Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
M. Veldstra.
2.Tussen partijen vaststaande feiten
OVERWEGENDE:
(€ 794.115,38);
4 januari 2005, 15 december 2005 en 1 augustus 2006.
14 december 2006). In haar jaarrekeningen heeft eiseres de betalingen opgenomen onder de post “Rekening-courant [B]”. Ultimo 2006 bedroeg deze post € 123.808. In de jaarrekening 2007 wordt deze vordering commercieel volledig afgeboekt.
3.Geschil en standpunten van partijen
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- handhaaft de uitspraak op bezwaar voor zover betrekking hebbend op de verliesbeschikking;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover betrekking hebbend op de aanslag en de heffingsrentebeschikking;
- handhaaft de aanslag en de heffingsrentebeschikking zoals deze nader zijn vastgesteld bij ambtshalve vermindering van 13 april 2013;
mr. G.H. de Soeten, rechters, in tegenwoordigheid van drs. A.M. Jones, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2013.