In deze zaak heeft Proximedia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet nakomen van een overeenkomst tot levering van internetprestaties. De vordering betreft een bedrag van € 5.543,53, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Proximedia stelt dat zij in opdracht van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht, waarvoor [gedaagde] een bedrag van € 1.065,80 verschuldigd is. Daarnaast is [gedaagde] een bedrag van € 3.608,00 verschuldigd wegens voortijdige beëindiging van de overeenkomst. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en stelt dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de vertegenwoordiger van Proximedia niet vertegenwoordigingsbevoegd was en dat er sprake is van oneigenlijke dwaling.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen, ondanks de betwisting van [gedaagde]. De rechter heeft vastgesteld dat de vertegenwoordiger van Proximedia, die de overeenkomst heeft ondertekend, gevolmachtigd was om dit te doen. De stelling van [gedaagde] dat hij onder druk is gezet om de overeenkomst te ondertekenen, is door de rechter verworpen. De rechter heeft geconcludeerd dat [gedaagde] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van dwaling en misbruik van omstandigheden.
De rechter heeft de vordering van Proximedia toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 28 augustus 2013 door mr. E.M. van der Linde, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad. Tevens is een verbetering van een kennelijke schrijffout doorgevoerd in het dictum van het vonnis, waarbij het te betalen bedrag is gecorrigeerd naar € 5.442,46.