ECLI:NL:RBNHO:2013:11500
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.E.P. Myjer
- W.J. van Andel
- J.H. Crijns
- Rechtspraak.nl
Belaging en poging tot zware mishandeling met mes
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 november 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De belaging vond plaats in de periode van 11 april 2012 tot en met 2 juli 2012, waarbij de verdachte herhaaldelijk telefonisch contact zocht met de slachtoffers en hen op verschillende manieren lastigviel. De aanleiding voor deze belaging was een geldbedrag dat [slachtoffer 1] aan de verdachte verschuldigd was, maar dat niet snel genoeg werd terugbetaald. Ondanks dat [slachtoffer 1] had aangegeven het bedrag in termijnen terug te willen betalen, bleef de verdachte hem en zijn gezin stelselmatig lastigvallen, wat leidde tot angst en onrust bij de slachtoffers.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 1] op 6 december 2012. Tijdens een confrontatie heeft de verdachte een groot mes tegen de keel van [slachtoffer 1] gedrukt en met het mes zwaaiende bewegingen in zijn richting gemaakt. Dit gebeurde in de nabijheid van een basisschool, wat de ernst van de situatie vergrootte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door haar handelen niet alleen de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers heeft geschonden, maar ook hun lichamelijke integriteit in gevaar heeft gebracht.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en een proeftijd van twee jaar ingesteld. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met [slachtoffer 1] en de verplichting om zich te houden aan aanwijzingen van de Reclassering Nederland. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], voor de immateriële schade die zij hebben geleden door de acties van de verdachte.