Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Parketnummer: 15/710530-12 (P)
Uitspraakdatum: 19 november 2013
Verstek
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 november 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Litouwen),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 28 september 2011 te Haarlem als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (te weten: een personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Europaweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, te rijden, immers, heeft verdachte, terwijl hij de - door verkeerslichten geregelde - kruising van die weg me de Surinameweg naderde,
- gereden met een snelheid van ongeveer 87 kilometer per uur, althans een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestaan, in elk geval met een een gezien de situatie ter plaatse onverantwoord hoge snelheid en/of (vervolgens)
- niet gestopt voor een gezien zijn rijrichting rood licht uitstralend verkeerslicht en/of (vervolgens)
- geen voorrang verleend aan een voor hem van rechtskomende personenauto en/of (vervolgens)
- niet zijn voertuig tot stilstand gebracht binnen een afstand, waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was, waarna en/of (mede) waardoor hij, verdachte, met de door hem bestuurde personenauto met bovengenoemde (bestuurder van een) personenauto in aanrijding
en/of botsing is gekomen, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten een uitgezet en/of gekneusd en/of gebroken middenrif en/of een hersenschudding en/of een maagbloeding, werd toegebracht, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
feit 2, primair
hij op of omstreeks 28 september 2011 te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer tas(sen) met daarin een hoeveelheid goederen, te weten:
- een laptop (merk HP type 6710 B) en/of
- een of meer navigatiesyste(e)m(en) (merk TOMTOM type XL en/of Avis en/of Audi en/of Skoda en/of Pioneer en/of Kenwood en/of Volkswagen en/of Siemens) en/of
- een of meer compact disc(s) en/of
- een of meer airbag(s) (merk Audi en/of Seat en/of Skoda en/of Volkswagen) en/of
- een zonnebril (met bijbehorende hoes) (merk Ray Ban) en/of
- een water/laserpas (merk Hilti Pd28) en/of
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemde laptop en/of navigatiesyste(e)m(en) en/of compact disc(s) en/of airba(s) en/of zonnebril en/of water/laserpas en/of autoradio, in elk geval die goederen wist(en), in elk geval had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 2, subsidiair
dat een tot op heden onbekend gebleven persoon en/of personen op of omstreeks 28 september 2011 te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer tas(sen) met daarin een hoeveelheid goederen, te weten:
- een laptop (merk HP type 6710 B) en/of
- een of meer navigatiesyste(e)m(en) (merk TOMTOM type XL en/of Avis en/of Audi en/of Skoda en/of Pioneer en/of Kenwood en/of Volkswagen en/of Siemens) en/of
- een of meer compact disc(s) en/of
- een of meer airbag(s) (merk Audi en/of Seat en/of Skoda en/of Volkswagen) en/of
- een zonnebril (met bijbehorende hoes) (merk Ray Ban) en/of
- een water/laserpas (merk Hilti Pd28) en/of
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl die persoon en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemde laptop en/of navigatiesyste(e)m(en) en/of compact disc(s) en/of airba(s) en/of zonnebril en/of water/laserpas en/of autoradio, in elk geval die goederen wist(en), in elk geval had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof,
terwijl hij, verdachte op of omstreeks 28 september 2011 te Haarlem opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest tot en/of bij het plegen van dat misdrijf, immers heeft hij, verdachte, het voertuig (voorzien van het kenteken [kenteken 1]) bestuurd met in dat voertuig (in een of meer tas(sen)) genoemde goederen in dat voertuig vervoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde feiten.
3.2. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
ten aanzien van feit 1
Op 28 september 2011 vindt kort voor 11:50 uur een verkeersongeval plaats op de door verkeerslichten geregelde kruising van de Europaweg en de Surinameweg te Haarlem. Bij dit verkeersongeval waren betrokken verdachte als bestuurder van een Volkswagen Golf en de heer [slachtoffer] als bestuurder van een Opel Astra.
Verdachte reed met zijn personenauto over de rechterrijbaan van de Europaweg in noordelijke richting.De ter plaatse geldende maximumsnelheid bedraagt 50 kilometer per uur.[slachtoffer] staat op de Surinameweg voor de verkeerslichten te wachten om de Europaweg op te rijden. [slachtoffer] ziet dat de verkeerslichten op groen springen en rijdt met zijn personenauto de kruising op.Getuige [getuige 1] staat met zijn personenauto achter de personenauto van [slachtoffer]. [getuige 1] ziet het verkeerslicht op groen springen en ziet dat de personenauto van [slachtoffer] de kruising op rijdt. Vervolgens ziet [getuige 1] van links de personenauto van verdachte aankomen. De personenauto van verdachte komt remmend, met gierende banden en met blokkerende wielen de kruising op. De personenauto van verdachte raakt de personenauto van [slachtoffer] linksachter.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij omstreeks 11.30 uur met zijn bedrijfsauto staat te wachten op het kruispunt van de Europaweg en de Aziëweg. [getuige 2] wil linksaf slaan en ziet dat een Volkswagen Golf met een zeer hoge snelheid, naar zijn schatting honderdtwintig kilometer per uur, langs hem rijdt en het rode verkeerslicht op de kruising negeert. [getuige 2] ziet dat de Volkswagen Golf bij het volgende kruispunt van de Europaweg en de Surinameweg wederom het rode verkeerslicht negeert. [getuige 2] ziet de Volkswagen Golf vervolgens hard remmen en ziet dat een auto die van rechts komt uit de Surinameweg door de Volkswagen Golf wordt geraakt.
Uit de VerkeersOngevalsAnalyse naar de rem/blokkeersporen van de personenauto van verdachte blijkt dat verdachte gereden heeft met een snelheid die heeft gelegen tussen minimaal 80 kilometer per uur en maximaal 87 kilometer per uur.Voorts blijkt uit onderzoek naar de verkeersregelinstallatie, welke beveiligd is zodat de verkeerslichten op aangewezen conflicterende richtingen nimmer gelijktijdig een groen dan wel geel licht uitstralen, dat het verkeerslicht op de kruising bestemd voor verdachte, - gelet op de oprij- en afrijtijd van respectievelijk verdachte en [slachtoffer]- 3,2 seconden op rood kan hebben gestaan.
[slachtoffer] heeft als gevolg van de aanrijding een zwaar gekneusd middenrif. [slachtoffer] heeft ook een hersenschudding, waardoor hij tien weken rust heeft moet houden. Als gevolg van de aanrijding heeft [slachtoffer] van 28 september 2011 tot april 2012 niet tot nauwelijks kunnen werken.
Ten aanzien van feit 2
Na afwikkeling van formaliteiten en het politieonderzoek naar het verkeersongeval moet de personenauto waarin verdachte op 28 september 2011 op de Europaweg te Haarlem heeft gereden worden afgesleept. De eigenaar van deze Volkswagen Golf, de heer [getuige 3], meldt zich bij de verbalisanten. Een van de verbalisanten vraagt [getuige 3] zijn bezittingen uit de personenauto te halen, wat [getuige 3] doet. Vervolgens ziet de verbalisant dat er in de personenauto op de achterbank een rode zogenaamde bigshopper tas is achtergebleven. [getuige 3] verklaart dat deze tas niet van hem is. In de tas worden circa zes in huishoudfolie verpakte navigatiesystemen van verschillende merken en circa vier in huishoudfolie verpakte airbags aangetroffen. In de auto worden nog een zwarte sporttas en een bruine weekendtas aangetroffen.
Nader onderzoek wijst uit dat zich in de drie tassen een laptop van het merk HP, type 6710 B, diverse navigatiesystemen van de merken TomTom (type XL), Avis, Audi, Skoda, Pioneer, Kenwood, Volkswagen en Siemens, diverse compact discs, diverse airbags van de merken Audi, Seat, Skoda en Volkswagen, een zonnebril met bijbehorende hoes van het merk Ray Ban en een water/laserpas van het merk Hilti, type pd28 en een autoradio bevinden.
Uit onderzoek blijkt dat de laptop toebehoort aan mevrouw [slachtoffer 2]. Op 28 september 2011 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van diefstal van een TomTom (type XL), een airbag, een laptop en een aantal compact discs uit haar personenauto van het merk Seat, gepleegd tussen 27 september 2011 te 23:00 uur en 28 september 2011 te 08:30 uur te Zwolle.
[getuige 3] heeft verklaard dat verdachte zijn Volkswagen Golf heeft geleend en bij hem thuis heeft opgehaald.Verdachte heeft bij zijn verhoor door de politie verklaard dat hij de auto van [getuige 3] had geleend bij de Febo snackbar bij het winkelcentrum Schalkwijk waar hij drie tassen en een laptoptas van een Pool heeft gekregen. Vervolgens is verdachte met deze tassen in de auto naar het Shell tankstation aan de Europaweg gereden, waar hij ene [medeverdachte 1] zou ontmoeten. Vanaf het tankstation zou verdachte achter deze [medeverdachte 1] aanrijden.
3.3. Bewijsoverwegingen
ten aanzien van feit 1
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat, gelet op alle omstandigheden waaronder de verkeersovertredingen zijn begaan, sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 in die zin dat verdachte zeer onvoorzichtig heeft gereden.
De rechtbank overweegt daartoe dat van roekeloosheid als zwaarste (aan opzet grenzende) schuldvorm, zoals blijkt uit de recente jurisprudentie van de Hoge Raad, slechts in uitzonderlijke gevallen sprake is. Om van roekeloosheid te kunnen spreken moet er sprake zijn van zodanige feiten en omstandigheden dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, en dat verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. De rechtbank is van oordeel dat daarvoor onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig is.
ten aanzien van feit 2
Uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen volgt dat verdachte een auto heeft geleend van [getuige 3],en bij een snackbar drie tassen met goederen van een voor hem onbekende Poolse man in ontvangst heeft genomen. Verdachte zou deze spullen naar een tankstation brengen en daar een andere persoon genaamd [medeverdachte 1] ontmoeten. Verdachte zou daarna achter deze [medeverdachte 1] aanrijden. Verdachte heeft niet in de tassen die hij ontving gekeken. Verdachte kan of wil over beide personen voorts vrijwel niets verklaren. Dit samenstel van omstandigheden maakt dat verdachte een onderzoeksplicht had wat betreft de herkomst van de goederen in zijn auto en hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen die zich in de tassen in de door hem bestuurde auto bevonden en die hij uit handen van voor hem relatief onbekende personen heeft ontvangen, van enig misdrijf afkomstig waren.
De rechtbank gaat er vanuit dat, ondanks het ontbreken van aangiftes, ook de overige aangetroffen goederen gelet op de verpakkingswijze daarvan en het feit dat er geen verklaring wordt gegeven over de herkomst van de goederen, van misdrijf afkomstig zijn.
3.4. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1
hij op 28 september 2011 te Haarlem als bestuurder van een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Europaweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig te rijden, immers heeft verdachte terwijl hij de door verkeerslichten geregelde kruising van die weg met de Surinameweg naderde,
- gereden met een snelheid van ongeveer 87 kilometer per uur, een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestaan en
- niet gestopt voor een gezien zijn rijrichting rood licht uitstralend verkeerslicht en vervolgens
- geen voorrang verleend aan een voor hem van rechtskomende personenauto en vervolgens
- niet zijn voertuig tot stilstand gebracht binnen een afstand waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was waardoor hij, verdachte, met de door hem bestuurde personenauto met bovengenoemde bestuurder van een personenauto in aanrijding is gekomen, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
feit 2, primair
hij op 28 september 2011 te Haarlem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, tassen met daarin een hoeveelheid goederen, te weten:
- een laptop (merk HP type 6710 B) en
- navigatiesystemen (merk TOMTOM type XL en Avis en Audi en Skoda en Pioneer en Kenwood en Volkswagen en Siemens) en
- airbags (merk Audi en Seat en Skoda en Volkswagen) en
- een zonnebril met bijbehorende hoes (merk Ray Ban) en
- een water/laserpas (merk Hilti Pd28) en
voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het voorhanden krijgen van genoemde laptop en navigatiesystemen en compact discs en airbags en zonnebril en water/laserpas en autoradio had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
4.1. Kwalificatie van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zodanig lichamelijk letsel wordt toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.
feit 2 primair
medeplegen van schuldheling
4.2. Strafbaarheid van de feiten
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de straf
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht en voorts de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee (2) jaren.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto zeer onvoorzichtig gehandeld door met een veel hogere dan de ter plaatse toegestane snelheid te rijden over de
Europaweg te Haarlem terwijl hij achtereenvolgens twee voor hem bestemde rood uitstralende verkeerslichten heeft genegeerd en voorts de van rechts komende personenauto van [slachtoffer] geen voorrang heeft verleend, waarna het tot een aanrijding met die [slachtoffer] is gekomen. Deze [slachtoffer] heeft hierbij letsel bekomen en heeft als gevolg daarvan gedurende een half jaar zijn normale werkzaamheden niet of nauwelijks kunnen uitvoeren. Verdachte heeft zich voorts samen met anderen schuldig gemaakt aan heling van een groot aantal goederen, waaronder diverse navigatieapparaten en airbags. Door aldus te handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor deze gestolen voorwerpen.
De rechtbank merkt op dat de door de officier van justitie gevorderde straf op zichzelf overeenstemt met de straffen die in vergelijkbare zaken plegen te worden opgelegd. Nu de rechtbank bewezen heeft verklaard dat verdachte in mindere mate schuld heeft gehad aan het verkeersongeval dan waartoe de officier van justitie heeft gerekwireerd, zal de rechtbank de op te leggen straf matigen. Daarbij merkt de rechtbank op dat de feiten en omstandigheden waaronder dit verkeersongeval is veroorzaakt wel dicht tegen roekeloosheid aanliggen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte in Nederland niet eerder met politie of justitie in aanraking is geweest en heeft daar bij de te bepalen straf rekening mee gehouden. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen grond gelegen de op te leggen straf verder te matigen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
6.3. Bijkomende straf feit 1
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen dient te worden ontzegd voor na te noemen duur.
7. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbenden, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
47, 57 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
verklaart bewezen dat verdachte de onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TIEN (10) WEKEN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
veroordeelt verdachte ter zake van feit 1 tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van ZES (6) MAANDEN met aftrek overeenkomstig artikel 179, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbenden van:
1. navigatieapparaat, Avis F700bt hjge012131ew, voorzien van kvi-nummer 246414;
2. navigatieapparaat, Audi 86113 60v750 8p0035193b, voorzien van kvi-nummer 246415;
3. navigatieapparaat, Skoda 3t0035680a2c53341521, voorzien van kvi-nummer 246416;
4. navigatieapparaat, Audi 86113 60v750 8p0035192s, voorzien van kvi-nummer 246417;
5. autoradio, onbekend xt7012, voorzien van kvi-nummer 246418;
6. airbag, Seat 1171017gt, voorzien van kvi-nummer 246419;
7. airbag, Seat 01161007vc, voorzien van kvi-nummer 246420;
8. airbag, Audi 670 peoaus4m8c, voorzien van kvi-nummer 246422;
9. airbag, Skoda 1ns001grbl, voorzien van kvi-nummer 246223;
10. sporttas, kleur bruin, voorzien van kvi-nummer 246424;
11. sporttas, kleur zwart, voorzien van kvi-nummer 246421;
12. navigatieapparaat, Pioneer Avic D3 gipg039467ew, voorzien van kvi-nummer 246376;
13. navigatieapparaat, Kenwood, voorzien van kvi-nummer 246377;
14. navigatieapparaat, Kenwood ddx8026bt y39-6232-71, voorzien van kvi-nummer 246379;
15. navigatieapparaat, Volkswagen, voorzien van kvi-nummer 246380;
16. airbag, Audi 8j0880201j6ps, voorzien van kvi-nummer 246387;
17. airbag, 0571171740829, voorzien van kvi-nummer 246388;
18. zonnebril, kleur zwart, Ray Ban rb4038 in hoesje, voorzien van kvi-nummer 246394;
19. gereedschap, Hilti pd28, water/laserpas, voorzien van kvi-nummer 246407;
20. boodschappentas, kleur rood, Bas, voorzien van kvi-nummer 246437;
21. navigatieapparaat, Skoda Siemens a2c53309661, voorzien van kvi-nummer 246383;
22. navigatieapparaat, Audo 8p0035193b fwsc907908, voorzien van kvi-nummer 246386;
23. navigatieapparaat, Volkswagen 1t0035680b 000532850, voorzien van kvi-nummer 246390;
24. airbag, Audi eaw19800292, voorzien van kvi-nummer 246405;
25. airbag, Volkswagen, voorzien van kvi-nummer 246408;
26. airbag, Seat, voorzien van kvi-nummer 246411.Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.C.M. Swinkels, voorzitter,
mr. M.P.J. Ruijpers en mr. M. Malsch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dinsdag 19 november 2013.
mr. M. Malsch is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.