ECLI:NL:RBNHO:2013:11342

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 november 2013
Publicatiedatum
27 november 2013
Zaaknummer
15/740714-12, 15/740089-12 en 15/660256-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot brandstichting, verzekeringsfraude en witwassen van voertuigen in Haarlem

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 19 november 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot brandstichting, verzekeringsfraude, witwassen van voertuigen en winkeldiefstal. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk in brand steken van een Audi A3 en een Alfa Romeo Spider in de J.J. Hamelinkstraat te Haarlem, alsook het indienen van een valse schadeclaim bij de verzekeraar N.V. Noordhollandsche van 1816. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting op 5 november 2013 zijn de feiten en omstandigheden besproken, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot brandstichting en de verzekeringsfraude. De verdachte werd vrijgesproken van deze feiten, maar de rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat hij zich schuldig had gemaakt aan witwassen van een Audi Q7 en aan winkeldiefstal van levensmiddelen ter waarde van € 22,40. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot het verrichten van 80 uren taakstraf, met de voorwaarde dat bij niet-naleving 40 dagen hechtenis kan worden opgelegd. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de rechtbank niet bewezen achtte dat de verdachte aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de vrijgesproken feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15/740714-12, 15/740089-12 en 15/660256-12 (P)
Uitspraakdatum: 19 november 2013
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 november 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.M. de Vries en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B. Kochheim-Bossink, advocaat te Aerdenhout, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
ten aanzien van parketnummer 15/740714-12
feit 1
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 01 juni 2012 tot en met 02 juni 2012 te Haarlem opzettelijk brand heeft gesticht in een of meer voertuig(en) (te weten van het merk Audi, type A3, gekentekend [kenteken 1], kleur wit), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een of meer brandende lucifer(s), in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met een hoeveelheid (motor)benzine en/of (brand)spiritus, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat/die (personen)voertuig(en) en/of een naast dat voertuig geparkeerd(e) en/of staande voertuig(en) (te weten van het merk Alfa
Romeo, type Spider, kleur zwart, gekentekend [kenteken 2]), geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de naast dat/die voertuig(gen) (geparkeerd) staande en/of belendende voertuig(en) en/of woningen(en) en/of andere goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
feit 2, primair
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 01 juni 2012 tot en met 13 september 2012 te Haarlem, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en), ten nadele van de verzekeraar(s), te weten de N.V. Noordhollandsche van 1816, wederrechtelijk te bevoordelen brand heeft gestoken of een ontploffing heeft teweeg gebracht in het tegen brandgevaar verzekerd goed(eren), te weten een (personen)voertuig)(en) (te weten van het merk Audi, type A3, gekentekend [kenteken 1] en/of van het merk Alfa Romeo, type Spider, gekentekend [kenteken 2]), immers heeft verdachte een of meermalen
- die/dat voertuig(en) naast elkaar geparkeerd en/of naast elkaar laten parkeren en/of staan op de J.J. Hamelinkstraat en/of
- brand gestoken in een voertuig (te weten in/aan die Audi) (waardoor beide genoemde voertuigen al dan niet gedeeltelijk zijn verband, in elk geval in/aan die voertuigen brand is ontstaan) en/of
- bij bovenaangehaalde verzekeraar (brand)schade(s) aan die Alfa Romeo gemeld en/of
- aangifte van brandstichting gedaan en/of
- een of meer schadeformulier(en) ingevuld en/of ondertekend en/of naar die verzekeraar gezonden, in elk geval doen toekomen, waardoor die verzekeraar werd bewogen tot afgifte(n) van een geldbedrag (te weten 10.890,= euro);
feit 2, subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 juni 2012 tot en met 13 september 2012 te Haarlem met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de N.V. Noordhollandsche van 1816, heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (te weten 10.890,= euro), in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
- een voertuig (merk Audi, type A3, gekentekend [kenteken 1]) en/of een voertuig (merk Alfa Romeo, type Spider, gekentekend [kenteken 2]) naast elkaar geparkeerd en/of laten staan en/of parkeren op de J.J. Hamelinkstraat en/of
- brand gestoken in een voertuig (te weten in/aan die Audi) (waardoor beide voertuigen al dan niet gedeeltelijk zijn verbrand, in elk geval in/aan die voertuigen brand is ontstaan) en/of - bij bovenaangehaalde verzekeraar (brand)schade(s) aan die Alfa Romeo gemeld en/of
- aangifte van brandstichting gedaan en/of
- een of meer schadeformulier(en) ingevuld en/of ondertekend en/of naar die verzekeraar gezonden, waardoor die verzekeraar werd bewogen tot afgifte(n) van genoemd geldbedrag;
ten aanzien van parketnummer 15/740089-12
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2011 tot en met 11 januari 2012, te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede Ca, althans in Nederland, één of meer voorwerp(en), te weten twee auto's van het merk Audi Q7, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten voornoemde auto's, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
ten aanzien van parketnummer 15/660256-12:
hij op of omstreeks 18 september 2012 in de gemeente Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer levensmiddel(en) en/of winkelgoed(eren) (met een totale waarde van 22,40 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn (filiaal Drossestraat), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot partiële vrijspraak van het onder parketnummer 15/740089-12 ten laste gelegde witwassen, voor zover dit ziet op de grijze Audi Q7 met het Franse kenteken [kenteken 3], en tot bewezenverklaring van de overige ten laste gelegde feiten.
3.2. Vrijspraak feiten met parketnummer 15/740714-12
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 15/740714-12 ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
inleiding
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. In de nacht van 1 op 2 juni 2012 vond in de J.J. Hamelinkstraat in Haarlem een autobrand plaats. Een getuige hoort omstreeks 3.14 uur een gedempte knal en ziet een auto die in voornoemde straat in brand staat. Omstreeks 3:22 uur worden een witte Audi A3 en een groene Alfa Romeo Spider brandend aangetroffen. De Audi staat op naam van [getuige 1], maar is eigendom van verdachte en heeft ook eerder op naam van verdachte gestaan. De groene Alfa Romeo staat wel nog op naam van verdachte. In de buurt van voornoemde auto’s worden lucifers en een lege fles brandspiritus aangetroffen. In de fles brandspiritus worden ook sporen van een motorbrandstof aangetroffen.
overwegingen
Op basis van de inhoud van het strafdossier en hetgeen ter terechtzitting door verdachte naar voren is gebracht, staat in ieder geval vast dat verdachte op 2 juni 2012 om 3:06 uur een kleine hoeveelheid brandstof heeft getankt bij het tankstation Firezone aan de Europaweg, welk tankstation op ongeveer 300 meter van de J.J. Hamelinkstraat gelegen is. Verdachte heeft verklaard dat hij een kleine hoeveelheid brandstof nodig had voor een voor zijn deur geparkeerde auto zonder brandstof, die daar in de ochtend weg moest zijn in verband met het ter plaatse geldende vergunninghoudergebied en dat hij die brandstof bij dit tankstation in een jerrycan verpakt in een witte plastic draagtas heeft getankt.
De rechtbank constateert dat de omstandigheid dat verdachte zeer kort voor de brandstichting in de nabijheid van de brand een kleine hoeveelheid brandstof heeft getankt het enige aanknopingspunt is voor de stelling dat verdachte als dader betrokken is bij deze brandstichting in de J.J. Hamelinkstraat. Er zijn in het strafdossier geen bewijsmiddelen opgenomen op grond waarvan buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die op het tijdstip van de brandstichting op de plaats van de brandstichting is geweest.. Het enkele feit dat verdachte kort daarvoor bij het benzinestation Firezone een kleine hoeveelheid brandstof heeft getankt en ook een motief lijkt te hebben voor de brandstichting, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te kunnen vaststellen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde brandstichting en daarmee de verzekeringsfraude. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het als feit 1 en 2 onder parketnummer 15/740714-12 ten laste gelegde.
3.3. Partiële vrijspraak ten aanzien van feit met parketnummer 15/740089-12
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich ten aanzien van de grijze Audi Q7 schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Verdachte heeft voor de grijze Audi Q7 na het doorlopen van de vereiste formaliteiten immers een Nederlands kenteken ontvangen. Gelet op het verkrijgen van dit kenteken is de rechtbank van oordeel dat daaruit niet kan volgen dat hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de grijze Audi Q7 van misdrijf afkomstig was. Verdachte dient in zoverre vrijgesproken te worden.
3.4. Redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van feit met parketnummer 15/740089-12 [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 15/740089-12 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 11 januari 2012 omstreeks 3.44 uur rijden verbalisanten op de [adres 2] te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede. Daar zien zij voor de woning aan de[adres 2] een tweetal personenauto’s geparkeerd staan. Het gaat om een zwarte Audi Q7 en een grijze Audi Q7, beide voorzien van Franse kentekenplaten. Beide Audi’s zijn volgens de bewoner van het pand, [getuige 2], door verdachte bij hem geparkeerd voor schadereparatie die [getuige 2] voor verdachte zou uitvoeren. [2] De zwarte Audi Q7 voorzien van het Franse kenteken [kenteken 4] blijkt op naam te staan van [getuige 3] te Manin (Frankrijk) [3] en staat als gestolen gesignaleerd [4] .
Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij handelt in personenauto’s en deze ook importeert. Beide Audi’s behoren toe aan een klant van hem, genaamd [getuige 4]. Verdachte had van [getuige 4] een opdracht om deze auto’s voor [getuige 4] in Nederland te verkopen. Verdachte is begin november 2011 met de grijze Audi naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: RDW) gegaan. Een week later is verdachte met de zwarte Audi Q7 naar de RDW gegaan. Verdachte vernam nu echter niets meer van de RDW en informeerde een week later naar de stand van zaken. De keurmeester van de RDW deelde verdachte mede dat uit onderzoek naar de registers was gebleken dat de zwarte Audi Q7 als gestolen stond geregistreerd. Verdachte verkreeg daarom geen Nederlands kenteken voor deze Audi. [5]
3.5. Bewijsoverweging ten aanzien van feit met parketnummer 15/740089-12
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat komt vast te staan dat de zwarte Audi middellijk of onmiddellijk van enig misdrijf afkomstig is en dat verdachte dat wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden. Uit de hiervoor opgenomen redengevende feiten en omstandigheden staat in ieder geval vast dat de zwarte Audi Q7 van diefstal afkomstig is.
De vraag die vervolgens voor ligt is of verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze zwarte Audi Q7 van enig misdrijf afkomstig was. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt. De RDW heeft na inspectie van de zwarte Audi Q7 geweigerd voor deze auto een Nederlands kenteken af te geven ,omdat uit de informatie van de RDW bleek dat deze personenauto als gestolen geregistreerd stond. Dit is verdachte ook telefonisch medegedeeld. Het was verdachte derhalve genoegzaam bekend dat er iets mis was met de zwarte Audi Q7. Dat de auto niet direct door de politie werd opgehaald en in beslag genomen, doet daar niets aan af. Verdachte heeft ondanks en na de mededeling van de RDW dat het ging om een gestolen auto, niet alleen enige weken gebruik van deze zwarte Audi Q7 gemaakt, maar heeft [getuige 2] vervolgens ook nog opdracht gegeven om schadeherstel aan de auto uit te voeren ten behoeve van de verkoop van deze auto.
De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte op zijn minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de zwarte Audi Q7 – middellijk of onmiddellijk – uit misdrijf afkomstig is.
3.6. Redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van feit met parketnummer 15/660256-12
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 15/660256-12 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 november 2013 afgelegd;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever] d.d. 18 september 2012 (proces-verbaal nr. PL1227 2012097594-1);
het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 18 september 2012 (proces-verbaal nr. PL1227 2012098594-2).
3.7. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummer 15/740089-12 en 15/660256-12 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
ten aanzien van parketnummer 15/740089-12
hij in de periode van 1 november 2011 tot en met 11 januari 2012, te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede, één auto van het merk Audi Q7, voorhanden heeft gehad, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
ten aanzien van parketnummer 15/660256-12
hij op 18 september 2012 in de gemeente Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen levensmiddelen en winkelgoederen met een totale waarde van 22,40 euro, toebehorende aan Albert Heijn (filiaal Drossestraat).
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 15/740089-12:
witwassen;
ten aanzien van parketnummer 15/660256-12:
diefstal.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de straf
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien (15) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, waarvan vijf (5) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij N.V. Noordhollandsche van 1816 geheel zal worden toegewezen, onder toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en het aldaar besproken reclasseringsadvies gedateerd 30 november 2012 is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een dure personenauto, te weten een Audi Q7. Door dergelijke witwaspraktijken wordt het plegen van criminele activiteiten in stand gehouden en indirect ook bevorderd, want zonder personen als verdachte die criminele goederen een (schijnbaar) legale herkomst verschaffen, is het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Door aldus te handelen heeft verdachte schade en hinder veroorzaakt en inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de betreffende winkel.
Noch in de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, noch in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, vindt de rechtbank aanleiding om de straf die ten aanzien van dergelijke feiten pleegt te worden opgelegd te matigen. Omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie zal de op te leggen straf fors lager zijn.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
7. Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij N.V. Noordhollandsche van 1816 heeft een vordering tot schadevergoeding van € 10.890,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder parketnummer 15/740714-12 onder feit 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 15/740714-12 onder feit 2 ten laste is gelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
22c, 22d, 310 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 15/740714-12 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart bewezen dat verdachte de onder parketnummers 15/740089-12 en 15/660256-12 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.7. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van TACHTIG (80) UREN taakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door VEERTIG (40) DAGEN hechtenis;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht;
verklaart de benadeelde partij N.V. Noordhollandsche van 1816 niet-ontvankelijk in de vordering;
heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.J. Ruijpers, voorzitter,
mr. J.C.M. Swinkels en mr. M. Malsch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 november 2013.
Mr. M. Malsch is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2012 (dossier met parketnummer 15/740089-12, dossierpagina’s 17-19).
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2012 (dossier met parketnummer 15/740089-12, dossierpagina’s 26-28).
4.Het proces-verbaal van aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 11 januari 2012 (dossier met parketnummer 15/740089-12, dossierpagina’s 20-22) en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2012 (dossier met parketnummer 15/740089-12, dossierpagina 17-midden).
5.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 19 januari 2012 (dossierpagina’s 46-51).