Aantekening 5 op hoofdstuk 84 geldend op 1 januari 2009 bepaalt:
“A) Voor de toepassing van post 8471 wordt onder “automatische gegevensverwerkende machines” verstaan machines die:
1) het verwerkingsprogramma of de verwerkingsprogramma’s en ten minste de gegevens die voor de uitvoering van dit programma of deze programma’s onmiddellijk noodzakelijk zijn, kunnen opslaan;
2) vrij kunnen worden geprogrammeerd overeenkomstig de behoeften van de gebruiker;
3) door de gebruiker te bepalen rekenkundige bewerkingen kunnen uitvoeren; en
4) zonder menselijke tussenkomst een verwerkingsprogramma kunnen uitvoeren, waarbij zij in staat moeten zijn de uitvoering van het programma gedurende het verwerkingsverloop door logische beslissing te wijzigen.
B) Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden.
C) Met inachtneming van het bepaalde onder D) en E) hierna, wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:
1) zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;
2) zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van een of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten; en
3) zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm — codes of signalen — die bruikbaar is voor het systeem.
Afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine worden onder post 8471 ingedeeld.
Toetsenborden, invoertoestellen met X-Y-coördinaten en schijvengeheugeneenheden die voldoen aan het bepaalde in onderdeel C), onder 2) en 3), hiervoor, zijn evenwel in alle gevallen in te delen als eenheden bedoeld bij post 8471.
D) Post 8471 omvat niet de navolgende toestellen indien zij afzonderlijk worden aangeboden, zelfs indien zij beantwoorden aan alle in aantekening 5, onder C), hiervoor vermelde voorwaarden:
1) afdrukkers, kopieertoestellen, telekopieertoestellen, ook indien gecombineerd;
2) toestellen voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk (zoals een lokaal netwerk of een uitgestrekt netwerk);
3) luidsprekers en microfoons;
4) televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen;
5) monitors en projectietoestellen, niet voorzien van ontvangtoestel voor televisie.
E) Machines die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt en die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.”