In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Essakkili, en de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Alkmaar. Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2009, waarbij eiser een dieetkostenaftrek heeft aangevraagd voor twee verschillende diëten die hem door een arts zijn voorgeschreven. Eiser heeft in zijn aangifte een bedrag van € 774 aan dieetkosten opgevoerd, maar de Belastingdienst heeft deze aftrek beperkt tot € 387, omdat beide diëten natriumbeperkt zijn en volgens de Belastingdienst niet afzonderlijk in aanmerking komen voor aftrek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser twee diëten volgt, namelijk een natriumbeperkt dieet voor hypertensie en een natriumbeperkt diabetesdieet. Eiser stelt dat hij recht heeft op aftrek voor beide diëten, omdat deze zijn voorgeschreven voor verschillende ziektebeelden. De rechtbank oordeelt echter dat beide diëten hetzelfde dieettype zijn, namelijk natriumbeperkt, en dat er daarom geen recht bestaat op dubbele aftrek. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving en het besluit van de Staatssecretaris van Financiën, waarin wordt gesteld dat voor elk ziektebeeld slechts voor één aandoening recht op aftrek bestaat, en wel het hoogste bedrag dat voor dat ziektebeeld geldt.
De rechtbank concludeert dat eiser geen recht heeft op de forfaitaire aftrek voor het natriumbeperkte dieet wegens hypertensie, omdat hij reeds een natriumbeperkt dieet volgt voor diabetes. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de beslissing van de Belastingdienst om de dieetkostenaftrek te beperken tot € 387. Tevens wordt het beroep tegen de beschikking heffingsrente ongegrond verklaard, omdat de beroepsgronden tegen de belastingaanslag geen doel treffen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep ongegrond.