Op 17 december 2013 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 23 augustus 2013 in Alkmaar twee paar schoenen heeft gestolen van winkelbedrijf C&A. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend, en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en proces-verbaal van aangifte, tot bewezenverklaring van de diefstal besloten. De officier van justitie had gevorderd om een ISD-maatregel op te leggen, maar de rechtbank oordeelde dat, hoewel aan de formele vereisten voor oplegging van de ISD-maatregel was voldaan, het niet zinvol en buitenproportioneel zou zijn om dit in dit geval te doen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de korte tijd tussen de vorige ISD-maatregel en het huidige feit, alsook met de verwachting dat er in behandelingsopzicht weinig tot niets van de grond zou komen. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft geen positieve gedragsverandering laten zien. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte.