Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 april 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 15 juni 2012
- de akte, tevens houdende wijziging van eis, van de Stichting
- de antwoordakte van de Gemeente
2.De feiten
betreffende de bouwvergunning
3.Het geschil
4.De beoordeling
1. het primaire besluit
nietwerd beschikt over een bouwvergunning. Voorts stelt de Gemeente dat het vereiste conditio sine qua non verband tussen het primaire besluit en de schade ontbreekt. Daarnaast stelt de Gemeente zich op het standpunt dat de vertragingschade als gevolg van de toegenomen bouwkosten hoe dan ook niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat deze, indien daarvan al sprake is, door Ons Witte Huis Bouw B.V./C.V (hierna: de B.V./C.V) en niet door de Stichting is geleden.
.
nietvanwege de status van de bouwvergunning. Expliciet is overwogen dat de veranderde status van de bouwvergunningen
dusgeen aanleiding geeft tot een andere beslissing. Bij die stand van zaken passeert de rechtbank het enkele aanbod van de Stichting, om te bewijzen dat de subsidieaanvraag is afgewezen vanwege het niet-gereed zijn van de bebouwing, als onvoldoende gespecificeerd. Nu deze (gestelde) schade niet in verband staat met het primaire besluit, komt deze niet in aanmerking voor vergoeding.
.
5.000,00(2,5 punt × factor 1,0 × tarief € 2.000,00)