Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.Het standpunt van verzoeker
– samengevat – het volgende aangevoerd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 december 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak. Verzoeker verzocht om wraking van mr. A.S. van Leeuwen, de rechter die zijn zaak zou behandelen, omdat hij vreesde dat deze rechter vooringenomen was. Dit vermoeden was gebaseerd op het feit dat de rechter eerder had geoordeeld in een zaak tegen een medeverdachte, die volgens verzoeker ook betrokken was bij de openlijke geweldpleging waarvan hij beschuldigd werd. Verzoeker stelde dat de rechter al een standpunt had ingenomen over zijn betrokkenheid, wat zijn recht op een eerlijke behandeling zou schaden.
Tijdens de zitting werd verzoeker bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. Baadoudi. De rechter heeft in haar reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat haar opmerkingen over een bekennende verklaring van verzoeker niet bedoeld waren als een oordeel over zijn schuld, maar enkel betrekking hadden op de feitelijke handeling van het geven van een duw. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet blijk had gegeven van vooringenomenheid en dat de vrees van verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat het normaal is dat een rechter in verschillende zaken oordeelt en dat dit niet automatisch leidt tot een vermoeden van partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bevolen dat de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.