Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
- de man bijgestaan door mr. Overkleeft voornoemd;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Bergmans-Jeurissen voornoemd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 november 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die verzocht om wijziging van de alimentatieverplichting jegens zijn ex-vrouw. De man stelde dat hij door gewijzigde omstandigheden, waaronder het verlies van zijn baan en het ontvangen van een WW-uitkering, niet meer in staat was om de eerder vastgestelde bijdrage van €2.237,00 per maand te voldoen. De vrouw voerde verweer en betwistte dat de man niet in zijn onderhoud kon voorzien, en stelde dat zij zelf ook niet in haar levensonderhoud kon voorzien vanwege haar arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds 1 februari 2011 een WW-uitkering ontvangt en dat zijn financiële situatie is verslechterd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden van de vrouw, die volledig is afgekeurd en geen eigen inkomen heeft. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:401 en artikel 1:160, in overweging genomen, die betrekking hebben op de wijziging van alimentatieverplichtingen en de voorwaarden waaronder deze kunnen eindigen.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden. De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw vastgesteld op €3.007,00 bruto per maand, maar heeft ook de draagkracht van de man beoordeeld. Gezien zijn financiële situatie en de uitgaven die hij moet doen, heeft de rechtbank besloten dat de man niet langer in staat is om een uitkering tot levensonderhoud aan de vrouw te voldoen. De alimentatieverplichting is met ingang van 1 januari 2013 op nihil gesteld. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt.