden met nieuwe ontwikkelingen en inzichten op het terrein van windenergieprojecten.
quickscanen locatieonderzoek zal (laten) uitvoeren. Onbetwist is dat die
quickscanen het locatieonderzoek daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. De inhoud van de verklaring van [naam 1] wettigt naar het oordeel van de rechtbank niet de daaraan door [eiser] verbonden conclusie
768,00(2,0 punten × tarief € 384,00)
768,00(2,0 punten × tarief € 384,00)